4. Op de Zweinsteinexpres
De laatste paar weken van de vakantie vlogen voorbij en op 31 augustus was iedereen opgewonden over de reis naar Zweinstein, vooral David, omdat hij al in het eindjaar zat. Willemijn en Madelijn zaten op de grond voor de openhaard te tekenen, Dylan en Britt speelden ene potje Toverschaak, Tim zat een boek te lezen, en ik speelde samen met Chris, David en Nick een potje Knalpoker. Toen om tien uur mevrouw Rosefielt zei dat iedereen naar bed moest gaan, sjokten we allemaal de trap op. Terwijl ik mijn hoofd op mijn kussen legde bedacht ik hoe gaaf het zou zijn om weer terug te zijn.
'Annabel, opstaan!', riep iemand. Het werd harder en duidelijker, alsof het dichter bij kwam. Ik deed mijn ogen open en het wazige gestalte van Dylan die aan mijn schouders sjokte werd steeds duidelijker. 'Tisser?', vroeg ik slaapdronken. 'Het is acht uur, we hebben ons verslapen!', schreeuwde hij. Iets begon bij me te dagen en ik schoot overeind. 'Maar de trein vertrekt om elf uur en Londen is drie uur rijden´, zei ik paniekerig. Dylan knikte ongeduldig en trok me uit bed.
Die ochtend was het een chaos in huize Rosefielt. Iedereen die heen en weer rende en mensen omver liep. Toen iedereen met vlug in elkaar gelfanste broodjes in de auto zat om kwart over acht, racete meneer en mevrouw Rosefielt met twee auto´s het terrein af. Dylan, Britt en ik zaten samen met David en Nick, de oudsten, in de auto bij meneer Rosefielt. We zaten binnen vijf minuten op de snelweg en iedereen keek constant op zijn horloge.
Om vijf voor elf waren al bij het treinstation en wonder boven wonder, waren bijna alle wegen autovrij, waardoor we gewoon door konden rijden. Iedereen gooide vlug zijn hutkoffer met eventuele kooi op de karretjes en sprintte richting het station. Toen we allemaal bij de muur stonden gingen we gehaast, maar onzichtbaar door de muur, zodat geen één Dreuzel ons kon zien. het was twee voor elf, de trein was nog niet vertrokken en opgelucht en buiten adem, zochten we twee lege coupés. Toen het fluitje snerpte, zaten Chris, Tim en David in hun eigen coupé, naast die van Dylan, Britt en mij terwijl we nog vlug afscheid namen van Willemijn, Madelijn, Nick en meneer en mevrouw Rosefielt. Toen de trein steeds verder reed en uiteindelijk de hoek omging, waardoor we ze niet meer konden zien, deed Dylan het raampje dicht en legde ik opgelucht mijn rug tegen de rugleuning.
Er zijn nog geen reacties.