O16
Ik knipper even met mijn ogen, maar doe ze al snel weer dicht. Als ik ze een paar minuten later weer open doe staan er twee mannen naast me. Ik lig in een witte kamer, op een normaal, wit bed. Het bos is verdwenen. "Hallo, ik ben dokter Brinkmans, hoe voel je je?" vraagt de linkerman. "Ik... eeh.. Het gaat wel, denk ik." ik voel eigenlijk niet veel. "Louis! Waar is Louis?" ik schrik op en wil mijn bed uitklimmen, maar de dokter drukt me snel weer tegen het bed aan. Als een reflex klap ik hem op zijn arm. "Blijf van me af!" roep ik naar hem. "Je moet even blijven liggen, we moet even kijken of je in orde bent." "Ik voel me hartstikke goed, oké? Hoe gaat het met Louis?" de dokters negeren mijn vraag en onderzoeken wat dingetjes. Als de dokter in mijn keel kijkt kan ik het bijna niet weerstaan mijn mond dicht te klappen om in zijn vinger te bijten. Maar ik houd me sterk. Zonder iets te zeggen lopen de dokters weer weg. Zouden ze hier ook camera's hebben hangen? Gaat het programma sowieso nog wel door? Ik zucht en laat me weer op mijn bed vallen. Op de stoel in de kamer hangen mijn kleren. Even twijfel ik, maar al snel spring ik het bed uit en begin me om te kleden. Als ik alles aan heb loop ik voorzichtig naar de deur. In de gang zie ik helemaal niemand. Snel glip ik de kamer uit en loop richting een servicebalie. Ik loop snel door de gang heen als ik dokter Brinkmans om de hoek zie komen. "Shit" sis ik en ik duik snel de dichtsbijzijnde kamer in de gang binnen. Geen idee op welke afdeling ik zit. Er liggen drie mensen in de kamer, waarvan eentje diep in slaap is. De andere twee, een oude vrouw en een iets jongere man kijken me verbaasd aan. De vrouw zakt snel weer achterover in haar bed, te moe om er verder aandacht aan te besteden, maar de man kijkt me nog steeds nieuwsgierig aan. Ik glimlach even naar hem en sta er maar een beetje ongemakkelijk bij, hopend dat dokter Brinkmans deze kamer niet binnen zou gaan. "Hee, meisje, ben je ergens naar op zoek?" vraagt de man. "Ja... Naar iemand om precies te zijn..." de man knikt even. "Wie dan, als ik vragen mag? Ik loop hier wel is rond, ik ken aardig wat mensen."
"Louis Tomlinson." antwoordt ik.
"Dé Louis Tomlinson?"
"Ja... We deden mee aan een of ander programma waarvan ik de naam eigenlijk niet eens weet. Het maakt ook niet uit, het was in ieder geval niet de bedoeling hier te belanden."
"Wacht... Jij bent Maddie, eeh, Madison?" vraagt hij nu.
"Ja, dat ben ik," antwoord ik. Ik heb geen zin meer in dit gesprek, ik wil alleen maar naar Louis. "Maar weet u waar hij is?" vraag ik dan maar.
"Nee, sorry." ik rol met mijn ogen. Dit gesprek had geen zin. "Mag ik misschien met je op de foto?" vraagt de man plots. "Ik ben een groot fan van jullie programma." ik aarzel even maar knik dan. De man priegelt even wat met zijn mobieltje en na een paar minuten heeft hij eindelijk de camera gevonden. Ik zet mijn liefste glimlach op en de foto wordt gemaakt. De man bedankt me en al snel ben ik de kamer uit. Ik moet weer op zoek naar Louis. Ik krijg een naar voorgevoel. Ze hebben hem niet voor niets ergens anders geplaatst. Ik schuif het gevoel weg en ga naar de servicebalie.
Er zijn nog geen reacties.