Hoofdstuk 1

voor de zoveelste keer zit je kleine broetje je te irriteren. 'hou op!!' roep jij boos. je duwt hem ruw uit de kamer. 'mama!!!!!' hoor je hem roepen. even later komt je moeder je kamer oplopen. 'hij irriteerde me' zeg je zonder dat je moeder iets heeft gezegd. 'schat, daarvoor kom ik niet.' zegt je moeder. je draait je om en kijkt haar vragend aan. 'ik heb met oom john geregeld, met veel moeite, dat je deze vakantie met esther naar londen mag.' van vreugde spring je op. 'Wat?! meen je dit??' roep je ongelovig uit en geeft haar een dikke knuffel. 'mag ik esther bellen?' vraag je. je moeder schud haar hoofd. 'het is al elf uur. vertel het haar morgen op school maar.' je knikt. 'ga maar slapen, weltrusten' je moeder geeft je nog een kus en gaat dan je kamer uit. met de gedachte dat je eindelijk naar londen gaat val je in slaap.
de volgende morgen.
Je wordt wakker van het rotgeluid van je wekker. vermoeid sla je hem uit. het is kwart over zeven. maar metteen denk je weer aan het goede nieuw. 'ik moet het esther vertellen' zeg je in jezelf. snel neem je een warme douche en kleed je je aan. beneden staat je moeder al klaar met je lunch voor school en ontbijt. 'mam, dat kan ik nu echt wel zelf' zegt je. 'maar toch bedankt' je moeder lacht en loopt uit de keuken. snel eet je je boterham op. als je klaar bent haal je de fiets uit de schuur en vertrek je naar school. 'doei mam' je moeder zwaait nog. eenmaal op school ga je metteen naar je kluisje, daar staat esther meestal al te wachten. 'esther!!' roep je als je haar ziet. 'sjattiee!!!' roept ze terug. 'ik heb zo'n goed nieuws!!!' zeg je. 'we mogen deze vakantie naar londen!' blij vliegt esther je om je nek. 'super!! dit wordt echt een te gekke vakantie!' roept ze enthousiast. de bel gaat, het is tijd voor jullie eerste lessuur.
langzaam gaat de saaie schooldag voorbij. de bel voor het eind van de laatse les gaat eindelijk. jij en esther lopen het lokaal uit. 'zullen we gaan shoppen voor londen?' stelt esther voor. je voelt in je tas, gelukkig heb je je pinpas bij je. 'ja, isgoed.' antwoord je. en zo vertrekken jullie de stad in.