(008)
Nadat alles weer wat schoon is loop ik naar boven. Ik laat Allison beneden want ik heb even geen behoeft in haar meningen. Ik klop zachtjes op Rob's deur en open hem zonder dat ik heb gewacht op een antwoord. Hij slaapt zijn roes uit en ligt lekker onder de warme dekens. 'Rob... Rob word eens wakker' ik begrijp nu waarom film makers altijd de afscheid stukjes zo ontzettend emotioneel maken. Niet dat ik nu ga huilen ofzo, maar ik begrijp waarom de zware muziek er altijd onder word gezet en de acteurs alles aan dikken. 'Rob...' dan opent hij zijn ogen en kijkt mij verbaasd aan. 'Raaf...' zegt hij met een schorre stem, 'Hé... eh, sorry van mijn eh' hij probeert het goed te maken maar ik laat hem niet uitpraten. 'Geeft niet, maar zorg ervoor dat je wat minder drinkt oké. Ik ben een tijdje weg... kan zijn dat ik terug kom hoor. Maar je moet proberen geen slaaf te worden van die drank' zijn ogen worden groot 'Raaf, is dit een afscheid ofzo... je praat nooit zoveel, je maakt je nooit zorgen om me, niets kan jou wat schelen' hij ratelt maar door. Ik snap dat hij zo over me denkt want hij spreekt de waarheid, het is waar wat hij zegt. En dit nu ook, het zijn oprechte woorden... al zijn de gevoelens die missen. Het doet me niets, het zijn alleen woorden voor Rob. 'Ach broer, het is tijd dat ik mijn stem ook eens laat horen' ik sta op en probeer te glimlachen... al gaat dit nogal gebrekkig en komt er één of andere grimas uit. Ik zucht en sluit dan zijn slaapkamer deur. Ik kijk Allison recht aan als ik beneden sta 'Ik heb me omgekleed, mijn spullen gepakt... zullen we gaan' Allison knikt. Ze heeft me uitgelegd dat we nog wel in de stad blijven. Maar dat we zullen verblijfen in een hotel. Je raad nooit hoe het hotel heet en wie de eigenaar is. Jawel, Hotel Ravens. Mijn vader heeft niet alleen een bedrijf... een aantal jaar geleden leek het om leuk om een hotel keten te starten. Ik grijp mijn tas goed vast en sluit dan de deur. Wel. Dat was het afscheid dan. 'Geen tranen?' zegt Allison en ik hoor hoe de ironie door haar stem druipt en ik begin te lachen 'Nee lieverd... geen tranen' en hoe opvallend het dan ook niet is. Na dit afscheid weet ik het heel zeker. Alle gevoelens die ik nog wel in me had, zijn nu ook verdwenen en ik ben van plan ze voorgoed af te zweren. Arrogantie is iets wat ik ervoor terug neem. Het hotel dat we naderen is gigantisch, groots en luxe. Ik zal worden ontvangen als een v.i.p. wel ja... sinds kort neem ik niet meer genoegen met minder. Mensen lijken soms een beeld van bepaalde personen te willen. Dan hoor je ze zeggen "Dat meisje is schattig, die jongen is een nérd' enzovoort enzovoort. En ík zal de jongen zijn die arrogant is in hun ogen. Ik loop samen met Allison door de mooie gouden deur die open word gehouden door 2 portieren en zie hoe het personeel een kleine buiging maakt. Heerlijk. Maar ik groet ze niet en laat ze geen enkel teken van dankbaarheid zien. Waarom zou ik immers? Inplaats van dankbaarheid begin ik te klagen 'Noemen ze dát buigen' ik probeer mijn toon extra geirriteerd te laten klinken en kijk ze aan met een blik vol met afkeer. Ik haat dit hotel, ik haat dit spel... ook al weet ik niet wat ik kan verwachten, ik haat alles wat met mijn vader te maken heeft. Ik haat mezelf.
Er zijn nog geen reacties.