2. Dylans huis
De nacht ging in een roes voorbij. Ferdine kwam terug van jagen en terwijl ze haar kikker opat zat ik met het slotje aan haar kooi te kloten, zodat ze mee kon naar Dylans huis. Hij had me het adres gegeven en een foto van het huis. Het was of een groot huis of een kleine villa. Toen ik die ochtend wakker werd gooide ik nog wat spullen in mijn hutkoffer en om één uur 's middags stapten we met zijn drieën in de auto. We reden niet lang, want bij toeval woonde Dylan in Holmes Chapel en Britt woonde ook nog eens in een naburig dorp.
'We zijn er', zijn mijn vader na tien minuutjes rijden. Ik stapte uit de auto en zag precies de echte versie van de foto. Mijn vader haalde mijn hutkoffer uit de kofferbak en met mijn moeder liep ik naar voordeur. Ze belde aan en terwijl we stonden te wachten kwam mijn vader er ook bij staan, samen met mijn hutkoffer. Na een paar seconden ging de deur open en verscheen er een kleine mollige vrouw in de deuropening. Ze had een roze geruit schort aan, met haar bruine haren in een hoge knot en had vriendelijke, zwarte kraaloogjes. 'We komen Annabel afzetten', zei mijn moeder en mijn maag kromp samen; ik moest nog steeds wennen aan die naam. 'O, dus jij bent Annabel?', zei ze met een vriendelijke stem. 'Ze is in goede handen, hoor', zei mevrouw Rosefielt tegen mijn ouders. Ik nam afscheid van mijn ouders en stapte het huis in, met mijn hutkoffer achter me aan slepend. 'O, laat die maar in de hal staan, ik stel je eerst voor aan het gezin', zei ze en ik volgde haar naar de keuken. Toen ik de keuken instapte zag ik meteen dat heel de familie zat te lunchen. Een ronde tafel in het midden stond vol met brood, melk en minstens vijftien soorten beleg. Op de één of andere manier stonden er wel tien stoelen om de tafel, waarvan er acht bezet waren. Ik zag meteen Dylan, die me glimlachend aankeek. Naast Dylan zaten twee meisjes; een tweeling van ongeveer tien jaar. Ze hadden allebei kort blond haar en giechelden toen ze me zagen. Aan de andere kant van Dylan zat een jongen van ongeveer vijftien jaar. Hij was lang en slungelig, had stroblond haar en had wallen onder zijn ogen. Hij keek niet op toen ik binnenkwam. Naast de jongen met stroblond haar zat een jongen van ongeveer zeventien met hetzelfde haar als Dylan maar dan zwart, daarnaast zat een jongen van ongeveer dertien met bruine stekels en daarnaast een jongen van ongeveer eenentwintig. Zijn haar was ongeveer even lang als dat van de tweeling, maar dan bruin en hij droeg boots met een gescheurde jeans met een vuil wit hemd. Daarnaast zat een gedrongen man, die over zijn krant heenkeek zodra ik binnenkwam; dat was overduidelijk meneer Rosefielt. 'Annabel', zei Dylan en hij stond op. Hij omhelsde me. 'Dit zijn Willemijn en Madelijn', zei hij, gebarend naar de kleine tweeling toen hij me los had gelaten. 'En dit is Tim...' -de jongen met stroblond haar van vijftien- '... en David...' -de zeventienjarige met hetzelfde kapsel als Dylan- '...Chris...' -de dertienjarige met stekels- '...Nick...' -de zeventienjarige met lang haar- '...en mijn pa en ma.' Ik knikte. Ik had het begrepen... denk ik.
Er zijn nog geen reacties.