37. De familie Cullen
Emmett wijst mij de auto aan, een volvo. We lopen in stilte naar de auto. Emmett legt mijn tas in de kofferbak terwijl ik instap.
Als Emmett achter het stuur plaats neemt kijkt hij mij schattend aan. "Gaat het?" vraagt hij.
Ik knik, maar eigenlijk maak ik me zorgen. Ik ben bang dat mijn vader alsnog naar Cole zijn familie gaat.
Emmett kijkt mij met een glimlach aan. "Je maakt een grote indruk op mensen." zegt hij met nog steeds een glimlach.
Ik knik, ik kan ook niet anders verwachten nadat ik alles verteld heb.
"Maar." zeg ik dan, het dringt tot mij door dat ik wel een goede indruk moet maken op dokter Cullen en zijn familie. "Jij bent dus een zoon van dokter Cullen?" vraag ik.
Emmett kijkt mij met een glimlach aan. "Adoptie zoon." zegt hij dan.
Ik kijk Emmett verbaasd aan. "Oké. Maar vindt jou'n familie het echt goed dat ik kom?"zeg ik, van onderwerp veranderend want ik weet niet of het een gevoelig onderwerp is.
"Natuurlijk, we helpen je graag." zegt Emmett met een glimlach.
"Maar vindt de vrouw van dokter Cullen het ook goed?" vraag ik, want ik weet dat zij waarschijnlijk sneller aan haar familie denkt.
"Ze is blij dat ze je kan helpen." zegt hij nog steeds met een glimlach.
"Maar ik wil niet dat mijn vader jullie iets aandoet. En je doet er wel zo luchtig over, maar voor drie personen is hij echt niet bang. Als hij ook niet bang is voor Summer, Zach, Cole en Missy." zeg ik gespannen, want ik ben bang dat ik nu een andere familie in gevaar breng.
"Piper. Rustig. We zijn niet met ons drieën. Let jij wel eens op op school?" zegt hij met een vragende blik.
Ik knik beduusd. Niet wetend waar ik op zou moeten letten.
"Zie jij mij wel eens op school rondlopen?" vraagt hij weer met een vragende blik.
Weer knik ik beduusd.
"Weet jij ook met wie ik om ga?" vraagt hij nu iets dringender, alsof ik het zou moeten weten.
"Nee, sorry. Ik let niet heel erg op jou. Ik ben op school bezig met schoolwerk en met mijn eigen vrienden. Ik ga niet nog op anderen letten." zeg ik op verdedigende toon. In mijn hoofd voeg ik er aan toe dat ik ook op Embry let, maar dat hoeft hij niet te weten.
Emmett kijkt mij verbaasd aan. "Dus jij hebt nooit gezien met wie ik om ga?" vraagt hij verbaasd.
Direct schiet ik weer in de verdediging. "Misschien heb ik wel eens gezien met wie je omgaat. Maar ik heb het niet opgeslagen. Ik heb wel andere dingen aan mijn hoofd." zeg ik waarna ik uit het raam kijk.
Het was niet mijn bedoeling om direct ruzie te gaan maken. Maar ik vind ook niet dat iemand die ik net ken dingen van mij kan verwachten. Verder wil ik ook niet vertellen wat er allemaal aan de hand is. Dus kan ik beter mijn mond maar houden.
In de weerspiegeling van het raam zie ik dat Emmett mij geschokt aankijkt. Ik weet niet waarom hij geschokt is, misschien om mijn reactie, misschien om dat ik me niet kan herinneren met wie hij omgaat.
"Sorry. Ik had niet moeten verwachten dat iedereen ons kent." zegt hij met spijt in zijn stem. Misschien omdat hij spijt heeft van hoe het gesprek verliep.
"Oké. Ik had ook niet zo heftig moeten reageren." zeg ik dan toegevend. Want ik wil niet dat we nog steeds boos op elkaar zijn als we bij dokter Cullen aankomen.
"Maar mijn familie bestaat uit een aardig grote groep. En die zul je zo wel zien. We zijn er bijna." zegt Emmett.
Ik kijk hem verbaasd aan. Maar dan kijk ik weer naar voren. Er verschijnt een groot wit huis.
Emmett rijdt de garage in, waar het licht is en nog meer dure auto's staan. Ik kijk verbaasd naar de auto's. Ik snap niet hoe iemand al die auto's kan betalen. Maar ik wil een goede indruk maken dus ik zet een glimlach op mijn gezicht en stap dan de auto uit.
Emmett pakt mijn tas uit de auto, voor ik dat kan doen en loopt dan naar een andere deur. Ik volg hem maar, niet wetend waar we nou eigenlijk heen gaan.
We komen uit bij een mooie grote keuken. Er staan verschillende mensen in de keuken. Maar ik herken ze geen van allen.
Een vrouw met bruin haar draait zich om. Ze kijkt mij met een glimlach aan. "Hoi Emmett. Ik zie dat je onze gast hebt gevonden." zegt ze met nog steeds de glimlach op haar gezicht. Dan komt ze met open armen naar mij toe. Ze geeft mij een knuffel. "Ik ben Esme. Jij moet Piper zijn." zegt ze als ze mij los heeft gelaten.
Ook de anderen hebben zich omgedraaid als ik weer naar hun kijk. En er komt er een op mij aflopen.
Een klein tenger meisje komt op mij aflopen. Ze ziet er net als Emmett en Esme bleek uit, maart zij heeft een soort gloed over haar heen. Ook zij komt net als Esme met open armen naar mij toe. En ook zij geeft mij een knuffel. Als ze mij loslaat begint ze met praten. "Hoi. Ik ben Renesmee. En ik ken iemand die jou ook kent." zegt ze met een geheimzinnige glimlach op haar gezicht.
Reageer (4)
Haha Embry!!!!! (of ben ik dom....?)
1 decennium geledenOMG ik begon gister met het lezen van je verhaal.
1 decennium geledenHet is zo leuk, ik neem abbo
leuk!!!!
1 decennium geledensnel verder!!!!
xxx
oooo spannend wie kent Renesmee??? ik heb zo mijn vermoedens maar ik ga natuurlijk niks zeggen en wacht rustig af snel verder! xxx
1 decennium geleden