010
Ik haalde diep adem en kneep in mijn neusbrug om een opkomende hoofdpijn te voorkomen. Dit was gewoon mijn fantasie, gewoon mijn fantasie. Ik herhaalde het als een soort mantra en ik wilde er zo graag in geloven, maar mijn hart zei iets anders. Mijn brein en hart waren twee verschillende dingen en ik wist niet in welke ik moest geloven. Ik zuchtte.
Ik knielde op de grond en pakte voorzichtig alle glasscherven. Ik pakte alleen de grote, de kleine zou ik wel met de bezem doen.
Hoe zou ik dat eigenlijk aan mijn vader uitleggen? Ik moest snel met een smoes komen, want hij zou me natuurlijk niet geloven als ik zei dat ik een soort van geest had gezien in de spiegel. Hij zou me alleen uitlachen, oke misschien dat niet, maar hij zou het ook niet ter harte nemen.
Ik sneed me in mijn handpalm, ik vloekte. Ik zocht met mijn ogen naar een soort van pleister of verband. Ik vond wat verband wikkelde het rond mijn hand. Ik vond een schaar in een la en knipte de overtollige verband eraf. ik maakte er snel een knoop erin, ik staarde ernaar. Dit alles was echt gebeurd, ik kon het nog steeds niet geloven.
Was ik gek aan het worden? Nee, ik was niet gek of gestoord. Ik was een normaal meisje van zestien die gewoon naar school ging en dol was op piano spelen. Ik was niet gek, helemaal niet gek. Dat was gewoon mijn verbeelding, mijn rare fantasie.
Ik knikte tegen mezelf. Ik liep de badkamer uit met de glasscherven in mijn handen, heel voorzichtig liep ik naar de afvalbak. Ik kieperde het leeg in de afvalbak. Ik pakte snel een bezem en wilde naar de badkamer lopen, tot iets mijn aandacht trok. Ik liep langzaam naar de raam en opende het. Ik tuurde door mijn wimpers en wachtte tot ik het weer zag. Ik had echt een schaduw gezien, alsof iemand naar mij staarde.
'Hallo?' Alsof iemand antwoord zou geven. Ik lachte zachtjes. Ik wilde me meer omdraaien toen ik een weer een verschijning zag. Ik kon alleen de omtrekken zien, het kon van alles zijn. Maar iets in me zei dat het een mens was, het stond rechtop. Het bewoog helemaal niet, net als een standbeeld.
Ik pakte een jasje en deed het aan, zocht snel naar mijn sleutels met mijn ogen en vond ze toen op de aanrecht. Ik pakte ze snel en propte ze in mijn zak. Ik klopte op mijn broekzak waar mijn telefoon zat. Je wist maar nooit.
Ik liep naar buiten, ik wist niet eens waarom ik dat deed. Een gevoel binnenin me zei dat ik naar buiten moest, dus dat deed ik. Ik haalde diep adem en liep de grote onbekende in.
Reageer (5)
Snel verder!!
1 decennium geledenSNEL VERDER!!!
1 decennium geleden@ SuperrLouis: grrr... ik woon dus naast de kermis (als die er is) en aan dat deuntje heb ik echt een trauma opgelopen geloof ik....
1 decennium geledenI'M FLYING HIIIIIIIGH
1 decennium geledenIK WIL OOK VLIEGEN (MET EEN HOT IEMAND)
1 decennium geleden