9.
Ik zat met een sacherijnig hoofd aan de tafel van zwadderig toen hij naast me kwam zitten. Ik schonk hem een vernietigende blik. “Wil je me wat zeggen schoonheid?” vroeg hij. Ik draaide mijn hoofd weg en pakte mijn glas melk weer op. Terwijl ik dat deed legde Malfidus een arm om mijn middel. Ik schrok me de ik weet niet wat en nog voor ik hem een klap in zijn gezicht kon geven pakte hij met zijn vrije arm mijn hand vast. “Je moet het maar zeggen als je het vervelend vind.” Zabini die tegenover me plats had genomen begon te grinniken. Dat was de druppel in een vloeiende beweging gooide ik mijn glas melk over hem heen en kneep ik heel hard in zijn hand, waardoor hij snel losliet. Ik stond op en liep weg. In de hal zag ik Aliene aan komen lopen. Ze zou zoals gewoonlijk te laat komen voor het eerst uur als ze nu nog moest ontbijten. We stopte even voor elkaar. Ze gebaarde nogal raar dat ze ging eten. Ik kon haar maag op dat moment horen knorren. Ik wilde mijn boeken gaan halen, mar ik werd mee getrokken. In de grote zaal viel de doorweekte Malfidus meteen op. Aliene keek me vragend aan , waarop ik schijnheilig mijn schouders op haalde. Snel duwde Aline me aan de tafel van Griffoendoor, wat me veel rare blikken op leverde. Uitdagend keek ik terug, en merkte dat ze allemaal niet zo dapper waren als ze moesten zijn. Er werd een papiertje onder mijn neus geschoven. Langzaam begon ik het verhaal van wat er net gebeurt was op te schrijven. Aline las het snel door terwijl haar hoof langzaam de normale kleur kreeg als ze het over Zabini of Malfidus had. Dar was uiteraard rood. Snel krabbelde ze er wat onder: ‘Ik ga hem zo hard vervloek dat je het verschil niet meer kent tussen zijn kop en zijn kont.’ Ze had de aandacht van de hele zaal toen ze zo luidruchtig haar stoel naar achter schoof dat ik bang was dat mijn trommelvliezen het zouden begeven. Stampvoetend liep ze op Malfidus af, die haar arrogant aan keek. Aline trok haar toverstok, en gaf een zwiepje. In eerste instantie gebeurde er helemaal niets maar toen verzamelde er zich een paar regen wolkjes boven de hoofden van Zabini en Malfidus. Ik keek verrukt toe hoe Malfidus in een klap nog natter werd. Ik keek weer naar het briefje en schreef er onder: ‘Kun jij het verschil nu dan al zien?’
Er zijn nog geen reacties.