Van midnacht tot dageraad
En voor de genen die hebben gezien dat ik een stuk heb gebruikt uit een Merlin afleverin; gefeliciteerd
Als vanzelf opent de deur. Wanneer Elenora Merlin ziet, is het al te laat. Met een harde klap belandt zij op de grond en hij bovenop haar.
'Wat doe jij hier?', sist Elenora. Ergens begint een woede op te borrelen tegenover hem. Dat is niet wat zij wilt, zij wilt hem aardig vinden. Ook al maakt hij zichzelf nu onmogelijk, hij heeft geen kwade bedoelingen, dat voelt zij.
Merlin krabbelt overeind. Verbaast kijkt hij naar het meisje wat op de grond ligt. In het echt lijkt zij veel onschuldiger. De droombeelden worden steeds onwerkelijker. Zelfs de mantel ontbreekt.
'Problemen met slapen?', vraagt Merlin snel.
'Uit bed vanwege Arthurs hongerige maag?', stelt Elenora als wedervraag.
Merlin lacht. Allesbehalve dat. Stel dat Arthur hiervan hoort, zou hij ontploffen. Zomaar een dame besluipen in haar slaap vanwege een nachtmerrie kan echt niet. Voor alsnog blijft de vraag wat Elenora uit bed doet rond deze tijd.
'Ja, behoorlijk', geeft zij uiteindelijk als antwoord. 'Ik kom er maar niet vanaf. Het achtervolgt mij totdat de zon opkomt en alles weer zijn ware kleur aanneemt'
'En daarom sluip jij rond door het kasteel?', wilt Merlin weten. Elenora grinnikt. Sluipen kun je het moeilijk noemen.
'Het is meer dat het zo geweldig is, in de stilte geniet ik meer van het kasteel. Het laat op de een of andere manier alleen dan zijn eigen klanken horen', legt zij uit. 'Kun jij mij omhoog helpen?', vraagt de keukenhulp licht verward.
'Natuurlijk'
Dat doet hij. Samen wandelen zij door de gangen. De stilte omhelst hen. Terwijl Merlin met argwaan naar haar kijkt speelt bij Elenora juist het vertrouwen op. Beide voelen zich het veiligst gehuld in hun geheimen.
'Ik zal maar niet vragen wat jij voor mijn deur deed', fluistert Elenora lacherig.
Het verbaast Merlin. Als er opeens een vreemde voor zijn deur stond dan wil hij wel weten wat er aan de hand is.
Dwalende gedachten maken dat hij van de trap valt. Elenora, die op hem steunde, komt er achteraan. Zij belandt boven op Merlin, en heel even kruizen de lippen elkaar. In een flist verschijnt het beeld van een jonge dame.
Het meisje schrikt van het plostelinge beeld wat door haar gedachtes spookt en gilt het, zonder bij de gevolgen stil te staan, uit; 'Wie was dat meisje!'.
Nog erger geschrokken kijkt Merlin haar aan. Zij kan niet gezien hebben wat hij gezien heeft. Dat is onmogelijk. Al helemaal als zij degene in zijn gedachten niet herkent. Vreemd.
'Zag jij haar?', vraagt hij.
'Natuurlijk zag ik haar anders zou ik dat toch niet vragen', schreeuwt zij nukkig. Pas na enkele seconden beseft zij waar zij mee bezig is. Het is niet vanzelfsprekend dat zij het meisje uit zijn gedachten heeft gezien. Met dit gedrag bezorgt zij zichzelf mogelijk grote problemen.
'Wie zag ik?', fluistert Elenora stilletjes om hem te verwarren.
'Ohnee', protesteert Merlin die haar plan doorheeft. Hij staat op zodat hij zich groot kan maken en weg kan lopen. 'Daar trap ik dus echt niet in. Jij had het over een meisje, jij begon, ik niet!'
'Nee', piept Elenora paniekerig. Hij moet het vergeten, het moet, het moet! Straks verlinkt hij haar bij de koning. Als hij het nu vergeet zal zij voortaan beter opletten, dat zweert ze.
'Ssst, je maakt iedereen wakker! Jij vertelt mij wat er aan de hand is, waarom ik dit soort dingen zie, dan vertel ik niks', belooft Merlin.
Elenora bijt op haar lip. Dat is het probleem, waarom die beelden zich aan haar tonen is onbekend.
'Ik weet het niet', mompelt zij beschaamd.
Bang voor meer geschreeuw kruipt zij tegen de trap aan. Haar ogen kijken hem aan en hij ziet het verdriet wat in de wateren van haar tranen speelt.
'Goed, voor deze ene keer laat ik je daarmee wegkomen', besluit Merlin. Hij kan het gewoon niet aanzien en geloven. Misschien zit er een monster in haar, eentje waarvoor zij zich schaamt en die zij moet onderdrukken. Maar zij is niet slecht.
'Zullen we dan naar de zonsopkomt kijken op het balkon. Volgens mij is het oogverblindend', oppert zij met een kleine stem.
Merlin stemt in en brengt haar naar het dichtsbijzijnde balkon. Met de benen over de rand zitten zij daar naast elkaar.
'Wat heb jij gehoord van dat gesprek tussen mij en Josh?', vraagt Elenora opeens.
'Niks'
Zij kijkt hem streng aan totdat hij toegeeft.
'Ik hoorde jou spreken over de koning'
'Uhm', Elenora denkt na. 'Vindt jij hem aardig? Als dienaar van de prins moet jij hem wel een beetje kennen'
Merlin lacht.
'Uther is een prima vent', meent hij. Hij houdt zich in over alle bezwaren die hij heeft. Uther is uiteindelijk de reden waarom hij zichzelf moet verstoppen.
'Dat zeg je alleen maar omdat hij anders jouw hoofd eraf hakt', grapt Elenora.
'Nee, nee, ik meen het!', zegt Merlin serieus.
De opkomende zon maakt alle beloftes waar. Zo boven de boomtoppen begint hij met het ontdooien van de wereld. Vogels worden wakker uit hun winterse slaap en de dag bloeit op alsof het net lente is.
Het leven zit vol magie. Dat valt niet te ontkennen en evenmin te verbieden.
Reageer (4)
it!
1 decennium geledenMooi!
1 decennium geledenSnel verder!