Foto bij Hoofdstuk 5 || Daya

Terwijl ik het meisje meesleurde naar de haven probeerde ik zo snel mogelijk te rennen. Ik was laat. Ik moest het meisje nog bij de Empress brengen en aan Hector geven, dan moest hij de foto aan mij geven en kon ik weer terug mijn schip op. De Intrepid zou vannacht weer de haven uitvaren en als ik te laat was… ze zouden zo zonder mij kunnen vertrekken. Toen we eindelijk bij de haven uitkwamen liep ik over de steiger naar de Empress, terwijl ik het meisje nog steeds achter me aan sleurde. Ik liet haar op de steiger liggen terwijl ik via een trapladder het schip betrad. “Psst! Hector!” fluisterde ik. Ik hoorde iemand lopen in de achterkamer van het schip en Hector kwam de trap oplopen. “Daya.” “Hector! Hier is de dochter van de gouverneur. Geef me nu die foto, mijn schip gaat zo vertrekken en anders ben ik te laat.” Hector klom achter mij aan het schip af en tilde het meisje op en sloeg haar over zijn schouder. “Goed werk, Daya. Hier heb je je stomme foto.” Mompelde hij en hij gooide een stuk papier naar me toe. Verwachtingsvol vouwde ik het open en ik zag een foto van een medaillon, met een klein kompasje in het midden. De foto was zwartwit, maar ik kon al raden dat de ketting die er omheen zat van echt goud was. Tevreden vouwde ik het stuk perkament weer op en stak het in mijn kontzak. Dit bracht me steeds dichter bij mijn vader. Ik rende de steigers over op zoek naar de Intrepid, waarop er al werk aan de gang was. De bemanning was de zeilen aan het strakhijsen en de kapitein schreeuwde de eisen over het dek. “ZEILEN STRAK, VLAG OMHOOG! WE GAAN VAREN!” Ik zag dat het schip al weg aan het varen was, en ik begon te rennen. Als ik nog mee wilde, moest ik heel snel zijn en vanaf de steiger op het schip springen. Ik sprintte zo snel ik kon over de steigers en was net op tijd op het schip gesprongen. “Daya! Leuk dat je er ook bent!” riep Willem, een smerige oude piraat die me grijnzend aankeek. Een zwarte tand was duidelijk zichtbaar en hij raakte met zijn hand mijn kont aan. Razendsnel trok ik mijn dolk tevoorschijn en hield hem tegen zijn keel. “Afblijven, schoft.” Siste ik en ik duwde de dolk een klein beetje in, zodat er een klein, rood streepje bloed zichtbaar was. Willem slikte en ik zag andere piraten lachen. “Het is een felle hoor, Willem!” lachte James en hij klopte hem op zijn schouder. Ik stopte mijn dolk weer terug in mijn riem en liep naar het vooronder, waar ik mijn hangmat opzocht. Ik was wel toe aan wat slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen