1. I don't believe in that famous Twilight-zone of hers.
ONE
‘Salade voor tafel vijf. En wil je alsjeblieft een beetje opschieten, Emma?’. Mijn moeder liep gehaast door het restaurantje. Groot was het niet, maar wel druk.
‘Altijd maar die haast. Ik kan het niet meer bijhouden. Waar moest die salade nou heen, Chuck?’, vroeg ik aan de kok. Hij stak vijf vingers op en gooide iets van de koekenpan op een bord. Ik knikte. Zo ging het nou altijd. Chuck was te druk om mee te praten, mijn moeder te ongeïnteresseerd én te druk. Dat schoot natuurlijk niet op. Het restaurant was ons leven; we hadden niet veel geld, maar wát we hadden, ging in het restaurant. Het was altijd mijn moeders droom geweest om cateraar te worden, maar het restaurant was er gewoon bijgekomen. Het was geen deel van de planning geweest, gewoon een leuk dingetje voor erbij. Dacht ze. Ze had nooit kunnen weten dat het zo druk was. De telefoon rinkelde.
‘Goedenavond, U spreekt met Emma van restaurant en cateraar Montreal, wat kan ik voor U doen?’.
‘Emma’, lachte Manon. ‘Je hoeft heus niet zo raar te praten hoor, ik ben het’.
‘Oh, hoi Manon. Vind je het goed als ik je straks terugbel? Het is erg druk’.
‘Geen probleem. Maar wel doen, ik heb behoefte aan roddels’.
‘Ja ja. Mijn moeder draait door, ik moet gaan. Spreek je straks’. Ik griste nog net op tijd een fooi van een tafel voordat er alweer andere mensen wilden gaan zitten. Het ging altijd zo op vrijdagavond; mensen stonden in de rij voor plekjes. De bar zat vol, alles zat vol.
‘Pasta is klaar!’, schreeuwde Chuck door het keukentje. Ik pakte het van hem aan.
‘Tafel elf’, mompelde hij, niet opkijkend van zijn werk.
‘Dank U wel meneer, fijne avond verder!’. Ik zwaaide met het laatste greintje gespeeld enthousiasme de laatste klant uit en sloot de deur. Mijn moeder en Chuck zaten aan de bar terwijl Danny – de barman – drinken in schonk.
‘Water, neem ik aan?’, vroeg hij aan mij. Ik ging knikkend zitten.
‘Wanneer hebben we nou eindelijk eens vakantie?’, vroeg ik aan mijn moeder.
‘Je weet best dat het niet gaat, schat. Het is te druk. Hoogseizoen, en ik kan het geld goed gebruiken. Ik kan onmogelijk nu de zaak sluiten voor een week of twee. Tenzij jij een betaalde vakantie kan aanbieden’.
Ik dronk mijn glas leeg, liep naar de telefoon en toetste het nummer van Manon in.
‘Dat duurde lang!’, gilde ze.
Ik zuchtte hoorbaar.
‘Je hebt wel gelijk, jullie zijn écht toe aan vakantie’, lachte ze.
‘Maar daar is geen geld voor’.
‘Ik weet het. Ik weet het. Zal ik naar je toe komen?’
‘Ja, leuk. Heeft het ook een reden?’
‘Niet echt, maar ik heb geen zin om thuis te slapen, en ik breng een film mee’.
‘Welke film?’
‘Twilight’.
‘Oh nee, niet jij ook al’, zuchtte ik. Sinds Twilight uit was, ging ineens iedereen de film kijken, de boeken lezen en praten over Robert Pattinson. Ik geloofde er niet in – hoe kon iemand zou zó geobsedeerd zijn door een verhaal en zijn personages? Het was allemaal overdreven gedoe, in mijn ogen.
‘Ja, sorry. Billy, je weet wel, die vriend van mijn moeder, heeft me overgehaald om Twilight te lezen. Zijn dochter was ook helemaal weg van de boeken. Ik las het en.. nou – ik weet niet wát er met me gebeurde, maar er gebeurde iets. Ik had ineens overal kippenvel en de zenuwen zaten in mijn keel. Ik wilde de film zo graag zien. Maar niet alleen. Dus als we hem nou samen kijken?’. Haar stem klonk hoopvol.
Ik zuchtte. ‘Nou, goed. Over een halfuurtje heb ik mijn kamer opgeruimd, zie ik je dan?’.
‘Je bent een schat! Tot straks!’, gilde ze, toen gooide ze de hoorn erop.
Reageer (6)
leuuk!
1 decennium geleden