O13
Het kwartiertje dat we hadden is al bijna voorbij. Katie wenkt me even, ze zit samen met Roger langs de kant van het meer. Ik zwem naar ze toe en vraag wat er is. Roger begint: "Luister... Ik eeh... Toen jij weg was..." hij kijkt even naar Katie, zij gaat verder: "Roger en ik... We..."
"Nee!" schreeuw ik ongelovig. "Hebben jullie met elkaar?" vraag ik dan. "Ik.. We.. Eeh.. Ja." zegt Roger. "Dat meen je niet? Gewoon achter mijn rug om? En dan zeggen jullie het op het laatste moment, want ja, dan heb je nog even een leuk kwartiertje met je vriendin. We houden haar gewoon lekker voor de gek!" ik ben zo woest. Ten eerste al om het feit dat mijn vriendje vreemdgaat met mijn beste vriendin, maar ze hielden het ook gewoon geheim voor mij. Tot nu dan. "Rot alsjeblieft op." zeg ik dan. Zo rustig dat het voor Katie en Roger vast heel angstaanjagend heeft geklonken, ze hebben er kippenvel van gekregen. Maar ze blijven zitten. "Maddie, alsjeblieft..." zegt Katie. "Het is verdomme Madison voor jou! Ga alsjeblieft weg uit mijn leven, oké?" schreeuw ik nu naar haar. "En jij ook Roger. Rot allebei een eind op!" ik klim op het land en ren weg, het bos in. Ik wil even niemand zien nu. In de verte hoor ik een auto. Ze komen mijn "vrienden" weer ophalen. Dan bedenk ik me dat ik nog geen afscheid heb genomen van de andere jongens en ren snel weer terug, ik negeer Roger en Katie volkomen en geef Harry, Niall, Zayn en Liam een knuffel. "Ik hoop dat ik jullie snel weer zie." zeg ik met een glimlach, die momenteel zo nep is als het maar kan. Iedereen stapt in de auto en ik draai me snel om. Ik wil mijn ex-vrienden niet meer zien. Ik ga tegen de boomstam bij het kampvuur aan zitten en leg mijn hoofd tussen mijn knieën. Nee, nee, ik wil niet huilen. Dat zijn ze niet waard. Toch stromen er tranen geluidloos over mijn wangen. Louis gaat naast me zitten. Ik verberg mijn gezicht wat dieper. Hij mag me niet zien huilen. Ik voel dat hij naar me kijkt. Dan slaat hij een arm om me heen. Hij wrijft zacht over mijn rug. Het troost me. Dan stort ik in. Ik wil het niet, ik kom nu zo verschrikkelijk zwak over. Louis slaat nu ook zijn andere arm om me heen en duwt mijn hoofd zachtjes tegen zijn borst aan. Hij fluistert wat troostende woorden in mijn oor. Zou hij weten wat er is gebeurd? Alsof hij mijn gedachtes kan lezen zegt hij nu. "Is het waar? Wat ik dacht? Ik zag hoe die Roger en Katie soms naar elkaar keken... Hebben ze...?" Ik knik even. Louis scheldt hem uit. Dat had ik niet echt verwacht. Het maakt me blij en ik scheld ook even lekker op hem. Dat lucht op. Dan sta ik op, veeg de tranen weg en zeg: "Als we ooit weer thuis willen komen zullen we toch echt een manier moeten vinden aan de overkant te komen."
Er zijn nog geen reacties.