32. Het laatste feestmaal
'...en toen gooide ze dat vage poeder in zijn gezicht en werd hij weer normaal', ratelde Dylan. We zaten in Perkamentus' kantoor, een grote ronde ruimte vol met tafels met vreemde instrumenten en boekenkasten vol met boeken in vreemde talen. Dylan, Britt en ik zaten in drie stoelen bij Perkamentus' bureau, met Perkamentus zelf daarachter. Terwijl we vertelden zei hij helemaal niks. 'En toen zijn we dus met zijn vieren het doolhof uitgelopen en gaan slapen', maakte ik het hele verhaal af. Perkamentus knikte. 'Laten we nu Samuel maar binnenlaten', zei hij en hij wees met zijn toverstok op de deur, die openging. Samuel had de hele tijd buitengestaan en mocht niet binnenkomen terwijl wij ons verhaal vertelden. Samuel stapte wat nerveus in zijn nieuwe kleren het kantoor binnen. Professor Anderling had, zodra we verteld hadden wat er gebeurd was, een uil naar Zweinsveld gestuurd, waarin stond dat we wat jongenskleren nodig hadden. Samuel stapte rillend en trillend naar Perkamentus' bureau. 'Jullie kunnen gaan', zei Perkamentus tegen ons, met een dringende ondertoon in zijn stem. We stonden alle drie op en zodra de deur achter ons gesloten was begonnen we alle drie tegelijk te praten.
De komende nacht lag ik alleen maar te piekeren, niet over de examenuitslagen, zoals de andere leerlingen, maar over Samuel. Zou hij op school blijven, zouden ze hem Zweinstein uitschoppen, zouden ze hem terugsturen naar de kerker... Niemand wist het antwoord.
De volgende dag werd ik wakker met een hol gevoel in mijn maag. Dit was mijn laatste complete dag op Zweinstein. De volgende ochtend zou om elf uur 's ochtends de trein vertrekken. Ik stond op en ontbijtte, lunchte en deed alsof alles oké was, maar ik maakte me nog steeds zorgen over Samuel, en aan Dylan en Britt te zien, gold hetzelfde voor hen.
Ik gooide vlug de laatste dingen in mijn hutkoffer, deed hem dicht en zette mijn hoed op. 'Laten we gaan', zei Britt. Ik knikte en stapte achter haar aan naar de Grote Zaal voor het laatste feestmaal. Dylan wachtte ons op in de leerlingenkamer. Met zijn drieën stapten we de gang op en liepen we naar de Zaal. Op de gang lopend, pakte Dylan mijn hand vast. Ik bloosde.
We zaten, dronken, lachten, praatten en hadden plezier. Het feestmaal bracht mijn gedachten af van Samuel en ik deed net zo vrolijk mee als ieder ander. We hadden vandaag onze examens teruggehad en iedereen in het eerste jaar ging over naar het tweede jaar. Ik propte net het laatste stukje pompoentaart naar binnen, toen professor Perkamentus opstond en de restjes van de borden verdwenen. 'Nu jullie allemaal gedronken en gegeten hebben, is het tijd voor de bekendmakeing van de winnaar van de Afdelingsbeker en de Zwerkbalbeker', zei hij. 'Eerst de Zwerkbalbeker. Die is gewonnen door een sterk en krachtig team, dat koste wat het kost wou winnen. En dat hebben ze ook gedaan. Dus gefeliciteerd, Griffoendor.' Een orkaan van geluid barste los aan onze tafel en ik gilde en klapte net zo hard mee als de rest. Toen we allemaal weer wat rustiger waren vervolgde Perkamentus: 'En de Afdelingsbeker is gewonnen door precies dezelfde afdeling.' Een tweede orkaan van geluid aan dezelfde tafel, maar dan twee keer zo hard. Dylan gaf me een kus op mijn wang en ik bloosde opnieuw.
Reageer (1)
en hoe zit het nou met Samuel??
1 decennium geledenikke wil het weten
jeej nu komt jaar twee
snel veder