Phantom Traveler
‘En we zijn hier omdat…?’. ‘Omdat een oude vriend van ons gebeld heeft met het idee dat hier ergens een demon rondzwerft’, beantwoorde Sam mijn vraag terwijl hij onderzoekend naar de mensen met koffers keek. Ik rolde mijn ogen. Moesten ze nou echt met elke demon te maken krijgen? Heel misschien had die ‘vriend’ van hun wel helemaal niet gelijk. Yep, ik was nu zo ongeveer wel gewend aan al die demonen. Ook al had ik alleen nog maar een ‘Wendigo’ en een griezelig meerjoch gezien….. Ik bedoel, na deze wezens zou het toch niet nog erger kunnen worden? Ik zou er op een gegeven moment vast niet eens meer van opkijken. Nu ik erover nadacht, ik moest eigenlijk nog steeds aan de broers vragen of zij ook dat rare meerjoch gezien hadden… Wie het dan ook maar precies mocht zijn, het had me wel mooi uit dat ijskoude water geholpen. Mijn gedachten gingen weer naar het moment dat we in het motel waren en ik erachter kwam dat mijn mobiel dood was gegaan door al dat water. Het meest frustrerende was dat ik Jake nu met geen mogelijkheid kon bereiken omdat ik natuurlijk nog lang niet zijn nummer uit mijn hoofd wist. Toen ik daar eenmaal over begon, realiseerde ik me pas dat ik nog helemaal niet aan mijn vader had gedacht. Met schuldgevoelens dat ik niet eerder op het idee was gekomen om mijn vader te bellen had ik zo snel mogelijk een telefoon zien te bemachtigen. Ik had hem meteen geprobeerd te bellen en ik raakte steeds maar meer en meer gefrustreerd naarmate de telefoon overging en er maar steeds niemand opnam. Ik had alleen maar naar een lange pieptoon staan luisteren en op een gegeven moment met tranen in mijn ogen de hoorn weer opgelegd. Het werd er niet beter op toen ik Will nog probeerde te bellen maar niet eens de pieptoon hoorde en alleen maar een lange toon die niet meer stopte. Die toon galmde maar door mijn hoofd heen en op dat moment dacht ik na over dat er misschien wel iets ergs gebeurd was met mijn vader of Will of misschien zelfs wel Jake… Wat ik niet door had gehad was dat Sam achter me had gestaan en uiteindelijk pakte hij me bij de hand en nam me stilletjes weer mee naar de hotelkamer. Eenmaal daar werd ik op bed gezet en vertelde ik stilletjes het hele verhaal. Na één blik naar elkaar toe geworpen te hebben zeiden de Winchesters meteen dat ik met hun mee kon reizen. Ik had gewoon maar geknikt en zelfs weer eens een keer een glimlach op mijn gezicht gekregen sinds een lange tijd. Maar nu stond ik hier dus met de broers tussen al die mensen en op zoek naar een demon. Sam maakte zijn weg door de mensen naar de overkant en praatte vervolgens met een man die daar kranten stond te verkopen. Geïrriteerd keek ik naar de lopende band met koffers erop en liet vervolgens even mijn blik op Dean vallen. Zelf had Dean een haast emotieloos gezicht en toch leek hij op een of andere manier net zo geïrriteerd als ik. Nu ik erover nadacht, hij had de hele weg naar het vliegveld nog geen enkel woord gezegd. Ik keek op toen ik Sam naar ons toe zag komen met een krant in zijn handen en een uitdrukking op zijn gezicht die ik niet goed kon beschrijven.
Dean’s P.O.V
….‘Dean…. Dean!’… Dean schrok op uit zijn gedachten toen hij bij zijn ene schouder geschud werd en keek recht in de serieuze blik van zijn jongere broer. Meteen kuchte Dean even, bromde wat en ging weer naar relaxte, zorgeloze houding die hij altijd al droeg. ‘Wat Sam?’, vroeg hij zijn blik op hem vallend maar hij klonk met zijn stem laag klinkend niet erg geïnteresseerd in wat zijn broer te vertellen had. Hij wierp even zijn blik op de lopende band waar hij zich meteen licht nerveus van af wende. Sam trok even één wenkbrauw omhoog op maar richtte zich daarna weer op de krant die hij in zijn handen had. Uiteindelijk leek hij het artikel waar hij naar op zoek was gevonden te hebben. ‘Hier staat dat in de afgelopen weken al 3 keer een probleem is geweest met een aantal vluchten’, mompelde Sam. ‘De piloten verloren de macht over het vliegtuig maar konden nog net voorkomen dat het vliegtuig neerstortte’ vervolgde hij en hij fronste even. ‘ Ze zijn nu nog steeds op zoek naar de oorzaak maar nergens is enig spoor te vinden’ fluisterde hij en hij keek bedenkelijk op. Dean was duidelijk onder de indruk van het artikel en verstijfde even toen hij het woord ‘neerstortte’ hoorde maar hij herstelde zich net voordat Sam zich weer op hem richtte. ‘Die vriend van onze vader belde je toch omdat hij dacht dat misschien een demon of iets anders die problemen van die vluchten veroorzaakte?’. Dean gromde wat en knikte kort. ‘Nu denk ik dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben’, ging Sam enthousiast verder. Voor Dean iets kon inbrengen onderbrak Sam hem al weer. ‘Ik ga de tickets halen voor de vlucht Singapore want daar zijn 2 van de 3 problemen geweest’, ratelde Sam door en hij liet even zijn blik op Mia rusten. ‘Blijf jij bij Mia’, en daarmee draaide hij zich om en verdween in de stroom van mensen. Dean wou hem nog roepen maar hij weerhield zich daarvan. Met geen mogelijkheid kon hij dit zijn broer vertellen vooral omdat Mia erbij was. Hij keek opzij om haar bij een informatiebord te zien staan. Het viel hem op dat ook zij totaal niet op haar gemak leek en hij zag haar onrustig om haar heen kijken. Ze zou toch niet… Hij wende zijn blik even verbluft van haar af maar net toen hij dat deed werd zijn naam twijfelend genoemd. ‘Dean… ik ben nog nooit met een vliegtuig geweest…’, zei ze fluisterend. ‘Maak je maar geen zorgen, Sam en ik zitten naast je en er gebeurd helemaal niks, zei hij met een warme glimlach. Ze keek hem alleen maar twijfelend aan. ‘Kom op ik zal je beschermen’, plaagde hij en hij stootte haar even aan toen ze allebei opstonden. Ze lachte en hij merkte een kleine twinkeling in haar ogen op waarvan hij een blij gevoel kreeg. Sam kwam eraan met de tickets en gebaarde dat ze hem konden volgen. Mia wist natuurlijk nog helemaal niks van het plan en Dean wou zeker weten dat ze zich op haar gemak voelde. Ze kwamen bij de douane en wouden net in de rij gaan staan toen Mia tegen iemand opbotste. ‘O sorry, het spijt me jongedame’ zei de man vriendelijk en liep toen snel door. Dean slikte even naarmate de rij kleiner en kleiner weer maar hij wist dat er nu geen weg meer terug was. Dean keek voor afleiding weer naar Mia maar die had haar hoofd nog steeds in de richting van waar de man naartoe was gelopen. Waarschijnlijk had ze al lang geen moeite meer met de reis en had ze haar gedachten ergens anders. Dean keek weer even vooruit maar opeens voelde hij dat Mia hem een duwtje gaf. Hij keek haar aan en lachte toen ze ondanks haar nerveuze lachje ze hem plaagde omdat ze vast ook naar wat afleiding zocht. Hij kon niet ontkennen dat hij kalmeerde door haar geplaag en toen Sam de tickets gaf en ze konden doorlopen kneep hij even in haar hand. Ze wisten allebei dat het voor kalmering was maar niet van elkaar dat het voor hun allebei gelde.
Reageer (3)
leuk!!
1 decennium geledensnel verder!!
xxx
hihi
1 decennium geledendooor
Leuk!!!!
1 decennium geledenSnel verder!!!
Ben benieuwd wat er in het vliegtuig gebeurd....
-xxx-