Foto bij 31. Revenge, C

POV
Christina
Tijdje niet op Quizlet gezeten, sorry daarvoor!

De hele dag hebben we gereden. Ik kijk naar buiten, de schemering in. Het landschap schiet voorbij en ik doe mijn best niet eens meer om uit te vinden waar we zitten. Zuid-Frankrijk, geloof ik. Hoewel Zwitserland ook wel kan. Welke landen liggen daar nog meer? Francisca was altijd de aardrijkskunde expert van ons twee. Een traan glijdt over mijn wang, ik knipper met mijn ogen. Nog wat tranen volgen de eerste. Opeens voel ik me alleen, voorin zitten ze met z'n tweetjes lekker bij te kletsen. Zou een doorsnee mens zich zo voelen? Een niet-tweeling, zeg maar? Ik zak onderuit in de autostoel, mijn warme hoofd tegen het koele raam. Zo sluimer ik even in.

Ze klimt. Ik kan niet zien hoe, wat of waar, maar ze beklimt iets. Vanuit de lucht zie ik haar blonde haren met de wind meewaaien. Ik sla met mijn vleugels. Het landschap onder me verandert snel, ik moet met gigantische snelheid vliegen! Dan word ik tegengehouden, kan niet meer verder. Als in een reflex kijk ik naar beneden. Ik zie een platteland, heuvels met een soort lappendeken eroverheen. Midden in zo'n vierkantje van de lappendeken staat een huis. Landhuis. Vanaf hier zie ik alleen het dak. Eromheen lopen een aantal zwarte figuurtjes, moeilijk te zien wat ze doen. Ik ga lager vliegen. Een bruinharig figuurtje rent weg, hij draagt iets in zijn armen. Zo te zien is het zwaar, het remt hem onwijs af. Hij wordt bijna ingehaald door de zwarten, zoals ik ze noem, als hij er plots als een speer vandoor gaat. Wat er gebeurt is bijna niet te volgen, en ik houd me bezig met de zwarten dus dat maakt het nog minder. Het lijkt alsof hij gewoon verdwenen is, weggevaagd. Met het pakje wat hij in zijn armen had. Zodra de zwarte mannetjes doorhebben dat hij weg is, echt weg, keren ze zich om. Roepen wat naar elkaar en gaan uiteindelijk naar binnen.

Vliegen? Ik? Wat the heck... Met een schok schiet ik overeind, knal met mijn hoofd tegen de stoel voor me, April schiet ook naar voren en we raken van de weg. Dankzij het perfecte stuurwerk van Elisa (wilde ik weer Bella zeggen) gebeurt er niks; we stoppen op de strook naast de weg. Dat neem ik aan tenminste. Ik kan het niet zien. Twee paniekerige gezichten verschijnen tussen de voorstoelen, en botsen tegen elkaar. 'Wat is er?' klinkt het tegelijk.
'Niks, een droom denk ik' zeg ik vermoeid.
'Gewoon een droom?' Ik wou dat ze eens ophielden met dat gedoe.
'Ja' val ik uit, iets te fel. 'Gewoon een droom. Niet alle dromen hebben een betekenis!'
'Oké, oké! Ik wilde gewoon even weten wat er gebeurde. Misschien kreeg je een beeld met een locatie of zo, het zou ons kunnen helpen weet je.'
Goed. Elisa, je hebt het voor elkaar! Ik voel me schuldig, en ik twijfel. Wel zeggen, niet zeggen. Ach, het was niet belangrijk, het was een dróóm. Kom op zeg! Dat is niet van groot belang.

Toch?

Reageer (1)

  • Imperi0

    ze zag de plaats waar haar zus(je) is
    maar daar heeft ze weinig aan als ze niet in een helicopter er overheen zou vliegen
    en waarom raken ze van de weg
    en ik gok dat ze in noord italie moet zijn
    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen