Carrot 22: Louis
'Volgende,' ik keek de grote wachtkamer in. 'Ja, ik ben,' hoorde ik een meisjes stem zeggen. Nee dacht ik, niet haar. Ik zag Loes vrolijk op me aflopen. 'Hey Louis,' zei ze. 'Hoe gaat het?' En ze omhelsde me. 'Nee Loes, niet doen.' 'Maar waarom niet? Ik wil je terug.' 'Loes ik heb nu een andere vriendin, onze relatie is voorbij, je hoeft niet meer te komen. Volgende!' riep ik nog, maar Loes trok me al mee mijn kamer in. 'Loes ik wil dit niet.' Ze ging op mijn schoot zitten. Snapte ze niet dat ik dit niet wilde? ze moest nu echt stoppen. De deur ging open. Eva! Ik zag een geschrokken Eva wit weggetrokken in de deuropening staan. 'Dit is niet wat het lijkt,' wilde ik nog zeggen, maar ze had de deur hard dicht gegooid. 'Ga weg,' schreeuwde ik huilend tegen Loes. 'Kijk wat je allemaal aanricht. Door jou is Eva nu boos op mij!' 'Daarom ze wil je nooit meer terug,' zei Loes. Wat zei ze? ze moest zich nu echt heel snel stil gaan houden. 'Ga weg,' schreeuwde ik. Ik gooide haar van mijn schoot af en holde naar buiten. 'Mam, Eva.' Ze stonden buiten en Eva lag op de schouder van mijn moeder te huilen. 'Eva het is niet wat je denkt, ik moet haar therapie geven.' probeerde ik. Maar ze wilde me niet geloven. 'Ja ja,' zei ze. 'En dat is dan zeker zoentherapie?' Ze liep weg richting haar fiets. De tranen stroomde over mijn wangen. 'Eva wacht even,' riep Loes. Voor deze ene keer vond ik het niet erg dat ze zich met mijn zaken bemoeide. 'Ik hoef jou al heel zeker niet te spreken,' riep ze en fietste weg. Diep van binnen wist ik dat het nu over zou zijn. Maar ik wilde er niet in geloven. Ik liep naar Loes. 'Waarom deed je dit?' Huilend liep ik weg, op naar het ziekenhuis. Omdat ik bijna zeker wist dat Eva daarheen was gegaan. De weg was lang, maar het maakte me niet uit. Al moest ik de hele wereld overlopen, als ik maar bij haar kon zijn.
'Hoi Maaike,' hoorde ik haar zacht zeggen. Ik stond op het hoekje van de deur en durfde niet naar binnen te gaan. 'Je moet nog wakker worden, ik ga je zo missen.' Ze begon te huilen, en ik ook. Ik hield zo zielsveel van haar, maar ze wilde het niet geloven. Ik hoorde een klein gilletje van Eva en snel liep ik naar binnen. 'Eva wat is er?' Ik legde mijn hand op haar schouder. 'Louis, Maaike,' ze klonk verward. 'Louis,'ze omhelsde me en zei dat ze blij was dat ik er weer was. 'Louis, Maaike kneep in mijn hand.'
Reageer (6)
omg is ze wakker jaa ze is wakker jeeh
1 decennium geleden(jeeh kan me inloggen )hahahaha(doeg)