Chapter Six. Labyrinths, darkness and loneliness. 6.4
Bedankt voor jullie reacties, jullie motiveren me echt keer op keer weer om verder te schrijven! <3
Hijgend liet ik mijn blik door de duisternis glijden. Het duurde even voordat mijn ogen eindelijk gewend geraakt waren aan het donker en ik de verschillende heggen van elkaar kon onderscheiden. Opeens vloog er een rode flits de lucht in, boven het doolhof uit. Dat moest de eerste deelnemer zijn, er was iemand uitgegaan. Dat was snel.. Ik moest opschieten, ik moest verder. Mijn handen voelden schraal van mijn val en deden pijn toen ik overeind probeerde te krabbelen. Tot ik opeens verhinderd werd en opnieuw de grond raakte. Verschrikt keek ik om me heen en slaakte een gilletje wanneer ik ineens iets langs mijn polsen voelde glijden. Ik probeerde mijn hand terug te trekken, maar werd hierin beperkt door een kronkelende soort tak, die zich om mijn polsen had gevormd, waardoor ik vast zat. Ik probeerde mijn arm los te trekken, maar het was tevergeefs, ik zat echt vast. Ik begon nu echt rillingen te krijgen van deze plek; wat was er aan de hand? Opeens hoorde ik een ijselijke gil, die deze keer niet van mij kon zijn; hij was veel hoger en angstaanjagender, waardoor alle haartjes in mijn nek rechtovereind gingen staan en een rilling over mijn rug heen kroop. Een fel licht scheen in mijn ogen en pijnlijk kneep ik ze tot spleetjes, tot ik zag wat er zich voor me afspeelde. In een prachtige witte jurk met haar altijd prachtige blonde haren, die nu futloos langs haar hoofd hingen, zweefde Alana voor me. Haar ogen waren bloeddoorlopen en de blik die ze me gaf liet me nog erger trillen. Ze zweefde op me af en hield een paar meter voor mijn ogen stil.
‘Hoe kon je?’ riep ze me toe, ‘Dit is allemaal jouw schuld!’
‘Nee!’ riep ik, terwijl de tranen zich een weg over mijn gezicht baanden.
‘Als jij niet zo zelfzuchtig was geweest en ons niet had achtergelaten, was dit nooit gebeurd!’ riep ze me woedend toe, haar stem vol van minachting.
‘Zo was het niet!’ riep ik wanhopig.
‘Ik veracht je,’ spuwde ze, ‘Iedereen veracht je.’
De blik in haar ogen werd, zo mogelijk, nog harder en emotielozer. Angstig keek ik haar aan, bang voor wat er nog meer zou gaan komen.
‘En dankzij jou ben ik nu dood. Ben je nu gelukkig? Allemaal voor een opdracht, die je toch nooit zult vervullen!’
‘Dat is niet waar,’ gilde ik.
‘Je hebt het allemaal verpest, allemaal voor één jongen. Hij houdt niet eens van je, je bent zo naïef.’
‘Hij houdt wel van me, je liegt!’
‘Dankzij jou zal hij hetzelfde ondergaan als ik. Hij zal vermoord worden, allemaal door jou.’
Met alle kracht probeerde ik mijn armen los te trekken, maar het was tevergeefs. Ik zat zo stevig vast, dat ik onmogelijk weg zou kunnen komen. Mijn zicht was wazig en mijn ogen begonnen te prikken door de tranen. Luid gestommel was te horen en ik zag hoe de schim van Alana begon te vervagen.
‘Onthoud dit, June. Ik zal je nooit vergeven,’ was het laatste wat ik hoorde, voordat ze verdween.
De luide stappen kwamen dichterbij en angstig wachtte ik af wat er nu weer ging komen. Viktor Krum kwam aanlopen en ik voelde hoe mijn hart een sprongetje maakte van opluchting.
‘Oh Viktor, ik ben zo blij je te zien!’ riep ik verrukt.
Hoopvol wachtte ik tot hij me zou bevrijden, maar hij deed niets. Hij kwam dreigend op me afgestapt, met zijn toverstaf in zijn handen. Toen merkte ik pas de duisternis in zijn ogen op. Hij was vervloekt, dat kon niet anders. Meteen begon ik te gillen om hulp, maar wist dat ik eigenlijk verloren was. Viktor kwam steeds dichterbij en vlak voor mijn voeten stopte hij, om me duivels aan te kijken. Hij trok zijn staf en op dit moment zag ik mijn leven aan mijn ogen voorbijflitsen. Wild begon ik om me heen te spartelen en schrok wanneer ik iets raakte. Viktor zakte hulpeloos door zijn knieën; ik had hem duidelijk op zijn gevoelige plek geraakt. Zijn toverstaf viel op de harde grond en ik keek toe hoe er nog vlammen uit kwamen, die zich naar mijn hand verplaatsen. Een hevige pijn in mijn hand was het volgende wat ik voelde, maar merkte toen ook –met grote opluchting- dat de belemmering om mijn pols zo ook verdwenen was. Meteen greep ik naar mijn eigen toverstaf en maakte mijn andere pols ook los, waardoor ik eindelijk weer op mijn benen kon gaan staan. Ik verlamde Viktor –laf, maar ik wilde niet dat hij me nog in mijn rug zou aanvallen- en stuurde een teken om hulp, zodat Viktor hier weg gehaald kon worden. Nu moest ik Harry nog maar zien te vinden.
Een tijdje later –terwijl ik het gevoel had dat ik hier al eeuwen rondzwierf- was ik Harry –of het eindpunt- nog steeds niet tegengekomen. Ondertussen was ik al meerdere “enge” dingen tegengekomen, zoals één van Hagrid zijn leuke Schroeistaartige Skreeften, maar niets was zo eng als de schim van Alana. Ik gokte niet dat die erbij hoorde. Opeens werd het lichter om me heen; de lucht was ineens minder donker en grauw en ik voelde dat ik op de goede weg was. Iets gouds trok mijn oog; de beker. Meerdere plukken zwart haar waren te zien, Harry naderde de beker.
‘Harry, stop!’ gilde ik.
Hij keek verschrikt op en stopte met lopen. Hij draaide zich naar me toe en keek me verbaasd aan. Ik rende zijn kant op en legde mijn hand op zijn schouder.
‘Doe dit niet, alsjeblieft,’ smeekte ik hem.
‘Wat bedoel je?’ vroeg hij verward.
‘De beker, raak hem niet aan.’
‘Wil je echt zo graag winnen?’ vroeg hij geschokt, ‘Dat had ik niet verwacht..’
‘Nee. Het ligt anders, ik kan het je niet uitleggen..’
‘Hagrid, Hermione, Ron.. De familie Weasley.. Ze verwachten allemaal dat ik win, ik kan ze niet teleurstellen,’ zuchtte hij.
Ik keek hem diep in zijn ogen aan, ‘Vertrouw je me?’
Twijfelend keek hij me aan. Die kwam hard aan; hij vertrouwde me niet. Natuurlijk had ik niet zulke goede dingen gedaan, maar dit lag anders. Dit was oprecht..
‘Dan gaan we samen,’ zei ik beslist.
Hij keek me even aan, maar leek toen toch opeens overtuigd te zijn. Hij pakte mijn hand stevig vast en samen liepen we richting de gouden beker, die nog nooit angstaanjagender had gezien. Harry telde af en op drie legden we beide onze hand op de beker, waarna hij ons meesleepte. Harry leek te schrikken en kneep nog harder in mijn hand, maar ik schrok er niet meer van; ik had dit immers al geweten. Ik had dit altijd al geweten.
Reageer (9)
Ik hoop echt dat je nog verder schrijft aan dit verhaal!
1 decennium geledenals je niet snel verdergaat stuur ik ee sneepje met een hooivork op je af:Y) (prik prik) (lol)je schrijft echt super goedxD
1 decennium geledenOMGOMGOMG, SNEL VERDER<#.
1 decennium geledenwat heeft6 ze verteld dat ze allemaal niet meer met haar willen omgaan? dat ze oorspronkelijk bij Slytherin weg komt? dat ze haar oud vriendin heeft zien sterven? wat?
1 decennium geledensnel verder schrijven! ik wil weten wat voldemort doet met haar!
Ohneeee!
1 decennium geleden