What do you think???

Hermelien Griffel

De regendruppels deden een wedstrijdje wie het snelste was. De ene naar de andere druppel voegde zich bij de race. Het was onmogelijk te zien wie zou winnen. Maar toch volgden mijn ogen het schouwspel geboeid. Het was sowieso beter dan nu te luisteren naar het gesprek van mijn ouders. Hoewel ik zielsveel van hen hield, kon ik er nooit tegen hoe ze zich gedroegen op de ochtend van 1 september. Het was elk jaar weer hetzelfde gekibbel en goed bedoelde adviezen. Die waren al zo vaak herhaald dat ik ze zo met hen mee kon opdreunen. De meest voorkomende waren: beloof je dat je elke dag mínstens 2 keer je tanden poetst, zorg je ervoor dat je goede cijfers haalt (alsof ik dat nooit deed) en de nieuwste was 'je moet niet met vreemde jongens omgaan'. Die laatste was dit jaar nieuw, maar was wel de vaakst herhaalde. Ze hadden deze bedacht nadat Viktor Kruml bij ons thuis was geweest. Ze waren er niet zo van gediend geweest dat ik met een, in mijn wereld, wereldberoemde jongen omging. Ik vond dat een slecht excuus. Ik ging namelijk al 4 jaar met Harry om en die was ook beroemd, maar dan om een hele andere reden. Maar daar hadden ze ook nooit problemen mee gehad.
Ik zuchtte nog eens diep. Hoewel ik mijn ouders vreselijk zou gaan missen, keek ik uit naar het nieuwe schooljaar. Ik zou Harry, Ron, Ginny, Fred en George en alle anderen weer zien. Ik had hen gemist deze zomer. Ik had veel brieven geschreven maar had hen niet bezocht. Dat kon niet omdat ik aan de andere kant van de wereld zat. In Nieuw-Zeeland om precies te zijn.
Ik schrok op uit mijn gedachten toen de auto plotseling stil stond. "Lieverd, we zijn bij het station." De zachte stem van mijn moeder deelde het nieuws een beetje teleurgesteld mee. Eigenlijk vond ze het helemaal niet leuk dat ze me alleen in de zomervakantie en met kerst zagen. Maar ze konden er niks aandoen.
Ik stapte uit de auto en hielp mijn vader met toen hij mijn hutkoffer en wat andere spullen uit de kofferbak haalde. Ondertussen had mijn moeder snel een karretje gehaald zodat daar alles op kon staan. Toen we alles er op hadden getild haalde ik mijn kat uit de auto. Haar zette ik boven op de kar en zo liepen we met zijn drieën het station binnen. Binnen keek ik om me heen of ik al bekenden zag. Helaas was dat niet het geval. Mijn ouders keken ook om zich heen, maar dan meer op een schichtige manier. Alsof ze bang waren dat ze vrienden of bekenden tegenkwamen die zouden vragen wat ze hier deden. Ik kon hen natuurlijk proberen gerust te stellen maar ik wist uit ervaring dat dat niet zou helpen.
Uiteindelijk waren we bij de poort gekomen naar station 9 3/4. Ik bleef even stil staan maar draaide me toen om naar mijn ouders om hen een afscheidsknuffel te geven. Ik voelde de armen van mijn ouders strak om me heen en zag hoe mijn moeder zich groot probeerde te houden maar dat lukte niet echt goed. Ik zag hoe haar ogen waterig werden en knuffelde haar nog een extra. Na een tijdje liet ik hen los en keek op het horloge om mijn pols. Ik zag dat ik nog een kwartier had maar toch moest ik opschieten wou ik op het perron ook nog even meneer en mevrouw Wemel groeten. "Mam, pap. Ik moet gaan." Ze knikten begrijpend en ik keek nog even om me heen of de kust veilig was. Zodra ik zag dat dat het geval was pakte ik mijn karretje vast en liep richting de muur. Ik keek nog snel over mijn schouders naar mijn ouders en rende toen door de muur heen.
In een oogwenk stond ik plotseling op een heel ander perron. Ik liep even verder en blikte om me heen om te kijken of ik de roodharige familie ook kon vinden. Na een paar seconden had ik al een paar roodharige koppen gevonden en liep naar hen toe. "Hallo jongens, Ginny, meneer en mevrouw Wemel." Groette ik de grote familie. "Ach Hermelien, wat fijn om jou ook weer te zien. We hebben je gemist deze zomer bij ons thuis." Mevrouw Wemel keek me glimlachend aan en de rest groette me uitbundig terug. Vooral Ginny was heel druk. Ze stond bijna te stuiteren van opwinding dat ze weer naar Hogwards mocht.
Nadat we al vijf minuten zo stonden te praten stuurde Molly ons de trein in met de woorden: "Ik wil niet dat jullie de trein missen." Gedwee volgden we haar bevel op en met z'n allen liepen we de trein in. Inmiddels was Harry er ook al bij gekomen en we liepen met de hele groep naar de Griffoendor-wagon. Daar aangekomen liepen Fred en George richting Leo Jordaan en liep Ginny ook naar haar vriendinnen. Zelf zocht ik samen met Harry en Ron een lege coupé op.
We hadden geluk en vonden een lege. Met hulp van Ron kreeg ik mijn enorme koffer in het rek boven de bank en ging toen op de bank zitten. De jongens zetten zich tegenover mij en we begonnen elkaar uit te horen over elkaars vakantie. Ik was net bezig met vertellen wat ik allemaal samen met Viktor had gedaan toen de deur van onze coupé openging en een welbekende stem mij onderbrak. "Zo, zijn de bloedverrader en het modderbloedje ook weer van de partij?" Zuchtend keek ik hem aan. Ik zat zo op de bank dat ik hem recht aankeek en ik rolde geïrriteerd met mijn ogen. "Rot op, Malfidus. Die lelijke rotkop van jou hoeven we nog niet te zien." De boze en geïrriteerde klank in Harry's stem kon ik duidelijk horen. Malfidus blijkbaar ook want hij begon breed te grijnzen. "Oh, maar ik ben hier ook niet voor jou hoor Pótter. Ik ben hier eigenlijk voor Griffel..."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen