Ik zette mijn voeten zorgvuldig in het witte zand van South Friar's Bay. Ik was altijd al dol op Saint Kitts, dit eiland was mijn thuis. Even keek ik om naar de voetsporen die ik had nagelaten, die langzaam weg spoelden met de zee.
Het water gleed kriebelig over mijn voeten heen, en weer weg. In de verte zat mijn kleine broertje een zandkasteel te bouwen. Dit deed hij zowat dagelijks. Een klein visje flitste voorbij door het ondiepe water. Het zand kietelde tussen mijn tenen. Ik keek naar de horizon. In de verte zag ik een schip, dat langzaam 'van de wereld af viel'. De zon stond al laag, het werd laat.
Opeens stapte ik op iets scherp. "Shit!" Riep ik. Ik ging in het zand zitten, en keek naar mijn voet. Een klein straaltje bloed dwarrelde onder mijn voet uit. Ik veegde het straaltje weg, en stond weer op. Het ding waar ik op was gaan staan stak nog uit. Ik groef het uit en veegde het zand er vanaf. Het was een ketting. Hij was gemaakt van hout, met allemaal mooie, kleurrijke steentjes erin, in de vorm van een zeemeerminstaart. Hij was werkelijk prachtig. Ik spoelde het zand er vanaf met water en stopte de ketting in mijn zak.
Ik liep terug over het strand naar mijn broertje, die zich nog steeds kostelijk amuseerde met zijn kasteel. "Sean, we moeten naar huis, het wordt al laat." Betreurd stond hij op en pakte mijn hand vast. Samen liepen we terug naar ons huis.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen