Hoofdstuk 15

Daar zaten we dan in de woonkamer. Mijn moeder zag er vreselijk slecht uit. Ze was nu even in de keuken om wat drinken voor ons en voor haarzelf te pakken. Toen zij uiteindelijk ook zat begon ze met vertellen; Toen ik daar binnen kwam moest ik eerst even wachten. Na 10 minuutjes ongeveer werd ik opgehaald door een man en moest ik in een kamertje gaan zitten. Toen kwamen ze je vader brengen en die zat tegen over mij. Ik begon wat met stotteren, maar toen kwamen al mijn frustraties en verdriet naar boven. Ik begon tegen hem te schreeuwen en alle vragen kwamen eruit. Toen ik even rustig was geworden begon hij eindelijk tegen me te praten. Hij zei dat hij het deed zonder na te denken, en dat hij helemaal doorgedraaid was. Nou dat laatste is hij zeker. Even later kwamen weer mannen de kamer binnen en namen ze hem weer mee naar zijn plek. Er kwam een andere man binnen en die gaf me wat water, en vertelde tegen mij dat hij sowieso 2 jaar lang in de gevangenis moet zitten en dat hij daarna terapie krijgt om het weer langzaam op te gaan bouwen. Ik zei toen tegen die man dat hij maar aan je vader moest zeggen als hij uit de bak kwam dat ik er niet meer zal zijn. Hij zou dat aan hem doorgeven. Toen ben ik dus naar huis gegaan. Toen ze klaar was met haar verhaal rolde er tranen over haar en over mijn wangen. Wat een klootzak is het ook zeg ik. Ik loop naar me moeder toe en geef haar een knuffel. Ik ga weer naast Louis zitten en die troost mijn ook. Ik vind het echt vreselijk voor jullie allebei, als ik iets kan doen moeten jullie het maar zeggen. Ik geef hem een kus op zijn wang voor als 'dankjewel'. Dankje lieve jongen, ik weet zeker dat je de perfecte jongen voor mij dochter bent zegt mijn moeder. Ja dat hoop ik toch wel zegt Louis een beetje grinnekend. Mam ik denk toch echt wel dat je even moet gaan slapen, je ziet er super moe en slecht uit. Eerst wou ze nog tegen sputten, maar ik had haar al gepakt en wou met haar naar boven gaan. Ik loop met haar naar boven en stop haar in bed. Als ik weer beneden kom ga ik tegen Louis aanliggen. Het komt allemaal goed lieverd. Ik geef hem een kus en die kus veranderd in een zoen. Ik hou van je Boobear zeg ik tussendoor. Ik voel dat hij glimlacht. Ik hou ook van jou my carroth. Na nog even zo door te zijn geweest loop ik naar de keuken. Ik doe een paar kastjes open en zie dan cakebeslag liggen. Lou zullen we cake maken? Ja leuk idee, gelijk ook wat afleiding voor jou. Hij had gelijk ik hoopte even het te vergeten. We pakken alle spullen die we nodig hebben en we gaan dan aan de slag. Niet veel later is de hele keuken, vloer en wij zelf helemaal wit. We hadden een beslag gevecht gehouden. Uhm Lou ik denk niet dat we nu nog genoeg hebben voor de cake. Hij zat even te kijken en diep na te denken. Nee ik denk het ook niet. Dan gaan we maar eventjes langs de winkel he zegt hij. In deze kleren, we zijn nu helemaal wit. Dat boeit ons lekker helemaal niks, hij pakte me hand al, de portemenee en we gingen dus in deze hele mooie kleren naar de winkel.