Foto bij 31. Uitgang?

Wow, lang stukje 0_0

Ik slikte. De Minotaurus lag dan wel te slapen, maar wat als hij wakker werd? Ik voelde ineens iemand op mijn schouder tikken en ik maakte een stil sprongetje van schrik. Het was Dylan maar. Hij knikte richting de gang waar we uit kwamen. Ik knikte dankbaar en we draaiden ons om zodat we weg konden. In één klap waren we ineens in gevaar. Britt stootte haar teen tegen een oneffen stuk vloer, ze slaakte een gil van pijn en we draaiden ons doodsbang om. De Minotaurus was wakker geworden en keek ons slaperig knipperend aan. Toen hij merkte dat we als voedsel konden dienen werden zijn ogen op normale grootte en slaakte hij een gebrul, dat door de muren van het doolhof werd geweerkaatst als echo. Ineens een ander geluid dat geweerkaatst werd door de muren. 'Ferdine!', gilde ik. De goudblonde uil liet iets voor mijn voeten vallen, keerde om en vloog het doolhof weer uit. Ik keek op. De Minotaurus stond op en rende naar ons toe. Als in een reflex pakte ik het ding op voor mijn voeten, draaide om en zorgde dat Dylan en Britt achter me aan renden. We renden door het doolhof, gang na gang, weg na weg, terwijl we af en toe het gebrul of het gestamp van de voeten van de Minotaurus hoorden. Uiteindelijk, toen we allemaal steken in onze zij hadden, sloegen we een doodlopende gang in. Die zag er doodlopend uit, maar had nog een zijgangetje, en die liep pas dood. Als de Minotaurus hier kwam en zag dat het doodliep, zou hij omdraaiden... hoopte ik. Hij zou dit doolhof vast op zijn duimpje kennen, maar ik schudde mijn hoofd en probeerde er niet aan te denken wat er dan zou gebeuren. 'Wat is dat eigenlijk?', fluisterde Dylan, gebarend naar wat Ferdine voor mijn voeten had laten vallen. Het was licht van gewicht en was blijkbaar iets van stof. Ik haalde het touwtje eraf en keek erin. Het was een soort geldbuideltje, maar er zat geen geld in, maar een goud met groen glitterende stof. 'Wat hebben we hier nou weer aan?', fluisterde ik. Dylan en Britt haalden hun schouders op. Ik haalde een beetje eruit en blies het weg. Het was gewoon glitter dat wegvaagde als het ergens tegenaan kwam, want het verdween in een klein plofje toen het de muur raakte.

Ik bekeek het buideltje wel minstens twintig keer, maar zag nog steeds het nut ervan niet in. Hoe ging in hemelsnaam een oud, gerafelde buideltje met Dreuzelknutselglitter ons hieruit helpen?! Ik trok mijn knieën op. We waren tegen de muren van het hoekje gaan zitten en blijkbaar had de Minotaurus de beslissing genomen dat we al weg waren uit het doolhof, want tien minuten geleden waren de voetstappen van de Minotaurus opgehouden en vijf minuten geleden was zijn gesnurk teruggekeerd. We wilden wel weg, maar om bij de deur te komen, moesten we langs de open plek waar de Minotaurus lag te slapen en we waren eerder zo erg geschrokken dat we bang waren dat hij opnieuw wakker zou worden. Ik zuchtte. Hoe gingen we hieruit komen?

Na wat uren leek, waren we besef van tijd kwijt. Het kon drie uur 's nachts zijn, maar ook acht uur 's ochtends. We wisten het niet meer. Het enige wat ik nog wel wist, was dat het laat was, want de vermoeidheid rond mijn ogen nam alleen maar toe en toe. In een snelle beweging stond ik op en Britt schrok wakker uit een soort REM-slaap. Dylan keek me vermoeid, maar geschrokken aan. 'Wat ga je doen?', vroeg hij angstig. 'Uitzoeken wat dit poeder te betekenen heeft', zei ik en ik hield het buideltje omhoog. 'Dat wordt je dood', zei Britt geschrokken. Ik negeerde hen en liep de hoek om. 'Niet doen', hoorde ik Dylan zeggen, maar ze stonden op en liepen achter me aan. 'Dit moet je niet doen...' 'Dit is niet verstandig...' 'Ga nou terug...', zeiden ze alsmaar, maar ik luisterde niet. Uiteindelijk kwamen we weer uit bij de open plek, waar de Minotaurs lag te slapen. Ik liep naar hem toe, het helemaal zat. Ik maakte het buideltje open, nam een beetje glitter en schopte hem wakker. 'Hey, Minotaurus', schreeuwde ik. Hij draaide zich om en voor hij goed en wel besefte wat ik deed, gooide ik de glitter in zijn gezicht. Ineens bedekte hij zijn gezicht met zijn poten en slaakte een brul. Ik besefte wat ik gedaan had, liet het buideltje vallen en liep achteruit. Ik kwam bij de rand, dus ik struikelde en smakte met mijn rug op de stenen; ik slaakte een gil van pijn. Dylan, die de hele tijd met Britt bij de muur had gestaan, kwam naar me toe en hielp me gehaast overeind. We keken met zijn drieën naar de Minotaurus, die het uitschreeuwde. Wat deed dat poeder? Ik kwam snel genoeg achter het antwoord. De hoorns, zijn haar en de nagels aan zijn poten leken zich terug te trekken in zijn huid. Na iets van tien seconden later zagen we geen Minotaurus meer liggen, maar een magere jongen met blond haar en zwarte kwaaloogjes. Hij keek ons schuchtig aan en zijn hele lichaam was lijkwit, alsof hij nooit de zon had gezien. Ik rukte me stilletjes los uit Dylans greep en liep langzaam naar de jongen. Toen ik naast hem stond, knielde ik, zodat ik hem in de ogen kon kijken. Hij glimlachtte angstig en ik deed hem na. 'Je bent geen Minotaurus', zei ik. Hij schudde zijn hoofd. 'Een vloek', zei hij schor. Aan zijn lichaamsbouw te zien en aan zijn hoge stem te horen was hij maar iets jonger dan ik. Ik stond op en stak mijn hand uit. Hij pakte hem en ik hielp hem overeind. Met zijn vieren liepen we het doolhof uit, met wat hulp van Samuel, dat was zijn naam. Toen we weer in de kerker stonden, gaf Dylan Samuel wat kleren en kropen we alle vier in onze slaapzakken; Britt had met een ingewikkelde spreuk er één tevoorschijn getoverd voor Samuel. Ik keek op het kleine wekkertje in het midden. Vier uur 's nachts. Ik legde mijn hoofd op mijn kussen en sloot mijn ogen. Dit was wel genoeg opwinding voor een paar jaar.

Reageer (1)

  • AdoreMalfoy

    Wat gaat er nu met hem gebeuren?
    Snel verder (:

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen