Hoofdstuk 2.

Twee weken later zitten Kate, haar vader en haar moeder op de bank. Als Milan opeens begint te praten: “Kate, je moeder en ik hebben een leuke boerderij gevonden in Texel, niet te groot, maar ook niet te klein, het is een heel leuk boerderijtje maar er moet nog wel wat aan gedaan worden. Volgende week gaan we kijken, zegt haar vader”. “Wat!?” Kate gaat rechtop zitten, dit had ze niet verwacht, “zo snel al?” Er is nog niks zeker, en we gaan alleen maar kijken oke?” Zegt haar moeder.