LXXXI
Alice Potter
Als hij ziet dat ik hier op de grond zit, komt James bezorgd op me afrennen. Hij hurkt naast me neer. ‘Alice? Wat is er gebeurd?’
Ik kijk de gang in waar Dylan en Katherin zijn verdwenen. ‘Dylan en Katherine…’
‘Wie?’ Hij werpt een woedende blik in de gang waar ik net ook keek.
‘Die Zwadderaars.’ Ik ga rechtop zitten. ‘Er is niks, je kwam precies op tijd.’
James helpt me overeind en dan wordt het stil. Ik heb geen idee wat ik zou moeten zeggen en James is er niet zeker van wat hij moet doen, zijn blik staat besluiteloos. ‘James. Kunnen we erover praten?’
Tot mijn verbazing knikt hij. ‘Laten we naar de Kamer van Hoge Nood gaan.’
Ik knik voor ik me besef wat dat betekent. ‘Nee,’ roep ik dan snel. James kijkt me verbaasd aan. ‘Daar is…’
James' blik verandert en zijn blik gaat naar de muur waarachter Remus zich bevindt. ‘De leerlingenkamer dan,’ mompelt hij als hij zijn ogen los heeft kunnen scheuren. ‘Daar is waarschijnlijk toch niemand nu.’
Zwijgend lopen we naar de leerlingenkamer, die inderdaad leeg is en gaan zitten.
‘Dus,’ begint James na een tijdje, ‘praat maar.’
Ik kijk hem even aan, maar wend mijn blik al snel weer af. ‘Luister, James. Het was niet de bedoeling om het een geheim te houden, maar ik wist niet hoe ik je het moest vertellen. En Remus wilde het al lang vertellen, maar ik wilde het nog geheim houden.’
‘Waarom durfde je het niet te vertellen?’ James’ stem klinkt vlak.
‘Ik dacht dat je het niet leuk zou vinden,’ mompel ik.
Hij zucht. ‘Dat klopt.’
‘Waarom niet?’
‘Hij is ouder dan jij bent.’
‘Een jaar.’
‘Hij is mijn vriend, hij moet met zijn poten van mijn zusje afblijven.’ James klinkt weer boos.
‘Dat is een stomme reden. Hij is lief en…’ Als James me een boze blik toewerpt, stop ik mijn lijst met goede eigenschappen. ‘Er is niks mis met hem!’
‘Je kent hem amper.’
‘Dat is niet waar!’
‘Niet zo goed als ik hem ken. Hij…’ James twijfelt.
‘Hij wat?’
‘Niks,’ mompelt James. Hij staat op. ‘Ik zou er overheen kunnen komen dat jullie samen zijn.’
Glimlachend kijk ik naar hem op, maar dan besef ik me dat er nog een maar is. ‘Maar?’
‘Maar niet dat jullie het nodig vonden om het weken voor me te verzwijgen en erover te liegen.’ Hij kijkt me teleurgesteld aan en dan loopt hij de trap op naar zijn slaapzaal, mij met al mijn schuldgevoelens achterlatend.
Jullie zijn lief(bloos)
Ik heb extra veel doorgeschreven, dus de komende tijd komt er dagelijks een hoofdstukje. :'D Is misschien wel heel veel ineens trouwens
Maar hij gaat niet heel lang meer duren.
<3
Reageer (29)
Ik vind dit verhaal lief. <3
1 decennium geledenik heb net dit verhaal in een keer uitgelezen en omg het is zoooo geweldig, je schrijft echt zo goed ,ik hou van dit verhaal !!
1 decennium geledenYeay! Er komen meer hoofdstukjes als ik op zeilkamp ben ;p Dat is eigenlijk alleen maar postief omdat ik dan als ik dood moe terug kom heel veel Better Days kan lezen(A) Ik verheug me nu al weer op terug zijn terwijl ik nog niet eens vertrokken ben x'D Fijn dat je weer schrijft!
1 decennium geledenMwiii ^^
1 decennium geledenx
awwww... dit vind ik best zielig voor james...
1 decennium geledenmaar opzich... naja
hihi, volgens mij wilde die bijna gaan zeggen dat remus een weerwolffie is
en ik ben blij dat je weer schrijft! snel nog een stukje?? <333