~13~
Ik rende de grot uit, op zoek naar mijn eerste slachtoffer. Normaal zat het bos hier vol met wild, maar ik zag niets. Alsof de dieren wisten dat ik gevaarlijk was, en ze me hadden zien aankomen. Na mijn alnge zoektocht wilde ik verder zoeken. Ik moest iets te drinken hebben. Hoe verder ik van de grot ging, hoe meer ik op mijn hoede was. Ik moest alles in de gaten houden. Gedempte voetstappen lieten me opkijken. Ik hoorde dat er iemand aan kwam, een soortgenoot. Zo snel als ik kon rende ik weg. Niet naar de grot, want dan zouden ze Renesmee vinden. De achtervolging werd snel ingezet. Na enkele minuten werd mijn weg versperd. Een vrouw stond daar. De vrouw van Aro, Sulpicia. Haar melkachtige rode ogen keken me schattend aan, wat ik zou doen. Ik stond in de aanvalshouding, en terwijl ik nog niet zo oud was, kon ik goed vechten. Als het op vechten zou uitdraaien.
'Hier ben je dus!'
Ik gromde naar haar, en ze schrok op. Met een enorme snelheid rende ze opeens van me vandaan. Vast om de anderen te halen. Nu kon ik niet meer weg. Ze zouden ongetwijfeld mijn geur volgen. Ik rende dus maar terug naar de grot. Daar zaten Jacob, Renesmee en Seth. Ze keken allemaal verbaast op toen ik met zwarte ogen terug kwam.
'We hebben een probleem!'
Reageer (1)
lopen en snel
1 decennium geleden