Myrthe Louise van Houten.

“Wat ga je doen?” vraagt mijn moeder terwijl ik op het punt sta om te vertrekken.
“Hardlopen,” roep ik en ik sluit de deur, maar mijn moeder houd me tegen.
“Alweer? Het is al de vierde keer deze week. Wordt het niet te vaak?”
“Nee, ik wil mijn conditie verbeteren.” En ik ren de straat op.
In de verte zie ik de peuterspeelzaal.
Ik zie kinderen rennen en spelen.
Ik hoor gelach en er verschijnt een glimlach op mijn gezicht.
Kinderen die vrolijk zijn, kinderen die zich nergens drum om maken.
Ik slaak een zucht.
Had ik dat maar, dat ik me nergens druk om maak, dat ik kan kleding kan aantrekken die ik leuk vind.
Dat mensen me aardig vinden, zoals ik ben en me niet beoordelen op mijn uiterlijk en kleding.
Ik zie een beeld voor me, een meisje die er precies uit ziet als ik, alleen dan veel mooier.
Mooie kleding, mooi haar, mooie lach, veel vrienden en vriendinnen.
En ik het bijzonder een vriendje, een jongen die om haar geeft.
Ik voel me steeds lichter, alsof de hele wereld langs me voorbij gaat.
Net alsof al mijn pijn en problemen in een keer van me afvallen.
Langzaam zak ik in elkaar en in de verte hoor ik een stem roepen, die als maar zachter en zachter wordt.
Het beeld van het ideale meisje vervaagt, en verschijnt een zwart gat, een diep zwart gat.


Ik schrik wakker.
Ik kijk opzij en zie dat Sterre nog slaapt.
Uit mijn handtas pak ik mijn IPod en stop de oortjes in mijn oren.
Ik zet de muziek van Adele aan om tot rust te komen

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen