De 3 zusters en het zuivere hart
Ooit, lang geleden, leefden er drie zusters.
Alle drie waren ze uitmate getalenteerd en ze waren zulke schoonheden, dat menig man hen al ten huwelijk had gevraagd.
Maar de twee oudste zusters waren verwend en stuurden de mannen direct weer terug terwijl de derde altijd tegen ze zei.
,,mijn lieve heren het spijt mij zeer, maar als ik u mijn hart schenk, dan voel ik hem niet meer.”
Zo ging het keer op keer, totdat de zusters een brief kregen met daarin een uitnodiging.
,,kom rond middernacht hedendaags naar de hoogste heuvel in de wijdde omgeving.
De zusters alle drie nieuwsgierig van aard begonnen druk te praten.
De twee oudsten begonnen zich direct al op te dirken terwijl de jongste de benodigdheden voor onderweg voor elkaar maakte.
Hun reis verliep spoedig en al snel arriveerden zij boven op de heuvel waar ze vroeger als klein kind zo vaak gespeeld hadden.
Alleen was de heuvel nu niet meer vlak.
Er was een enorm labyrint tevoorschijn gekomen.
Dicht bij hun hoorde ze gekwaak.
,,zo, daar zijn jullie dan.”
Een Pad die zo groot was als een volwassen hand, sprak hun toe vanaf de grote steen bij de ingang.
De twee oudsten sprongen achteruit van schrik terwijl de jongste de pad oppakte en hem in haar handpalm hield.
,,ik ben uw gids door het doolhof heen, volg mij en er gebeurd je niets.”
De zusters deden wat hun gezegd werd en ze volgde de aanwijzingen van de pad precies.
Ze stopten bij een splitsing van twee deuren, eentje rijk versierd met gouden lijnen en fraai snaaiwerk.
De andere was van simpel hout, dat al bijna leek weg te rotten in zijn scharnieren.
,,schoonheid hoeft niet direct tot het beste te lijden.” Zei de pad.
Maar de oudste zus luisterde niet en ze deed de rijkversierde deur open en stapte daar naar binnen.
De deur viel achter haar dicht en ze hoorde haar gil een minuut later nog.
De andere twee zusters rouwden even om hun verloren zuster voordat ze verder gingen door de verrotte deur.
Voor hun strekten een nieuw gangenstelsel uit waarvoor ze de pad zijn instructies weer ten volle woorden volgden.
De gangen mondde uit in een open ruimte waar twee prachtige kasten stonden tegen de stenen muur aan, de ene met de mooiste dingen erin; jurken, juwelen, zakken vol met geld en andere kleine hebbedingetjes terwijl de ander maar één simpele boerenjurk bevatte.
,,laat je niet bemoedigen door veelheden.” Zei de pad.
Maar de oudste zuster luisterde niet en zodra ze een voet in de gigantische kast zette zwaaide deze achter haar dicht en hoorde de jongste zuster de gil van haar laatst overgebleven zuster.
De jongste zuster rouwde om haar twee verloren zusters terwijl ze de andere kast in stapte waar achterin een deur naar een nieuw gangenstelsel leidde.
,,nu zijn alleen wij twee over,volg mijn woorden en je zult blijven leven.”
Ze volgde de instructies van de pad nauwgezet op tot ze weer op een open plek kwamen.
In het midden van de ruimte stond een grote kooi.
,,wees gelijk aan elkaar en heb geen hoogwaardige gevoelens jegens anderen.”
In de kooi rustte een enorme adelaar die zijn gehaverde veren stond te wassen.
De jongste zuster liep voorzichtig naar de kooi toe en zag dat de adelaar bloedde.
Snel trok ze een stukje van haar eigen jurk af en wikkelde dat om de wond van de adelaar heen.
,,klim op zijn rug, dan zal hij je hier uithalen.”zei de pad.
De jongste zuster deed wat de pad zei en klom voorzichtig op de rug van de adelaar.
De adelaar zette de jongste zuster en de pad af op de heuvel bij de ingang van het labyrint.
,,je hebt alle testen doorstaan, nu bent u veilig.”
De jongste zuster zette de pad neer.
,,dank u edele pad, dat u me geleid heeft op deze gevaarlijke tocht.”
En als geschenk gaf ze de dikke pad een kus.
Er volgde een lichtflits en voor haar waar eerst de pad was, stond nu een jongeman.
,,lieve vrouwe met het zuiverste hart, vele vrouwen zijn u voor gegaan in het Labyrint maar alleen u heeft het overleefd en mijn vloek verbroken.”
De jongenman bleek de lang verloren zoon van de landheer te zijn die vervloekt was door een boze heks die hij onderweg op een van zijn jachttochten tegen was gekomen.
Samen reden ze naar het kasteel en de jongste zuster en de jongeman leefden nog lang en gelukkig.
Er zijn nog geen reacties.