Chapter Three
Langzaam kwamen alle leraren binnen in de lerarenkamer. Stuk voor stuk waren ze chagrijnig, omdat ze zo laat in de avond wakker gemaakt werden. 'Het spijt me dat ik jullie allen heb moeten wekken,' begon Dumbledore. 'Maar ik hoop dat jullie begrijpen dat ik dit niet zou doen als het niet uiterst belangrijk zou zijn. Begin deze nacht is er namelijk een meisje gevonden op het terrein van Hogwarts door Hagrid. Hij bracht haar naar de ziekenzaal en kwam daarna direct naar mij, en vervolgens naar Severus terwijl ik naar Remus ben gegaan.' Hij stopte even een keek de kring rond voor die verder ging. 'We hebben geen idee wie ze is. We zijn er zeker van dat dit meisje magisch mishandeld is.' Sommige leraren schrokken even en luisterde droevig verder. 'Met z'n alle moeten we uitzoeken wie dit is, en zorgen dat ze veilig blijft. Daarom zal ze als leerling op Hogwarts komen, zodra ze beter is.' 'Dit kunt u niet menen!' schreeuwde Severus hard door de leraren kamer. 'Het kan een spion zijn.' Hagrid stond woest op. 'Hoe ken je dat nou denken? Ze kan hoogstens 14 jaar zijn. Misschien mot jij wat beter naar het kind kijken.' Dumbledore keek even met twinkelende oogjes naar Hagrid. 'Severus, Hagrid heeft een punt. En als ze een spion zou zijn, waarom zou ze dan met magie zijn gemarteld?' Hier kon Severus niet tegen in gaan, en dus ging die zitten. Hagrid volgde ook en Dumbledore keek de groep rond. 'Oke, we moeten een nep identiteit hebben, en een verhaal dat verklaart waarom ze hier opeens is, en zo laat. Het moet geloofwaardig zijn, iemand een idee?' De leraren dachten allemaal na en staarde naar Dubmbledore, tot Remus op stond. 'Misschien moeten we haar zelf een naam laten kiezen, misschien weet ze onbewust haar echte naam en is het opsporen naar haar verleden makkelijker.' Dumbledore knikte en stond op. 'Mooi, zo doen we het. En nu het half 6 is denk ik dat iedereen maar beter richting de grote zaal kan gaan en een goed ontbijt hebben. Ik houd jullie op de hoogte van het meisje.' De leraren stonden op en Dumbledore liep richting de deur. 'Remus, Severus zouden jullie even kunnen wachten.' Beide stonden stil en wachtte tot alle leraren vertrokken waren. 'Ik wil dat jullie samen een genezing zoeken voor haar mishandelingen, neem desnoods contact op met andere. Ik vertrouw op jullie.' Severus gromde enkel, en Remus gaf hem beleefd een antwoord waarna Dumbledore vertrok. 'Lupin, wat heb je al geprobeerd,' vroeg Severus kil en Remus begon hem alle spreuken te vertellen die hij gebruikt had, en eventuele andere mogelijkheden. Beide vertrokken ze naar de ziekenzaal, onderweg besprekend wat ze konden doen. 'Severus, ik denk dat we beter kunnen splitsen. Ik doe de spreuken wel en stuur je een patronus als dit werkt, ondertussen kan jij aan de toverdranken beginnen.' Hij knikte naar Remus. 'Best, Lupin.' Zonder Remus nog een blik waardig te gunnen liep Severus naar de kerkers en Remus naar de ziekenzaal waar het meisje nog lag te slapen. Hij vertelde Madame Pomfrey als eerst alle plannen, en begon daarna weer aan wat spreuken.
Ik werd wakker van een tinteling in mijn bui en opende langzaam mijn ogen, om ze vervolgens meteen te sluiten vanwege het licht. Een zachte kreun verliet mijn keel en de tinteling stopte meteen. Langzaam opende ik mijn ogen opnieuw, en liet ze langzaam wennen aan het ligt. Toen ze eenmaal gewend waren zag ik Remus aan het bed staan, met zijn toverstok in de hand. 'Ik voelde een tinteling,' zei ik zachtjes en Remus glimlachte. 'We hebben de juiste spreuk gevonden om je wonden te verzorgen.' Dankbaar glimlachte ik, maar die verdween meteen. 'Het is volgende week toch volle maan?' vroeg ik zonder enige reden, maar toch voelde ik me akelig. Hij knikte, en ik dacht iets van angst te zien voor die me vroeg waarom. Als antwoord haalde ik mijn schouders op tot ik iets onverwachts zei, zonder zelf nagedacht te hebben. 'Ik denk dat ik een weerwolf ben, en ik ben sowieso een keer gebeten.' zei ik droevig. Voor ik het doorhad lag een hand op de mijne. 'Je bent in de war. Als deze wond geheeld is kunnen we je helemaal onderzoeken, en ook de bult op je hoofd. Je brabbelt maar wat.' Ik knikte, al geloofde ik het niet. Hij kneep nog even bemoedigend in mijn hand, en liet hem toen los om verder te gaan met het helen van de wond. Zodra die klaar was onderzocht die de rest van mijn onderlichaam, en stopte bij mijn enkel. 'Ik moet weer even een kijkje nemen,' zei die voorzichtig en ik knikte. Ik had deze keer geen pijn gevoeld, maar blijkbaar had hij iets op gemerkt. Voor ik het wist was mijn schoen uit en staarde die naar een wond op mijn enkel, iets wat wel tand afdrukken leken. Meteen wist ik dat ik net gelijk was, ik was gebeten door een weerwolf, en waarschijnlijk was ik er zelf dus ook een. Voor ik het wist liep Remus van me weg, en was ik alleen. Langzaam begon ik te huilen, iedereen die dit wist zou weggaan. Niet dat ik het ze kwalijk kon nemen, maar wie wilde er nou omgaan met een weerwolf? Toch zeker niemand. Ik ging in de foetus houding liggen en begon harder te snikken. Wie was ik, en waarom gebeurde dit allemaal met me? Met een onrustig gevoel viel ik in slaap.
Ik werd wakker van een tinteling in mijn bui en opende langzaam mijn ogen, om ze vervolgens meteen te sluiten vanwege het licht. Een zachte kreun verliet mijn keel en de tinteling stopte meteen. Langzaam opende ik mijn ogen opnieuw, en liet ze langzaam wennen aan het ligt. Toen ze eenmaal gewend waren zag ik Remus aan het bed staan, met zijn toverstok in de hand. 'Ik voelde een tinteling,' zei ik zachtjes en Remus glimlachte. 'We hebben de juiste spreuk gevonden om je wonden te verzorgen.' Dankbaar glimlachte ik, maar die verdween meteen. 'Het is volgende week toch volle maan?' vroeg ik zonder enige reden, maar toch voelde ik me akelig. Hij knikte, en ik dacht iets van angst te zien voor die me vroeg waarom. Als antwoord haalde ik mijn schouders op tot ik iets onverwachts zei, zonder zelf nagedacht te hebben. 'Ik denk dat ik een weerwolf ben, en ik ben sowieso een keer gebeten.' zei ik droevig. Voor ik het doorhad lag een hand op de mijne. 'Je bent in de war. Als deze wond geheeld is kunnen we je helemaal onderzoeken, en ook de bult op je hoofd. Je brabbelt maar wat.' Ik knikte, al geloofde ik het niet. Hij kneep nog even bemoedigend in mijn hand, en liet hem toen los om verder te gaan met het helen van de wond. Zodra die klaar was onderzocht die de rest van mijn onderlichaam, en stopte bij mijn enkel. 'Ik moet weer even een kijkje nemen,' zei die voorzichtig en ik knikte. Ik had deze keer geen pijn gevoeld, maar blijkbaar had hij iets op gemerkt. Voor ik het wist was mijn schoen uit en staarde die naar een wond op mijn enkel, iets wat wel tand afdrukken leken. Meteen wist ik dat ik net gelijk was, ik was gebeten door een weerwolf, en waarschijnlijk was ik er zelf dus ook een. Voor ik het wist liep Remus van me weg, en was ik alleen. Langzaam begon ik te huilen, iedereen die dit wist zou weggaan. Niet dat ik het ze kwalijk kon nemen, maar wie wilde er nou omgaan met een weerwolf? Toch zeker niemand. Ik ging in de foetus houding liggen en begon harder te snikken. Wie was ik, en waarom gebeurde dit allemaal met me? Met een onrustig gevoel viel ik in slaap.
Reageer (1)
Echt waar Sanne, dit vind ik dus echt een prachtige story. (:
1 decennium geledenIk meen het hoor, ik zeg dat niet bij alles wat ik lees, maar wel bij dit: Dit verhaal is echt goed. (:
Het is origineel en het wekt vragen op, maar niet op een geforceerde geknutselde manier, maar gewoon natuurlijk. Dit gaat echt iets geweldig worden, dat is het al hoor, maar het gaat zeker nòg geweldiger worden. (=
En ik wil nog eens herhalen dat ik zoiets niet tegen iedereen ga zeggen en zo'n dingen ook niet vaak zeg, dus dat wilt al heel wat zeggen over de kwaliteit van deze story.
Dit gaat gewoon zo goed worden. (: