Foto bij OO8

Omggg, sorry, sorry, sorry, ik heb echt al zo lang niet geschreven ;O
*je mag me slaan, maar ik denk niet dat jullie dat doen, want ik ben superawesome en lief enzo, dus doe maar niet*
Oké hier een lang stukje voor jullieeee! (:
En een supersexy foto van Loulou hierboven ^^

Het pad dat eerst de hele weg plat liep, begint nu omhoog te gaan. Hijgend klimmen we omhoog, nog steeds zonder een woord te zeggen. Louis zucht af en toe en ploft dan neer op de grond met de woorden: "Als we hier lang genoeg blijven zitten pikken ze ons vast wel op voor we dood zijn." ik vind het nog niet een zo'n slecht idee en ga ook naast hem zitten. Mijn voeten steken van het lopen zonder schoenen aan. Ik zie in mijn ooghoeken dat Louis naar me staart. Ik blijf recht voor me uit kijken. Ik voel me ellendig en ik kan wel huilen, maar ik blijf sterk, zeker nu ik weet dat dit alles wordt gefilmd. Ik verberg mijn gezicht tussen mijn knieën. Opeens hoor ik het geluid van een helikopter. Ik kijk omhoog en hoor door wat boxjes de stem van Ruben. "Jullie kunnen wel daar blijven zitten, maar reken er maar niet op dat we jullie redden. Als we dat doen, moeten jullie het wel verdiend hebben!" en na deze woorden verdwijnt het geluid alweer. Ik krijg een soort flashback van vroeger. Toen maakte ik weleens wandelingen met mijn ouders door het bos vlakbij huis. Toen mijn zusje kwam hadden ze veel minder tijd voor me en verdwenen al die dingen. Ik werd zelfstandiger, misschien zonderde ik me ook wel wat af. Ik hou van Sam, echt waar, maar door haar is de band met mijn ouders veel en veel minder geworden. Ik kom weer terug in de realiteit als Louis me een klopje op mijn schouders geeft. "Ga je mee? We zullen wel moeten." ik voel dat mijn wang een beetje nat is. Shit, ik heb dus toch gehuild. Ik ben blij dat Louis niet vraagt wat er is. Het maakt me niet uit als het is omdat hij niet geïnterreseerd in me is, ik ben gewoon blij, want eigenlijk weet ik het zelf ook niet zo goed. Vol in gedachten lopen we verder. Ik hoop dat we bijna boven zijn, want echt, nog langer naar boven lopen is echt niet goed voor me. Louis loopt een paar meter voor me. Hij zet flinke stappen en het lijkt net alsof hij helemaal niet moe is, alsof hij helemaal geen pijn heeft. Ik struikel over mijn een boomstronk en val. Veel tijd om zielig te doen heb ik niet, want ik begin Louis uit het oog te verliezen. Ik sta snel op en hinkel nu achter hem aan. Heeft dan niemand medelijden ofzo? Ik denk na over wat Ruben zei over de missie om te realiseren dat het leven dat we leiden niet zo gewoon is als het lijkt' Ik snap dat Louis om die reden hier is gedropt. Als je beroemd bent leidt je nou eenmaal niet een heel normaal leven. Maar ik? Waarom heb ik dit eigenlijk nodig? Plotseling hoor ik een schreeuw van veraf. Het is Louis. "Ik ben er! Ik ben boven!" dit geeft me moed en ik hinkel even wat sneller door. Louis kijkt me bezorgd aan en vraagt of ik ben gevallen. Ik kijk hem even aan en zeg sarcastisch: "Nee, ik vind het gewoon leuk om zonder schoenen door een bos te hinkelen." meteen heb ik spijt van de toon waarop ik het zei, maar Louis negeert het en begint in een boom te klimmen. "Wat ga jij nou weer doen? Het is pas middag hoor, we zullen denk ik nog wel even door moeten lopen." zeg ik tegen hem. "Kijken of ik ergens water zie." roept hij naar me terug. Ik besluit toe te geven dat Louis nog best vaak goede ideeën heeft en ga zitten tegen de boomstam. Ik volg hoe Louis handig van tak tot tak klimt tot hij bijna de top heeft bereikt. Hij juicht en schreeuwt naar beneden dat hij een meer ziet. Ik lach en wil eigenlijk er gelijk heen lopen, maar Louis blijft nog even zitten. Ik vraag hem waar hij nog op wacht waarop hij zegt: "Kom ook, het uitzicht is eigenlijk echt prachtig!" dan klim ik achter hem aan. Mijn voeten schieten af en toe weg en de takken snijden in mijn handen. Een druppeltje bloed glijdt langzaam over mijn arm naar beneden, maar ik zet door, als Louis het kan moet ik het ook kunnen. Wat meer bovenin zijn er steeds meer takken en uiteindelijk bereik ik Louis. "Denk je dat die tak het houdt?" vraag ik hem, als ik op het punt sta naast hem te gaan zitten. "Tuurlijk wel, zo zwaar ben je denk ik niet?" zegt hij met een knipoog. Ik hou niet van knipogen, maar ik negeer het en ga voorzichtig naast hem zitten. Ik gluur door de blaadjes en zie dan een van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien. De zon staat hoog aan de hemel en er vliegen vogels door de lucht. In de verte zie je bergen, die ver boven de horizon uitsteken. Het is adembenemend. Dan kraakt de tak opeens en voor ik het weet breekt hij af.

Reageer (1)

  • jumaatje

    aahw, houdt dit lieve mensje hier niet van knipogen? ;)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen