~2
Vrijdag. De allerlaatste dag van mijn vakantiejob. Ik vond het erg spijtig, maar ik kon de vakantie niet langer rekken. Maandag zou het schooljaar alweer beginnen, en is de vakantie voorgoed voorbij, nou ja, de zomervakantie van 2012 toch. Ik liep het ziekenhuis binnen met een doos, ik had cakejes gebakken, om uit te delen aan het personeel waarmee ik had samengewerkt de laatste twee maanden. Tijdens de lunchpauze deelde ik ze uit en liet ik de rest in de koelkast staan. 'Wat kan ik nog doen?' vroeg ik aan Merlina, de hoofdverpleegster. 'Kamer 213.' 'Is die dan nog niet schoongemaakt?' 'Ze hebben deze morgen pas het lijk weggehaald zodat de familie nog afscheid kon nemen.' 'Ok. Dan doe ik die kamer wel.' glimlachte ik. Ik nam verse lakens en liep kamer 213 in, de kamer van het meisje Peyton, het overleden meisje. Ik had het moeilijk om de kamer te betreden, ik had zo'n mooie en tedere verhalen gehoord over haar, over hoe geweldig en mooi ze wel niet was, dat gedeelte over 'mooi' was zeker niet gelogen, ze was prachtig. Op de tafel naast haar bed stond een foto van haar met haar vriend, de jongen met de dreads en de pet. Ik nam de kader vast en keek ernaar. 'Mag ik die misschien terug hebben?' ik draaide me geschrokken om en zag de jongen in de kamer staan. 'Natuurlijk, het spijt me. Hij stond hier nog, ik wou hem aan het onthaal plaatsen.' 'Geen probleem.' ik gaf hem de foto. Hij ging in het zeteltje in de hoek zitten. 'Als je wil, kan ik later wel terugkomen om de kamer schoon te maken.' ik maakte al de intentie om weg te gaan. 'Neenee, doe maar je werk. Ik wil hier gewoon nog even zitten, als dat wel mag?' 'Doe maar rustig, ga zitten en neem je tijd.' ik glimlachte. 'Bedankt.' hij had mooie bruine ogen, en met die ogen gaf hij me een intense blik. Het was aangrijpend. Ik draaide me om en ververste de lakens op het bed. Daarna nam ik een vochtige doek en veegde ik het bed schoon, de kasten en deed daarna de badkamer.
'Zo. Ik ben klaar.' de jongen stond op. 'Gaat het met je? Kan ik iets voor je halen?' 'Nee, ik ga zelf nog even naar de cafetaria.' Ik glimlachte. 'Ik wou gewoon nog even hier zijn.' een traan rolde over zijn wang. 'Dat begrijp ik. Ik ben Katie, als ik je kan helpen, hoef je maar te roepen.' 'Bedankt, ik ben Tom.' 'Aangenaam Tom.' Ik wou net de kamer uitgaan toen Tom een gesprek begon. 'Heb jij Peyton verzorgt?' 'Nee, maar ik heb geweldige verhalen van haar gehoord. De verpleegsters hadden altijd een verhaal klaar over haar, ook verhalen die ze van jullie gehoord hadden, en van haar vader.' 'Peyton was geweldig.' 'Daar twijfel ik niet aan. Ze heeft echt gevochten om er uit te komen, dat weet ik. Dat hebben de verpleegsters en de dokters ook meerdere keren verteld.' 'Echt?' 'Ze waren altijd erg positief over haar. Ze konden aan de diagnoses zien dat ze haar best deed om te ontwaken, maar dat ze er gewoon de kracht niet voor vond.' 'Inderdaad. Peyton was een doorzetter. Spijtig dat het zo gelopen is...' nog een traan verliet zijn ooghoek. 'Ik vind het echt zo..' 'Ja, bedankt.' hij glimlachte vluchtig naar me. 'Peyton was een geweldig hoofdstuk in mijn leven, het beste. Maar nu is ze er niet meer, dat zal ik moeten accepteren, en verdergaan.' 'Maar het hoeft niet meteen, het is geen schande om er even van af te zien, om gewoon je gevoelens en emoties te tonen, en om te huilen. Daar is niets erg aan.' ik merkte dat hij een krop in zijn keel had. 'Tom, ik weet zeker dat iedereen in je omgeving respect en liefde voor je toont, en dat ze je begrijpen.' 'Ik moet sterk zijn.' slikte hij. Hij keek me droevig aan. 'Dat kan erna nog, nu is het gewoon belangrijk dat je het verwerkt, en op je eigen manier. Niemand hoeft je te zeggen dat je niet mag huilen, dat je kwaad, woest, of heel erg bang en verdrietig mag zijn.' hij keek me aan, de tranen stonden in zijn ogen, klaar voor hun vrije val. 'Je kent me helemaal niet, ik ben maar een vakantiejob verpleegster, maar ik ben hier nog de hele tijd als je me nodig hebt.' hij ging op het bed zitten. 'Vind je het erg om gewoon even naast me te zitten, en alle verhalen die je gehoord had van de verpleegsters te vertellen?' ik schudde mijn hoofd en nam plaats naast hem. 'Ze vertelden me zo vaak, dat ze een prachtige vrouw was.'
Ik deed mijn best om de verhalen die hij wou horen zo mooi mogelijk te verwoorden. Plots stroomden de tranen over zijn wangen. Ik zweeg en liet hem even zijn gang gaan. 'Sorry.' snikte hij, hij veegde snel zijn tranen weg daarna. Hij stond op. 'Ik ga naar huis, even slapen.' ik stond ook op. 'Het ga je goed, Tom.' Daarna draaide hij zich om en wandelde hij de kamer uit. Ik bleef even de kamer in staan en keek rond. Ze moet echt wel een fantastisch persoon geweest zijn. Toen ik verder ging met mijn werk dacht ik soms terug aan Tom, en hoeveel verdriet hij met zich meedroeg. 'Hey jij daar.' ik draaide me geschrokken om. De hoofdverpleegster stond in het deurgat. 'Het is 19u, je mag naar huis toe.' ik glimlachte. 'Kom je na het omkleden nog even je kastsleuteltje terugbrengen?' 'Geen probleem.' lachte ik. Ik liep naar de kastjes en trok mijn gewone kledij aan, de verpleegster kledij gooide ik in de wasmand van het ziekenhuis, zoals het moest. Toen ik bij de lobby kwam stond al het personeel op me te wachten. 'Katie, je was een genot om in dienst te hebben. Het ga je goed op de universiteit!' ik kreeg tranen in mijn ogen. Ik kreeg bloemen, en chocolaatjes, en veel, heel veel complimentjes. 'Bedankt mensen, ik ga dit nooit vergeten, en ik kom vaak nog op bezoek.'
Nadat ik van iedereen afscheid had genomen ging ik in mijn auto zitten en reed ik terug naar huis. 'Mam, ik ben thuis!' Mama kwam de keuken uit. 'Oh hey schat, hoe was het?' 'Fantastisch. Spijtig dat ik weg moest om naar school te gaan.' 'Ach Katie, je vind het vast geweldig op de universiteit.' 'Ja, weet ik.' 'Wil je even Anna gaan halen, het eten is klaar.' 'Op haar kamer?' 'Ja.' 'Ok.' ik liep de trap op en klopte op Anna haar kamerdeur. 'Ja?' ik liep haar kamer in. 'Oh hey Katie.' 'Het eten is klaar.' 'Ik kom eraan.' ze stond op van haar bed en liep met me mee naar beneden. 'Hoe was jou laatste dag vakantie?' vroeg ik. 'Goed. Ik heb met een vriendin afgesproken, en we zijn nog een paar laatste spulletjes gaan halen voor maandag.' 'Leuk!' 'Ja, inderdaad.'
'Zo. Ik ben klaar.' de jongen stond op. 'Gaat het met je? Kan ik iets voor je halen?' 'Nee, ik ga zelf nog even naar de cafetaria.' Ik glimlachte. 'Ik wou gewoon nog even hier zijn.' een traan rolde over zijn wang. 'Dat begrijp ik. Ik ben Katie, als ik je kan helpen, hoef je maar te roepen.' 'Bedankt, ik ben Tom.' 'Aangenaam Tom.' Ik wou net de kamer uitgaan toen Tom een gesprek begon. 'Heb jij Peyton verzorgt?' 'Nee, maar ik heb geweldige verhalen van haar gehoord. De verpleegsters hadden altijd een verhaal klaar over haar, ook verhalen die ze van jullie gehoord hadden, en van haar vader.' 'Peyton was geweldig.' 'Daar twijfel ik niet aan. Ze heeft echt gevochten om er uit te komen, dat weet ik. Dat hebben de verpleegsters en de dokters ook meerdere keren verteld.' 'Echt?' 'Ze waren altijd erg positief over haar. Ze konden aan de diagnoses zien dat ze haar best deed om te ontwaken, maar dat ze er gewoon de kracht niet voor vond.' 'Inderdaad. Peyton was een doorzetter. Spijtig dat het zo gelopen is...' nog een traan verliet zijn ooghoek. 'Ik vind het echt zo..' 'Ja, bedankt.' hij glimlachte vluchtig naar me. 'Peyton was een geweldig hoofdstuk in mijn leven, het beste. Maar nu is ze er niet meer, dat zal ik moeten accepteren, en verdergaan.' 'Maar het hoeft niet meteen, het is geen schande om er even van af te zien, om gewoon je gevoelens en emoties te tonen, en om te huilen. Daar is niets erg aan.' ik merkte dat hij een krop in zijn keel had. 'Tom, ik weet zeker dat iedereen in je omgeving respect en liefde voor je toont, en dat ze je begrijpen.' 'Ik moet sterk zijn.' slikte hij. Hij keek me droevig aan. 'Dat kan erna nog, nu is het gewoon belangrijk dat je het verwerkt, en op je eigen manier. Niemand hoeft je te zeggen dat je niet mag huilen, dat je kwaad, woest, of heel erg bang en verdrietig mag zijn.' hij keek me aan, de tranen stonden in zijn ogen, klaar voor hun vrije val. 'Je kent me helemaal niet, ik ben maar een vakantiejob verpleegster, maar ik ben hier nog de hele tijd als je me nodig hebt.' hij ging op het bed zitten. 'Vind je het erg om gewoon even naast me te zitten, en alle verhalen die je gehoord had van de verpleegsters te vertellen?' ik schudde mijn hoofd en nam plaats naast hem. 'Ze vertelden me zo vaak, dat ze een prachtige vrouw was.'
Ik deed mijn best om de verhalen die hij wou horen zo mooi mogelijk te verwoorden. Plots stroomden de tranen over zijn wangen. Ik zweeg en liet hem even zijn gang gaan. 'Sorry.' snikte hij, hij veegde snel zijn tranen weg daarna. Hij stond op. 'Ik ga naar huis, even slapen.' ik stond ook op. 'Het ga je goed, Tom.' Daarna draaide hij zich om en wandelde hij de kamer uit. Ik bleef even de kamer in staan en keek rond. Ze moet echt wel een fantastisch persoon geweest zijn. Toen ik verder ging met mijn werk dacht ik soms terug aan Tom, en hoeveel verdriet hij met zich meedroeg. 'Hey jij daar.' ik draaide me geschrokken om. De hoofdverpleegster stond in het deurgat. 'Het is 19u, je mag naar huis toe.' ik glimlachte. 'Kom je na het omkleden nog even je kastsleuteltje terugbrengen?' 'Geen probleem.' lachte ik. Ik liep naar de kastjes en trok mijn gewone kledij aan, de verpleegster kledij gooide ik in de wasmand van het ziekenhuis, zoals het moest. Toen ik bij de lobby kwam stond al het personeel op me te wachten. 'Katie, je was een genot om in dienst te hebben. Het ga je goed op de universiteit!' ik kreeg tranen in mijn ogen. Ik kreeg bloemen, en chocolaatjes, en veel, heel veel complimentjes. 'Bedankt mensen, ik ga dit nooit vergeten, en ik kom vaak nog op bezoek.'
Nadat ik van iedereen afscheid had genomen ging ik in mijn auto zitten en reed ik terug naar huis. 'Mam, ik ben thuis!' Mama kwam de keuken uit. 'Oh hey schat, hoe was het?' 'Fantastisch. Spijtig dat ik weg moest om naar school te gaan.' 'Ach Katie, je vind het vast geweldig op de universiteit.' 'Ja, weet ik.' 'Wil je even Anna gaan halen, het eten is klaar.' 'Op haar kamer?' 'Ja.' 'Ok.' ik liep de trap op en klopte op Anna haar kamerdeur. 'Ja?' ik liep haar kamer in. 'Oh hey Katie.' 'Het eten is klaar.' 'Ik kom eraan.' ze stond op van haar bed en liep met me mee naar beneden. 'Hoe was jou laatste dag vakantie?' vroeg ik. 'Goed. Ik heb met een vriendin afgesproken, en we zijn nog een paar laatste spulletjes gaan halen voor maandag.' 'Leuk!' 'Ja, inderdaad.'
Er zijn nog geen reacties.