001. houses of the holy
Het leek een eeuwigheid sinds Jette aan dit raam had gestaan. De herinnering aan het onweer kwam altijd terug als ze hier stond. Het waren de simpele momenten waarop Castiel en zij met elkaar praatten ... Ze probeerde hem wat meer inzicht te geven hoe de mens in elkaar zat. Spreekwoorden, gezichtsuitdrukkingen - want ook die waren soms moeilijk voor hem - en gevoelens, alles kwam aan bod. De engel was leergierig maar het hielp hem niet bepaald vooruit. Slechts kleine vorderingen had hij gemaakt, om na al die tijd een serieuze pas terug te zetten. De engel van donderdag was niet langer een engel meer.
Een zwakke bries trok door de kamer en verried zijn aanwezigheid. Het overbekende geluid van vleugels die de engel naar een plaats brachten, had plaats gemaakt voor een koude, onaangename bries. Je had om mijn aanwezigheid gevraagd ... Het was geen vraag maar een vaststelling en Jette kon horen aan zijn stem dat hij hier niet mee opgezet was. Je haalde een van de machtigste wezens van het universum niet naar je thuis, gewoon om een praatje te slaan.
De jongedame draaide zich eindelijk om, klaar om eindelijk te confrontatie aan te gaan. Dean had geprobeerd wat met Castiel te praten maar had de hoop al snel opgegeven. Sam niet, die bleef bidden maar of het effect zou hebben? Zij was de laatste hoop. Ondanks Dean en Cas' "profound bond", was zij nog altijd degene die het dichtste bij de engel stond. Ze had met hem gepraat, hem geholpen en er voor hem geweest zoals hij er voor haar was. Of geweest was.
Jette ademde diep en richtte hij blauwe kijkers op Castiel. "Cas ... Dit moet stoppen. Je hebt gedaan wat je moest doen. We kunnen dit altijd nog achter ons laten. Het is nog niet te laat." Ze zag hoe de voormalige engel zijn hoofd kantelde, lichtjes maar. Vroeger was het erger geweest. Dan rustte zijn oor bijna op zijn schouder. De handeling was subtieler geworden maar nog altijd eigen aan de engel. Toch iets dat niet verdwenen was. Dan kwam er echter iets schokkend.
Hij keek weer gewoon naar haar, een zelfvoldane uitdrukking op zijn gelaat. Jette, je weet zelf goed genoeg dat ik Castiel niet meer ben. Ik zou het appreciëren, moest je me God noemen.
Had hij dat nu werkelijk gezegd? Werd er nu van haar verwacht dat ze hem God ging noemen? Dit was te belachelijk voor woorden. Jette had moeite haar woede in te houden. Ze balde haar handen tot vuisten terwijl ze trachtte zichzelf te kalmeren. Diep in- en uitademen, dat was de truc maar je geduld werd zwaar op de proef gesteld met zo'n arrogante vent voor je. Wat hij ook deed, ze zou niet toegeven. Nooit zou ze hem met God aanspreken. "Ga weg Castiel." Een gedecideerde uitdrukking was zichtbaar op haar gezicht terwijl ze langzaam naar hem opkeek.
Even leek het alsof hij een geweten had, Castiel keek naar haar als een puppy die net geslagen was. Dit verdween echter gauw weer als hij zich weer de status van God aanmat. Daarvoor roep je me? Vroeg hij, al even arrogant als hij eruitzag.
"Ga weg!" Het was niet haar bedoeling geweest tegen hem te roepen maar het feit dat een vriend - haar beste vriend - haar zo kon behandelen, was iets dat ze niet kon bevatten. De tranen stroomden over Jettes gezicht, een woedende blik in haar ogen. Castiel op zijn beurt keek haar met verbazing aan. Hij knikte dan gewoon en verdween. De koele bries die langs haar wangen streek, bezorgde Jette rillingen.
Reageer (1)
Ik vind dat je super mooi schrijf.
1 decennium geledenJe moet snel verder schrijven!