29. Revenge, M
Christina
Wauw, al bijna bij de dertig hoofdstukjes! Nooit gedacht dat dat zou lukken... Bedankt voor het lezen!
Het geluid van de autodeuren haalt me uit mijn gepeins, terug naar de werkelijkheid. Bijna automatisch neem ik plaats achterin zodat April en Bella voorin kunnen zitten. Zei ik nou weer Bella? Ik moet hier echt mee oppassen. De koffers van de barvrouw, die dus eigenlijk geen barvrouw is, worden achterin het oude Peugeotje gezet. Ik maak zuchtend mijn gordel vast. Nog geen week geleden heb ik samen met mijn vrienden - een steek gaat door mijn buik, ik mis ze - een film gekeken. Het zesde deel van de Harry Potter-serie was het geloof ik. Ik herinner me, dat we na afloop tegen elkaar zeiden: 'Wat moet het gaaf zijn om zo'n avontuur te beleven.' We lachten erom, al lachend voegde Jessica eraan toe: 'Of magie gebruiken, stel je eens voor hoe gaaf dát zou zijn!' Het is niet te geloven dat dat ook echt gebeurd nu, van het avontuur tot aan de magie. Ongelooflijk ook, dat het helemaal niet zo leuk is als het lijkt.
De auto wordt gestart, de radio gaat aan. Nog even let ik op de dagelijkse drukte in de straten van Parijs, maar zodra we Parijs verlaten hebben zak ik weer terug in mijn gedachten. Mensen van misschien wel vierhonderd jaar oud die elkaar afslachten om een gave. Ontvoerde meisjes die nooit meer teruggezien werden, puur omdat ze die ene gave zouden kunnen hebben. Omdat ze krachtiger waren dan anderen. Alessia, Elisa's zus, die één van die meisjes was. Mijn zus, mijn eigen tweelingzus, die hoogstwaarschijnlijk een meisje is uit één of andere voorspelling. En Aprils zoon, meegenomen door die... Ik vervloek ze, op zo'n manier dat ik er zelf van schrok. Van haar afgenomen, en geef zijn magische krachten maar weer de schuld!
In mijn hoofd, dwars door mijn gedachten heen, begint zich een plaatje van een kamer te vormen. Een soort foto. Rode muren, een vensterbank waarin je kunt zitten op kussens. Een vensterbank waarin de jongen die ik vanochtend zag, zit. Ik frons mijn wenkbrauwen als ik uit het raam probeer te kijken. Een mistig, droevig landschap is te zien. Ik span me in, bekijk de jongen in de foto beter. Ik noem het maar foto, dan heeft het in elk geval een naam. Zijn gezicht, en met name de huid onder zijn ogen, is rood. Alsof hij net gehuild heeft. Veel tijd om daarover na te denken, krijg ik niet. Het beeld verandert en ik zie een foto van een witte gang. Er lopen veel mensen in. Nou ja, lopen niet echt want het is een foto dus ze staan stil. Ik bestudeer de deuren die, met een regelmatige afstand ertussen, in alle muren bevestigd zijn. Paarse deuren, witte deuren, groene en blauwe deuren... Zo ongeveer alle kleuren van de regenboog hebben wel meer dan één deur. Behalve rood. Zover als ik kan kijken in de lange, smalle gang, zie ik maar één rode deur: Die vlak naast me. De mensen, waar ik nu op let, zijn niet heel opvallend. Niet oud, de meesten zijn rond een jaar of twintig. Voor de rode deur staat een breedgeschouderde, gespierde man van een jaar of dertig. Ouder dan de gemiddelde persoon dus. Naast zijn hoofd verschijnt een woord, in zwarte drukletters. 'Felix' lees ik. Het valt me nu pas op, dat bij elk persoon in de gang een hoop dingen geschreven staan. Van 'Hahaha' in een rond, krullend handschrift tot 'Wat zouden ze doen als ze merken dat ik een relatie heb?' in een slordig handschrift. Gedachten, begrijp ik.
Ik knipper met mijn ogen, de afbeelding verdwijnt en ik zie de stoelen voor me weer. Ook hier zweven woorden door de lucht. Aangezien ik niet hoef te weten wat April en Elisa nu denken, probeer ik de woorden te wissen. Met een denkbeeldige gum ga ik over de woorden heen en tot mijn opluchting verdwijnen ze. Nu denken ze vast niets, schiet me opeens te binnen. Er verschijnen nieuwe letters, nieuwe gedachten. 'Wat was dat?' is naast het hoofd van April te lezen, in lichtblauwe, schuine letters. Ik concentreer me, en denk uit alle macht: Ik. Hoef. Niet. Te. Weten. Wat. Je. Denkt. Alsjeblieft, houd je gedachten bij je.
Langzaam lossen de woorden weer op. Verbaasd lach ik even, ik kan het dus beheersen. Eens kijken of ik ze ook weer tevoorschijn kan krijgen. Ik probeer: 'Ik zou graag willen weten wat je denkt, kun je je gedachten weer openbaar maken?' en de lichtblauwe woorden verschijnen weer. Grijnzend kijk ik uit het raam naar de voorbijschietende zonnebloemen. Gedachten lezen. Ik kan gedachten lezen!
Reageer (2)
ik kreegeen mailtje
1 decennium geleden30. revenge M
en dan kan ik het niet lezen!
je bent gemeen
trouwens achter dit hoofdstukje moet nog een C
wacht is
1 decennium geledenzij heeft de KRACHT
tamtamtam
ze kan gedaante veranderen (haar haar, dat ziet er raar uit )
ze kan gedachten lezen
en (wat was het woord nou) ze heeft een soort van visioenen
dat zijn er drie
want een gave bestaat maar uit een ding en per generatie wordt iemand geboren die alles beheerst
dat is dus christina!
je bent echt al ver met je verhaal
snel verder