9. Ruzie
De wekker gaat. Ik schrik wakker. Daarna zucht ik. Weer een dag.
Ik kleed me snel aan en doe mijn haar. Ook doe ik wat make-up op. Ik kijk in de spiegel. Mijn zwarte haar zit in een nette staart. Ik heb mascara en wat lichte lipgloss op. Met mijn skinny jeans, rode hempje en zwarte vestje zie ik er wel leuk uit. Ik kijk mijn kamer rond en vraag me af welke schoenen ik aan ga doen. Ik kies voor de zwarte enkellaarsjes met een hakje. Dan doe ik de boeken voor vandaag in mijn tas.
Ik loop daarna snel naar beneden, want ik hoor Brody, Nora, Sophie en Aiden praten. Ik loop snel de trap af en loop naar de keuken. Daar zie ik dat ze al bijna klaar zijn met ontbijten.
Direct ben ik chagrijnig. Niet dat ik last heb van een ochtendhumeur. Maar ze hadden mij ook wel even kunnen roepen. Ik had mijn tas ook na het ontbijt kunnen inpakken. Maar ik blijf rustig en hoop nu al dat ik vanavond weer droom over de wolf. Dan heb ik ten minste iemand aan wie ik mijn verhaal kan doen en die in ieder geval aan mijn kant staat.
Ik pak snel een broodje en smeer hem met boter. Meestal eet ik in de ochtend alleen een broodje met boter. Dan pak ik een glas uit een kastje en schenk hem vol met sinaasappelsap. Mijn vaste ontbijt is weer compleet. Snel drink ik mijn glas leeg en eet mijn broodje op.
Brody kijkt mij bestraffend aan. Waarschijnlijk omdat ik niet even rustig ga zitten. Brody vindt rustig en samen ontbijten erg belangrijk. Hij vindt het eigenlijk niet goed als je niet even aan tafel gaat zitten en rustig ontbijt.
Ik kijk boos terug. Er gaat door mijn hoofd dat hij mij dan maar had moeten roepen. Ook heb ik nu even geen boodschap aan wat hij vindt. Hij moet zich gewoon nu even niet met mij bezighouden of bemoeien. Als hij toch niet eens de moeite neemt om mij even te roepen.
Brody, Nora, Sophie en Aiden zijn klaar met ontbijten en ze ruimen de tafel af. De taken zijn netjes verdeeld. Ieder doet wat en het gaat er rustig aan toe.
“Je kan ook wel even helpen.” zegt Brody geïrriteerd, waarna hij mij weer boos aankijkt. Ik trek de conclusie dat ik niks meer goed kan doen vandaag. Alles wat ik doe vandaag zal fout zijn of ik het nu goed bedoel of niet.
Ik kijk hem geïrriteerd aan. “Ja. Jij had mij ook even kunnen roepen voor het ontbijt.” snauw ik dan. Als hij mij af wil katten kan ik dat ook bij hem doen. Hij is dan mijn broer, maar als hij niet leuk tegen mij wil doen zal ik ook zeker niet leuk tegen hem doen. Boontje komt om zijn loontje.
Brody kijkt mij verbaasd aan. Alsof hij niet verwacht had dat ik iets terug zou zeggen. Alsof ik het recht niet heb om iets terug te zeggen. Wat ik in zijn ogen waarschijnlijk ook niet heb.
Nora grijpt in. “Wij zijn niet verantwoordelijk voor jou. Jij moet zelf uit je bed komen om te ontbijten. Dat is niet iets wat wij voor jou hoeven te regelen.” snauwt Nora. Ze kijkt mij woedend aan. Alsof ik haar iets verschrikkelijks heb aangedaan.
Even kijk ik haar verbaasd aan. Ik had niet verwacht dat zij zich tegen mij zou keren. Meestal is zij degene die mij steunt. Maar dan kijk ik boos terug. “Nee, natuurlijk. Kies maar voor zijn partij. Waar bemoei jij je eigenlijk mee?!?! Je bent niet eens mijn echte zus!” snauw ik woedend. Als zij het zo kan spelen kan ik het ook. Ik weet dat het te ver gaat. Maar zij laten mij stikken. Allemaal. Ik hen niet. En grote kans dat ze zich allemaal tegen mij keren. Zoals ze de laatste tijd wel vaker doen.
Nora kijkt mij gekwetst aan. Alsof ze dit niet van mij had verwacht. Wat ze waarschijnlijk ook niet verwachtte. Maar ik had ook niet van haar verwacht dat ze zich tegen mij zou keren.
Nu grijpt Aiden in. “Hoe durf jij dat te zeggen?! Jij bent verschrikkelijk! Jij maakt alles kapot! Jij hebt mam haar huwelijk kapot gemaakt! Het is jouw schuld dat pap weg is!” schreeuwt hij woedend. Als hij door heeft wat hij gezegd heeft, slaat hij een hand voor zijn mond. Hij kijkt mij geschokt aan. Alsof hij niet kan geloven dat hij dat gezegd heeft.
Maar aan mij hoeft hij geen excuses meer aan te bieden. Hij heeft gezegd wat hij echt vindt. En dat het mijn schuld is dat pap weg is. Wat waarschijnlijk waar ik omdat hij het op dit moment zegt.
Ik loop snel naar mijn kamer. Ik wil hier weg en wel nu. Ik wil even geen mensen om mij heen. En zeker geen mensen die mij de schuld geven van alles. Ik pak mijn tas, waar gelukkig al mijn boeken al in zitten.
Dan ren ik naar beneden. Ik sprint de deur uit.
Sophie, Aiden, Brody en Nora proberen mij nog tegen te houden. Maar daar heb ik nu even geen boodschap aan. Als ze echt zo over mij denken hoef ik ze voorlopig even niet meer te zien.
Ik ren. Geen idee waarheen. Tranen stromen over mijn wangen. De tranen in mijn ogen belemmeren mijn zicht. Maar ik ren door, me niet laten tegenhoudend door mijn slechte zicht.
Opeens bots ik tegen iemand aan. Het kan me allemaal niet meer schelen en ik wil me laten vallen. Maar degene houdt mij vast. Hij tilt mij op en houdt mij stevig vast. Hij loopt rustig verder terwijl ik geen idee heb waar we heengaan.
Op een gegeven moment ben ik weer een beetje rustig. Ik bedenk me dat ik niet weet door wie ik wordt vastgehouden. Maar toch ben ik niet bang. De jongen straalt een kalmte uit. Ik vraag me af wie mij nou eigenlijk vasthoudt. Nieuwsgierig doe ik mijn hoofd. Langzaam komt zijn gezicht in beeld. De jongen heeft door dat ik naar hem kijk. Hij kijkt mij glimlachend aan.
Reageer (2)
leuk!!!!!
1 decennium geledenik snap niet wrm ze per se haar overal de schuld van moeten geven.
snel verder!!!
xxx
wow geweldig hoofstukje ik heb nu al een hekel aan Sophie, Aiden, Brody en Nora ongeloofelijk hoe ze haar overal de schuld van geven en om alles wat ze doet boos worden. Het word steeds beter en beter kan niet wachten tot het volgende hoofdstukje ga zo door! snel verder pleaz! xxxx su(flower)
1 decennium geleden