006
Met elke stap die ik zette voelde ik me steeds nerveuzer. Ik keek om me heen of ik ergens een priemende blik kon ontdekken, maar natuurlijk was er niemand. Was ik gek aan het worden?
Ik liet mijn angst los en werd kalm. Er was niks aan de hand, laat het gewoon los.
‘Er is niks aan de hand, het is gewoon je fantasie’ zei ik zachtjes tegen mezelf. Nadat ik het hardop had gesproken voelde ik me stukken beter. Ik lachte zachtjes, ik dacht nog dat het geesten waren. Ik kon mezelf wel voor me hoofd slaan.
Wat vrolijker liep ik naar het huis van Jessie.
De maan had zich verscholen achter de vele duistere wolken die aan de hemel hingen. Nu ik zo naar boven keek wist ik dat het zou gaan regenen. De wind sneed in mijn gezicht en ik kneep mijn ogen samen. Ik zocht naar mijn handschoenen en deed ze snel aan. Ik trok mijn capuchon over mijn hoofd en had het gelijk wat warmer.
Mijn hakken maakten een ritmisch tikkend geluid, hoe sneller ik liep, hoe sneller het getik werd. Er waren weinig mensen nog buiten, ik zag net een paar jongeren een steeg in verdwijnen. Ik hoorde in de verte wat geblaf van een hond die was gewekt uit zijn slaapje. Een raam was open en ik hoorde de geluiden van een tv.
Het was ook nooit stil in een stad, er gebeurde wel altijd wat. Ik hoorde in de verte een politiesirene, wat natuurlijk niks goeds voorspelde.
Ik pakte mijn telefoon om een sms’je te sturen naar mijn vader, hij was altijd een bezorgd type. Nadat ik had gezegd dat ik bij Jessie zou blijven stopte ik mijn telefoon weer terug in mijn zak.
Eindelijk zag ik het huis van Jessie tevoorschijn komen. Het was best groot, maar dat verwachtte je ook van rijke ouders. Haar vader was een baas van bedrijf en haar moeder een zakenvrouw die huizen verkocht.
Je zou nu wel denken dat Jessie nu een hele verwende kind was, maar dat was helemaal niet zo. Ze hielp graag anderen en ze dacht ook niet dat ze beter was dan anderen. Ze kan soms fel uit de hoek komen, maar alleen als ze wist dat ze zeker wist dat ze gelijk had. Net als bij dat voorval met die jongens.
Ik liep naar het hek die me van het huis scheidde en ik zocht met mijn ogen naar de bel. Toen ik het vond begon ik er langdurig op te drukken. Toen hoorde ik een mechanische stem vanuit de speakers komen: ´Wie is daar?´
´Ik ben het, Evelien´ zei ik. Gelijk hoorde ik het hek open gaan. Met mijn handen duwde ik het verder open ik glipte er snel tussen. Het huis was echt enorm als je het van dichtbij keek. Er was ook een grote tuin, met in het midden een grote fontein en op de fontein was er een engel, uit de mond van de engel kwam er een waterstraaltje. Er waren overal wel bloemen, Jessie hield echt van bloemen. Er was een weg met kiezelsteentjes die naar de voordeur leidde.
Je werd gelijk vrolijk als je dit zag, meestal zaten we hier te praten en gingen we de bloemen verzorgen.
Ik zag Jessie de deur uit rennen, ze omhelsde me snel.
´Kom, we gaan naar mijn kamer´ zei ze glimlachend en ze trok me haar huis binnen.
Reageer (4)
Mooi stukje, snel verder!
1 decennium geledenSNEL VERDER!!!
1 decennium geledenNaja thuis, bij Jessie! (:
1 decennium geledenOeff, gelukkig is ze veilig thuis! (:
1 decennium geledenIk ben benieuwd wat er nog meer gaat gebeuren!
Love it, snel verder!