Linked by the Scarf. 6
Vorige keer:
Daar staat de jongen die ik, telkens ik aan de sjaal ruik, zie. Zijn zwarte haren en make-up geven me zekerheid. Die jongen is beroemd.
'Sunehry, alles oké?' hoor ik Isa vragen.
'Ja hoor. Ik was gewoon even aan het nadenken', zeg ik. Ondertussen zijn ze al met de Rookie bezig.
Deel 7
‘Wat lang geleden dat we dit nog eens gedaan hebben’, zegt Isa blij. En gelijk heeft ze, het is inderdaad al lang geleden dat we nog eens lekker geshopt hebben. Vanaf de dag dat ik mijn diploma in ontvangst heb gekregen, doe ik de sjaal om. Dag en nacht, nooit doe ik hem af, enkel om te douchen, en nooit mag hij gewassen worden. Ik begin zelf al een beetje naar de sjaal te ruiken. Net als we de New Yorker in willen lopen, zie ik hem weer. Na al die maanden, staat hij hier gewoon voor mijn neus. Zonder wat tegen Isa te zeggen, loop ik hem achterna. Wanneer ik vlak achter hem loop, twijfel ik. Uiteindelijk tik ik toch op zijn schouder. Hij draait zich om. Wat is hij groot en gespierd. Hij kijkt me vragend aan.
‘Ja? Kan ik helpen?’ vraagt hij me.
‘Uhm, nou ja… zie je’, mompel ik. Ik laat hem zijn sjaal zien.
‘Is dat mijn sjaal? Die ben ik al maanden kwijt’, zegt hij verbaasd.
‘Je hebt hem eens laten vallen. Ik heb hem opgeraapt en wou hem teruggeven, maar ik raakte je kwijt in de stad', leg ik uit.
‘En… nu kom je die terug geven?’ vraagt hij vriendelijk. Ik knik, steek mijn handen uit en kijk, toch met wat spijt, toe hoe hij de sjaal aanpakt.
‘Echt bedankt. Het is namelijk mijn lievelingssjaal’, zegt hij. Gefascineerd kijkt hij me aan.
‘Alessio! In plaats van chickies te playen zou je beter meekomen!’ hoor ik iemand roepen. Ik kijk opzij en zie twee jongens ongeduldig staan wachten.
‘Ja, wacht! Ik kom zo’, roept hij de jongens toe. ‘Nu, ik moet gaan. Hier heb je mijn nummer. Bel me, alstublieft’, zegt hij, bijna smekend. Ik knik en zie hem naar zijn vrienden lopen.
‘Hé, je hebt je sjaal terug. Waar heb je die vandaan gehaald?’ zegt de ene jongen.
‘Die ben je toch al maanden kwijt?’ zegt de andere dan weer.
‘Zij heeft hem gevonden en naar me toe gebracht’, antwoord hij terwijl hij eens naar achteren knikt met zijn hoofd. Hij draait zich om en lacht naar me, net zoals in mijn droom.
Er zijn nog geen reacties.