Foto bij One.

I know you’ve been hurt by someone else..


'Het kan dagen, weken of zelfs maanden duren voor ze weer bijkomt.' Dit was het eerste wat ik hoorde na twee maanden. 'Het spijt me, we doen alles wat we kunnen, maar het bezoekuur is afgelopen en u wordt vriendelijk verzocht het ziekenhuis te verlaten.'

Ik opende mijn ogen. Ik was in paniek. Waar was ik?
De hele kamer was bezaaid met apparatuur. Je zag de muren er niet door. Waren er eigenlijk wel muren?
Ik was netjes ondergestopt en had een kleed over me heen met letters op.
Aan mijn neus zaten buisjes en mijn lichaam was bezaaid met pleisters die naar apparaten leidden. Moesten we niet op vakantie zijn, in Duitsland?
Zachtjes draaide ik mijn hoofd naar het raam dat uitkeek op de gang.
Mijn vader stond nog te praten met de dokter. Er kwam een verpleegster aangelopen naar de man die vervolgens mijn kamer inliep.
'Goed nieuws, ze is bij!'
Onmiddellijk werd de kamer gevuld met een horde dokters, verplegers en verpleegsters. Een bezorgde vader hield mijn hand vast en bleef maar zeggen dat alles goed kwam.
Het apparatuur werd nagekeken en wel duizend keer werd er gevraagd of alles in orde was.
Ik bekeek de jonge verplegers één voor een, die ene had wel een mooi gezichtje. Oh en die daar, die heeft een mooi kapsel.
Waar was ik mee bezig? Ik lag in een ziekenhuisbed met allemaal mensen om mij heen die ik niet kende. Ik wist niet waarom ik hier lag en het enige waar ik kon aan denken was of er geen toekomstig vriendje voor mijn neus stond.
De enige die ik in de menigte miste was mijn moeder.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen