1.1
Eve keek met een moeilijk gezicht naar haar vastgebonden vriendin, hoewel ze wist dat het nodig was om iedereen veilig te houden zag ze Emm liever niet op deze manier, ze keek weg en leunde met haar hoofd op haar elle boog die op haar been leunde. Kleine takjes die braken trokken de aandacht van Eve waardoor ze haar hoofd omdraaide richting het geluid, de wolf die hen tot nu tot alleen maar geholpen had in vreemde maar toch hulpzame manieren kwam uit het bos lopen. Toen hij Emm nog steeds vastgebonden en buiten bewustzijn zag liggen knikte hij goedkeurend, hij zag haar niet als een mens, noch een Underwezen. Hij zag haar als een soort mislukking van de natuur, en dat liet hij merken met de manier waarop hij over haar sprak. Eve vond het uiteraard niet fijn maar begreep hem enigszins wel, ze wás gevaarlijk. ‘Uh…Hoe heet je eigenlijk?’ vroeg Eve, ze was best wel nieuwsgierig naar zijn naam, natuurlijk als hij daar gewoon antwoord op zou geven zou ze verder gaan vragen over de andere vragen waar ze zo graag antwoord op wilde. Hij keek verbaasd op, Eve schatte dat waarschijnlijk niet echt veel mensen ooit naar zijn naam gevraagd hadden of sowieso veel interesse in hem getoond hadden. ‘Bellum.’ Zei hij kortaf en ging weer verder met weghalen van bladeren en andere snel vlam vattende dingen die dicht bij het vuur lagen. ‘Oke, uh. Bellum… Wat ben je?’ Eve was blij dat ze die vraag er eindelijk uitgegooid had, ze wilde het zo graag weten, Het enige wat zei wist was dat er mensen, bewakers en Underwezens bestonden. En het kon natuurlijk zo zijn dat Bellum een Underwezen was, aangezien diezelfde soort wolven haar omsingeld hadden. Maar dat leek zo onwaarschijnlijk. Bellum was ondertussen klaar met wat hij aan het doen was en ging tegenover Eve zitten, aan de andere kant van het vuur. ‘Ik ben een mens…’ Zei hij, hij keek verdrietig het vuur in. Eve keek verbaasd door de bovenste vlammen van het vuur naar Bellum. ‘Maar, je bent een…’ Begon Eve stotterend haar zin. ‘Een Wolf. Ik weet het.’ Onderbrak Bellum haar. ‘Ik zit gevangen in dit lichaam,’ Zei hij op verdrietige toon en zuchtend keek hij naar de takken en bladeren die verdwenen in de zee van vlammen in het vuurtje dat ze gemaakt hadden. Eve keek nu met een nadenkend en daarna fronsend gezicht terug. Bellum voorzag de volgende vragen waterval en begon uit zichzelf te vertellen, ‘De wolven die je omsingelde hebben zich vrijwillig aangemeld, ze hebben hun menselijke, zwakke lichaam opgegeven voor een sterk wolvenuiterlijk. Voor de mensen die geen toekomst meer hadden was het geweldig, ze kregen een nieuwe lichaam, een nieuwe start. Ze kregen het allemaal voor niets op één voorwaarde, ze zouden zich helemaal moeten overgeven aan het Pack. Ze moesten zweren dat ze ten alle tijden hun leider zouden gehoorzamen. Maar deze mensen waren niet genoeg, er werden wolven op uit gestuurd om mensen naar de leider te brengen en tegen hun wil in, in een ander uiterlijk te stoppen. De lichamen werden gevoerd aan de hongerige zodat ze nooit meer naar hun eigen lichaam terug kunnen keren.‘ Eve luisterde met tranen in haar ogen naar Bellum, ze had niet verwacht dat hij zo’n wreed verleden had. ‘Ik heb mezelf niet aan de leider gezworen en ben ontsnapt, sindsdien leef ik hier in de bossen.’ Eve veegde met haar hand over haar gezicht om de tranen weg te vegen, maar ze was ook redelijk geschrokken door het verhaal van Bellum. ‘Waarom kwamen ze hier?’ Vroeg Eve. ‘Ze kwamen hier om Emm te vermoorden. Waarschijnlijk zouden ze jou eerst weghalen waardoor Emm vanzelf naar hun toe zou komen om jou te redden en om jullie dan uit te schakelen. Ze steunen Galatha, en Emm is blijkbaar erg gevaarlijk voor zowel de wolven als Galatha.’ Eve dacht terug aan hoe Emm de wolven zo even had uitgeschakeld alsof het niets was.
Er zijn nog geen reacties.