16.
Als ik deze activeer betekent dat dat ik nog maar één of twee stukjes in de reserve heb en dat het dus binnenkort misschien een heel stuk langzamer kan gaan, want ik schrijf helaas niet zo snel... Gelukkig heb ik op het moment een beetje een inspiratie-aanval, dus ik hoop dat er vandaag nog een hoofdstuk uit komt rollen zodat ik regelmatig kan blijven posten. Ik hoop in ieder geval dat jullie (of jij, want tot nu toe heb ik één geweldige, vaste lezer die ik absoluut wil bedanken voor de steun en motivatie) van dit hoofdstuk genieten
In de kantine was het zo warm dat sommigen hun trui hadden uitgetrokken. Ik voelde de aandrang om dat ook te doen, maar bedacht me toen dat ik mijn rode BH aanhad en dat iedereen dat straks zou weten als ik alleen in de witte blouse zou gaan rondlopen. Dat leek me niet zo'n goed idee, als ik niet ook nog als de slet van de school bekend wilde staan tenminste.
Alhoewel, Henry zou het wel mogen weten...
In de gang was ik hem tegengekomen. Hij zag me niet, hij had zijn aandacht gericht op het verhaal van de jongen naast hem, maar de herinnering aan vannacht was in mijn gedachten verschenen. Ineens wist ik weer waarom ik zo moe was geweest. Meteen toen mijn blik op hem was gevallen werden de vlinders in mijn buik wild en ik kon daar maar één ding uit afleiden.
Ik was voor hem gevallen – ironisch genoeg was dat andersom letterlijk het geval – misschien nog niet helemaal, maar ik vond hem toch zeker wel aantrekkelijk. Ik had het jammer gevonden dat hij mij niet zag, want ik wilde graag dat hij naar me keek.
Clyde rukte me uit mijn gedachten door bijna tegen me op te lopen. Hij knipoogte voordat hij verder liep, en ik zag Sarah hem nakijken. 'Hij knipoogte naar je,' zei ik, gevolgd door een bemoedigend schouderklopje, terwijl ik toch duidelijk doorhad dat zijn gebaar op mij gericht was. Als Sarah er gelukkig van werd, dan was ik best bereid om haar wereld een stukje mooier te maken dan hij in werkelijkheid was. Ik was als het ware een levende roze bril. Tenminste, nu nog wel; mijn doel was om de wereld ook daadwerkelijk roze te verven, echt zo mooi te maken en ik had het idee dat dat me ook zou lukken. Clyde zou er uiteindelijk wel achterkomen dat Sarah een leuk meisje was: ze zag er in ieder geval goed uit en dat was volgens mij als het om jongens ging al het halve werk.
Het geroezemoes in de kantine was niet luider dan normaal, maar ik merkte dat ik vreemde blikken kreeg toegeworpen. Ik probeerde ze zo veel mogelijk te negeren, maar mijn zelfvertrouwen was door al het gedoe gezakt onder het normale pijl, waardoor ik mezelf niet helemaal meer was. De vitrines waar normaal broodjes in lagen waren gevuld met salades, met alle mogelijke ingredienten die ik maar kon bedenken.
'Vrijdag saladedag,' beantwoordde Sarah mijn vragende blik. Ze wees naar één van de schalen en graaide gretig in het mandje met stokbrood op de vitrine. Ze had een goede smaak als het om eten ging, dus ik volgde haar voorbeeld en wees naar dezelfde schaal. Het mengsel van rucola, tomaat, pijnboompitten, kaas en spekjes liet het water in mijn mond lopen. Ik kreeg de neiging om het hele broodmandje mee te nemen, omdat ik wist dat alleen de salade nooit genoeg zou zijn om mijn gierende honger te stillen, maar ik hield me in en propte zo veel mogelijk in mijn beide handen. Met een berg van sla, dressing en brood liep ik tenslotte naar de tafel bij het raam, die inmiddels mijn stamtafel geworden was.
Ineens schoof er een stoel naar achter. Het lukte me niet meer om hem te ontwijken, waardoor mijn voet achter de stoelpoot bleef haken en ik naar voren klapte. Het bord viel uit mijn handen en ik kon nog net de broodjes in het rond zien spatten voordat ik zelf ook tegen de grond klapte. Mijn knieën kwamen met een dreun tegen het hout, die natuurlijk door de hele zaal galmde, vanwege de fantastische – of moet ik zeggen verschrikkelijke – akoestiek. De hele zaal was in één klap stil.
Toen ik weer overeind gekomen was, leek het alsof iedereen met zijn blik een gat in me probeerde te branden. Mijn knieën deden pijn en er was een weeïge misselijkheid in me opgekomen, vanwege mijn lege maag en de plotselinge val, en tot overmaat van ramp zat er ook nog eens een gigantische vlek van de dressing op mijn trui. Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg was, riep er iemand: 'Hé, dat is dat meisje van de politie!'
Het rumoer barstte weer los, maar het was overduidelijk dat iedereen het nu over mij had. Ik kon het allemaal even niet meer aan, er ontsnapte een traan uit mijn linkeroog. Met grote passen beende ik de kantine uit en begon te rennen toen ik op de gang was.
Ja, ik zei toch dat het een hel zou worden.
Reageer (2)
ach!
1 decennium geledenOcharm Zo'n medelijden met haar!
1 decennium geledenWie zou die trouwe lezer nou zijn?
Snel verder