Mijn moeder verteld me dat ik mijn best moet doen. Dat ik Emerald terug moet pakken voor wat hij en ons aangedaan heeft jaren geleden. Dan komen de vredesbewakers en mijn moeder verlaat de kamer.
Ik en Emerald zijn verplicht samen in een auto te zitten als we naar het station worden gereden. We zijn allebei stil en we kijken strak voor ons uit. De verslaggevers en camera’s volgen ons tot we de trein instappen en de deuren achter ons sluiten. De enorme trein raast gelijk weg. Ik had niet verwacht dat dingen zich zo snel konden verplaatsen. Maar blijkbaar was dit normaal voor het Capitool.
Ik ben blij met de luxe van de trein. Als ik mijn kamer aangewezen krijg trek ik mijn kleding uit om onder de hete douche te staan. Er zitten ongelofelijk veel knopjes, ik duw er een in en een roze kleverige vloeistof word op me gespoten. Het voelt fijn en zacht aan als ik het uitsmeer.
Ik begin mezelf grondig te wassen, al was ik niet erg vies. Daarna trek ik een grijze, zachte broek aan met daarop een paars vest.
Ik schuif de blauwe ring om mijn vinger als Marto Wink op mijn deur klopt.
‘Het is tijd voor het diner.’ Waarschuwt hij me.
Behoefte om aan een tafel met Emerald en mijn vader te zitten heb ik absoluut niet. Maar mijn rammelende maag wint.
Iedereen zit al aan tafel, maar ze hebben op me gewacht voor ze aan het eten begonnen. Er staan schotels vol heerlijk eten. Van aardappelpuree tot malse biefstuk en van tomatensoep tot verse, volle salade.
Als ik zit schep ik meteen veel op en stop zoveel mogelijk van het heerlijke eten in mijn mond, bang dat het zo dadelijk weer verdwijnt.
Ik eet mijn buik rond, tot er niks meer bij past. En vertrekken we naar een andere coupé om de andere boetes terug te kijken.
Ik ga ver van mijn vader en Emerald zitten en let niet erg op de televisie. In plaats daarvan probeer ik te bedenken wat mijn vaders in hemelsnaam van plan is.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen