|| O18
||Hogwarts
||Winter||
Ik werd wakker in de vertrouwde koelte van mijn kamer en draaide me nog eens om in mijn bed. Ik voelde me lui en had raar gedroomd over vreemde schimmen. Schaduwen die zich om me heen bevonden, maar telkens als ik ze bijna kon onderscheiden verdwenen ze weer in de diepe duisternis. Het verontruste me en maakte dat ik me bedreigd voelde. Ergens knaagde er iets aan mijn gedachten. Er klopte iets niet. Ik kon me niet herinneren dat ik naar bed was gegaan. En nu ik zo eens goed nadacht, ik droomde nooit op deze manier. Ik sliep namelijk niet.
'Het lijkt hier wel een vrieskist. Dat je hier kan slapen.' Ik vloog met een ruk overeind in bed en keek met ogen zo groot als schoteltjes naar de jongen die aan mijn voeteneinde zat, te verbijsterd iets te zeggen. Hij grijnsde enkel en leek te genieten van mijn geschrokken gezicht. 'Wat doe jij hier.' Hakkelde ik totaal van mijn stuk gebracht. Hij haalde nonchalant zijn schouders op en keek me weer eens met die doordringende ogen aan. 'Ik heb je hierheen gebracht nadat je flauw viel in het bos.' Ik fronste en er kwamen inderdaad wat vage beelden bij me op. 'Ik ben flauwgevallen.' Mompelde ik eerder tegen mezelf dan tegen hem. Dat was opmerkelijk en het was nog nooit eerder gebeurd. Het ergerde me want ik zag het als een teken van zwakte. Daarom baarde het me zorgen want ik was helemaal niet zwak. Voorzichtig bracht ik mijn hand op ooghoogte en ik bestudeerde mijn vingers, de nerven van mijn huid en de aders die er blauw doorheen liepen. Het viel me op dat mijn huid iets dunner was maar verder was er geen verandering te zien. Zonder nog acht te slaan op Malfoy, eigenlijk gewoon vergetend dat hij er was, sprong ik op van mijn bed en ik liep naar de spiegel. Ik ging er bijna met mijn neus tegenaan staan en keek naar mijn eigen ogen.
Ik had in de afgelopen eeuw natuurlijk wel wat veranderingen bij mezelf opgemerkt. Mijn huid werd dunner en langzaamaan minuscule tintjes donkerder, mijn ogen donkerder blauw, want ooit waren ze bijna wit geweest, en heet leek of alles doffer werd. Hoewel ik in eerste instantie niets aan mezelf kon ontdekken werd ik overspoeld door een zorgelijk gevoel. Dat, samengevoegd met de dreiging van eerder, deed me beseffen dat er iets mis moest zijn. Eindelijk begon er dan te gebeuren waar ik op gewacht had. Helemaal in het begin toen ik weg was gegaan had ik me heus nog wel zorgen gemaakt om mijn beslissing. Het kon nooit zo zijn dat ik gewoon weg kon gaan, mijn seizoen mee kon nemen, en dat er dan niets zou gebeuren. De winter was een deel van mij en dat deel onderdrukte ik nu al zo lang, het moest eruit, of het ging verdwijnen. De kleine trucjes die ik zo nu en dan uithaalde waren niet genoeg om dat deel van me tevreden te stellen. Wat me ook zwakker maakte, het was gevaarlijk en ik moest uitzoeken wat het was. Ik mocht nooit de controle over mezelf verliezen. Dat was een onmogelijke opgave.
'Het lijkt hier wel een vrieskist. Dat je hier kan slapen.' Ik vloog met een ruk overeind in bed en keek met ogen zo groot als schoteltjes naar de jongen die aan mijn voeteneinde zat, te verbijsterd iets te zeggen. Hij grijnsde enkel en leek te genieten van mijn geschrokken gezicht. 'Wat doe jij hier.' Hakkelde ik totaal van mijn stuk gebracht. Hij haalde nonchalant zijn schouders op en keek me weer eens met die doordringende ogen aan. 'Ik heb je hierheen gebracht nadat je flauw viel in het bos.' Ik fronste en er kwamen inderdaad wat vage beelden bij me op. 'Ik ben flauwgevallen.' Mompelde ik eerder tegen mezelf dan tegen hem. Dat was opmerkelijk en het was nog nooit eerder gebeurd. Het ergerde me want ik zag het als een teken van zwakte. Daarom baarde het me zorgen want ik was helemaal niet zwak. Voorzichtig bracht ik mijn hand op ooghoogte en ik bestudeerde mijn vingers, de nerven van mijn huid en de aders die er blauw doorheen liepen. Het viel me op dat mijn huid iets dunner was maar verder was er geen verandering te zien. Zonder nog acht te slaan op Malfoy, eigenlijk gewoon vergetend dat hij er was, sprong ik op van mijn bed en ik liep naar de spiegel. Ik ging er bijna met mijn neus tegenaan staan en keek naar mijn eigen ogen.
Ik had in de afgelopen eeuw natuurlijk wel wat veranderingen bij mezelf opgemerkt. Mijn huid werd dunner en langzaamaan minuscule tintjes donkerder, mijn ogen donkerder blauw, want ooit waren ze bijna wit geweest, en heet leek of alles doffer werd. Hoewel ik in eerste instantie niets aan mezelf kon ontdekken werd ik overspoeld door een zorgelijk gevoel. Dat, samengevoegd met de dreiging van eerder, deed me beseffen dat er iets mis moest zijn. Eindelijk begon er dan te gebeuren waar ik op gewacht had. Helemaal in het begin toen ik weg was gegaan had ik me heus nog wel zorgen gemaakt om mijn beslissing. Het kon nooit zo zijn dat ik gewoon weg kon gaan, mijn seizoen mee kon nemen, en dat er dan niets zou gebeuren. De winter was een deel van mij en dat deel onderdrukte ik nu al zo lang, het moest eruit, of het ging verdwijnen. De kleine trucjes die ik zo nu en dan uithaalde waren niet genoeg om dat deel van me tevreden te stellen. Wat me ook zwakker maakte, het was gevaarlijk en ik moest uitzoeken wat het was. Ik mocht nooit de controle over mezelf verliezen. Dat was een onmogelijke opgave.
Ik heb besloten wat kortere hoofdstukjes te schrijven. Dat vind ikzelf prettiger en misschien ga ik dan vaker posten.
Reageer (4)
Yay
1 decennium geledeni love it
het verhaal is Zoo goed!!!
SNEL VERDER
snel verder
1 decennium geleden-xx-
zolang je maar snel verder gaat. je verhaal maakte me ontspannen tussen het leren
1 decennium geledenNice!
1 decennium geleden