Inleidingshoofdstuk

Ik, Eva en Anika besloten om weer eens naar het bos te gaan.
We waren alledrie nog bij mij thuis.
''Nou, zullen we dan maar?'' Vroeg ik aan mijn vriendinnen.
Ze knikten, naar het bos wilden we bijna altijd wel.
We deden onze jassen aan, onze schoenen aan en vertrokken naar het bos.
We moesten het dijkje uitlopen om dan bij de dorpsstraat over te steken.
Eenmaal daar liepen we over de stoep, het grind door en dan zo het bos in.
Ikzelf ben dol op het bos, geen wonder dat mijn basiselememt gras is.
Oh ja, dat had ik zeker nog niet verteld hè?
We zijn mensen in de gewone wereld.
Maar in het bos staat een bijzondere zuil.
Als we die alledrie tegelijk aanraken flitsen we door naar de fantasiewereld.
Daar zijn we alledrie een draak met drie elementen of natuurkrachten.
De mijne zijn aarde/gras, dag/nacht en tijd.
Die van Anika zijn vuur, vervorming en ruimte en die van Eva zijn water, elektriciteit en slechtheid.
Zelf is ze niet slecht, ze beheerst het alleen.
Ik heb alleen 1 geheimpje wat ik de andere twee nog nooit verteld heb...