Nadat ook de jongensnaam, Jack Taylor, is getrokken, worden ik en hij allebei naar een aparte kamer gebracht. Ik bereid me voor op het verdriet van mijn moeder. Maar zij is niet degene die de kamer in komt gelopen. Jinsey, het enige persoon op deze wereld die ik echt aardig heb gevonden. Hij was mijn broers beste vriend, degene die me heeft geholpen met trainingen, degene die via mij mijn broer wilde wreken.
Hij loopt naar me toe en slaat zijn arm om me heen.
‘Je hebt er een mooi drama van weten te maken, Cati.’
Ik kan weer grijnzen. ‘Allemaal voor Dean.’
‘Hoe gaat het met je?’
‘Op het feit dat mijn moeder me wel kan vermoorden na. Prima. Ik krijg eindelijk wat ik wil.’
Jinsey geeft me een schouderklopje. ‘Nu alleen nog winnen.’
‘Alleen nog winnen.’ Herhaal ik en dan geeft Jinsey me een kus op de wang en verlaat de kamer.
Na vijf minuten verschijnt mijn vader in de deuropening. Hij loopt naar binnen. Het duurt even voor ook mijn moeder verschijnt. Ze ziet er verschrikkelijk uit. Zo erg dat ik mezelf wel kan vermoorden dat ik haar dit verdriet aan doe. Maar het kan niet meer teruggedraaid worden, en dit is wat ik wil.
Ik sta op en loop naar mijn moeder toe. Ze laat me haar omhelzen alsof ze een klein kind is dat getroost moet worden omdat iemand haar heeft gepest. Dan begint ze te huilen. Haar tranen druipen over mijn armen, maar ik besteed er geen aandacht aan. Ik voel ook mijn vaders armen om ons heen en zo staan we een paar minuten. Dan trekt mijn moeder zich los. Ze begint te schreeuwen. Het is niet eerlijk dat ik haar dit aan doe. Snap ik dan niet dat ze niet nog een kind kan missen? Ik ben een egoïstische trut.
Ik laat het over me heen komen, en als mijn moeder uitgeraasd op de grond zakt begin ik haar weer te knuffelen. We zeggen geen van beiden iets. Alleen stilte.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen