Foto bij OO6

^ zo is dus hoe ik me de locatie nu een beetje voorstel. Ja I know, eerst woestijn nu dit, maar weetje, de natuur kan vaag zijn :3
Maar wel awesome. Ik hou van de natuur.

Ik word wakker van een vogeltje dat op de tak boven ons zijn liedje zingt. Dan kijk ik geschrokken naar Louis en sla hem in zijn gezicht. Hij schrikt wakker en kijkt me beledigd aan. "Wat is er mis met jou?!" vraagt hij boos. "Wat is er mis met mij? Wat is er mis met jou, zul je bedoelen! Ik heb een vriendje oké?" Louis wrijft even over zijn wang, de plek waar ik heb hem geraakt heb. "Wat? Jij kwam in mijn armen liggen. Hoe wilde je anders gaan slapen?" Louis maakt het touw los en klimt uit de boom. Ik kijk even versuft en herinner me dan dat ik inderdaad in zijn armen ging liggen. Louis is inmiddels al een stuk verder gelopen en ik ren hem snel achterna. "Je hebt gelijk, ik was nog maar half wakker en wist niet wat ik deed, gaat het met je wang?" zeg ik tegen hem. Hij kijkt me chagrijnig aan. "Nee, toevallig gaat het niet met mijn wang. Denk voortaan een beetje na voordat je iets doet."
"Het spijt me, oké? Ik was nog maar half wakker."
"Dat zal wel, laat me gewoon met rust."
"Nee."
"Waarom niet?"
"Omdat het waarschijnlijk niet echt de bedoeling was van jouw grote vriend Paul dat wij elkaar met rust laten. Ze willen iets van ons, en ruziemaken helpt daar echt niet bij."
"Hoe kan ik nou niet ruziemaken met iemand zoals jij?"
"Toevallig heb ik daar ook moeite mee, carrotguy."
"Noem me niet zo."
"Ik noem je zoals ik wil!"
Einde gesprek. Louis kijkt me nog even vernietigend aan. Ik heb spontaan zin om met iets te gooien. Ik was nog liever alleen in dit bos dan met deze jongen. Op datzelfde moment grijpt Louis een steen van de grond en gooit hem met een schreeuw richting een boom. Ik schrik even, maar pak dan ook een steen en gooi hem naar diezelfde boom. Het lucht op en we lachen weer even naar elkaar. Een poosje later is het een soort van wedstrijd geworden en proberen we nu verschillende dingen te raken. Ik richt op de tak waar we nu naar gooien, maar gooi hem een totaal andere kant op. Ik lach erom als de tak die ik raakte plotseling heftig begint te kraken en naar beneden valt. Tegelijkertijd met de tak valt er ook een ander mysterieus voorwerp. Ik kan niet zien wat het is vanaf hier, dus wil ik er naartoe rennen. Louis houdt me tegen. "Je weet nooit wat het is, straks is het gevaarlijk." zegt hij. Ik lach even. "En nu geef je opeens wel weer om me?" zeg ik. Louis krijgt een zachtrode kleur op zijn wangen. Ik maak me los uit zijn armen en loop richting de tak. Ik haal wat blaadjes van het voorwerp en kijk dan recht in de lens van een camera. Eromheen zit een legerkleurige hoes. Zou dit alles? Zou ik? Zouden we... Op tv te zien zijn? Ik lach even geforceerd in de lens en wenk dan naar Louis. Hij zucht als hij de camera ziet. Dan hoor ik in de verte auto langsrijden en een deur dichtslaan. Een paar minuutjes later komen er achter een boom drie mannen. Het zijn de ontvoerders. Justin, Ruben en Paul...

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen