Living forever 6.3
Jay
‘Wat moet je van me Richard?’ vroeg ik hem. ‘En wie heb je mee genomen?’
‘Dit is Lars,’ zei Richard. ‘Wij zijn hier om je te helpen, Jay.’
‘Ik heb geen hulp nodig,’ zei ik. ‘Ik red me prima.’
‘Wij zijn net zoals jij Jay,’ zei Lars. ‘Je zei dat je hem had verteld dat wij ook weerwolven zijn.’ Hij keek verwijtend naar Richard.
‘Dat heb ik ook,’ zei Richard.
‘Waarom sluit je je dan niet bij ons aan?’ vroeg Lars verbaasd.
‘Omdat ik een prima familie heb,’ zei ik. ‘En ik zie niet in waarom ik hen zal verlaten.’
‘Weten ze wat je bent?’ vroeg Lars. Ik aarzelde en hij nam dat aan als een nee. ‘Je kan in je element zijn Jay, je hoeft jezelf niet voor ons te verbergen. Wij weten wat jij meemaakt en jij weet wat wij mee maken.’
‘En jullie hebben een kelder groot genoeg voor drie weerwolven?’ vroeg ik.
‘Kelder?’ vroegen ze beide verbaasd.
‘Ja, waar wil je anders heen gaan tijdens volle maan?’ vroeg ik.
‘Je sluit je op tijdens volle maan?’ vroeg Richard verbaasd. Ik knikte. ‘Je kan het niet beheersen.’
‘Kunnen jullie dat wel dan?’ vroeg ik.
‘Wel niet geheel natuurlijk,’ zei Lars. ‘Maar we kunnen wel bepalen wanneer we veranderen. Als we uit vrije wil in een wolf veranderen kunnen we ons veel beter beheersen. We hebben ons koppie er bij zeg maar.’ Ik keek hen nieuwsgierig aan.
‘Hoe?’ vroeg ik. ‘Hoe verander je vrijwillig in een wolf?’
‘De eersten keren meestal als je heel woedend, verdrietig, gelukkig of verliefd bent,’ zei Richard. ‘Daarna kan je het ineens van zelf.’ Ik knikte verbaasd.
‘Hoe oud ben je eigenlijk?’ vroeg Lars. ‘Niet zo oud neem ik aan als je nog nooit vrijwillig veranderd bent.’
‘Zo’n 125,’ zei ik schouderophalend. Richards mond zakte open.
‘125?!’ vroeg hij. Ik knikte. ‘Ik ben 30!’
’24,’ zei Lars verbaasd. Ik keek naar de twee mannen die ook voor 17 en 15 door zouden kunnen gaan. ‘En je hebt je altijd opgesloten?’ Ik aarzelde even.
‘Eerst niet,’ gaf ik uiteindelijk toe. ‘Maar ik kon het niet beheersen. Mensen stierven, waren vermist… Ik besloot dat het het beste was wanneer ik niemand meer pijn deed.’
‘Dus sloot je jezelf op?’ vroeg Lars. Ik knikte. Mijn telefoon trilde, voor de zoveelste keer deze avond. Dit keer was het niet Nathan, maar Max.
‘Belt je familie?’ vroeg Richard spottend. Ik knikte.
‘Ze vragen zich vast af waar ik ben,’ mompelde ik.
‘Dan kan je beter op nemen,’ zei Lars. ‘Wij spreken je morgen avond wel weer.’ Ze draaide zich allebei om en liepen de bosjes in. Ik nam zuchtend mijn telefoon op.
‘Waar zijn jullie?’ klonk meteen de doodongeruste stem van Max. ‘Nee, Nathan ik bel nu!’
‘Jay, waar…’ klonk even de stem van Nathan, maar Max trok hem waarschijnlijk bij de telefoon vandaan.
‘Ik ben alleen Max,’zei ik. ‘En ik weet niet waar Tom en Siva zijn.’ Het was even stil aan de andere kant van de telefoon.
‘Ik denk dat ik het wel weet,’ mompelde Max toen.
Reageer (1)
nog meer wolfjes
1 decennium geleden