Voor het eerst ervaart Emm wat het is om Delito te zijn,
in haar woede verliest ze de controle over haar menselijke kant.
De wilde, moordlustige kant komt boven water.

Eve werd wakker van het gehuil van de wind tussen de bomen door. Ze knipperde met haar ogen en tuurde naar boven waar de dikke en lange bomen zachtjes mee wiegde in de wind. Ze wreef in haar ogen en kwam overeind, met een pijnlijk gezicht wreef ze over haar rug waarmee ze wel een paar uur op een boomstam gelegen had. Eenmaal op haar benen rekte ze zich helemaal uit en keek rustig om zich heen, Emm was zoals meestal nergens te bekennen. Die was altijd bezig met van alles, Eve vond dat –ook al leek ze zo uitnodigend- ze best wel geïsoleerd leefde. Emm kende zowat niemand in hun stadje en had er zeker geen vrienden, Eve daarentegen wél. Ze was waarschijnlijk de enige echte vriendin die Emm ooit gehad heeft. Het knipperen van haar eigen ogen haalde haar uit haar wereldje, en ze begon het kampvuurtje dat Emm aangedaan had bij te vullen met hout, voorzichtig legde ze een dikke tak in het midden van hun kampvuur en blies op het hout om ervoor te zorgen dat het bleef branden. Terwijl al haar aandacht bij het kampvuur zat merkte ze niet dat ze van achter beslopen werd door iets, ook van de zijkanten kwamen er nu schaduwen aan en van de voorkant die haar dreigend haar kant opkwamen om haar op te sluiten in een kring. Door het lage maar dreigende gegrom keek ze verbaasd op. Vijf grote wolven, allemaal een andere kleur. Stonden dreigend en grommend om haar heen. Ze keek angstig om haar heen maar welke kant ze ook op keek, de wolven hielden haar streng in de gaten en stonden te dicht bij elkaar om er vandoor te gaan. En ook al zou het haar lukken om door de muur van vacht te komen zou ze nooit sneller zijn dan die vierpotige wolven. Één van de wolven kwam rustig en beheerst naar voren lopen, Eve keek met haar bange grote ogen in de gele intelligente ogen van de wolf. Op ongeveer een halve meter afstand van haar blijf hij staan, hij strekte zijn kop een beetje uit en rook voorzichtig aan haar. Een bedenkelijke blik ruste op zijn ogen en hij snoof nog eens. Eve stond als gevroren op haar plek, ze durfde niet te bewegen uit angst dat een van de wolven haar aan zou vallen. Terwijl de grote witte wolf nog steeds in Eve haar richting aan het ruiken was klonk er ineens een doffe plof, alsof er letterlijk een zak zand uit een boom viel. Als één draaide alle wolven hun kop direct om, behalve de wolf die voor Eve stond, zijn oren gingen wel die richting op maar zijn blik en aandacht bleef bij Eve. Pas toen de andere wolven hun aandacht weer bij hun prooi hadden draaide de witte langzaam zijn hoofd in de richting van het geluid, Eve keek nu ook voorzichtig diezelfde kant op. Een paar meter van hun vandaan, stond Emm. Ze keek met fel rode ogen naar de wolven, en de meeste haat in haar blik vuurde ze op de witte wolf af die het meest dichtbij Eve stond. De wolven keken stuk voor stuk minachtend naar Emm die daar stond, niet van plan om weg te gaan. Één van de wolven draaide zich helemaal om, hij gromde hard naar Emm. Blijkbaar tot verbazing van de wolf die waarschijnlijk met grommen iedereen wel afschrikte bleef Emm rustig staan waar ze stond, haar houding straalde zelfs brutaliteit uit. Eve kon niet geloven wat ze zag, dit was haar vriendin niet, en waar kwam ze sowieso ineens vandaan? Ineens, uit het niets begon Emm te lachen, iets, wat het ook was vermaakte haar best wel want ze lachte de wolven recht in hun gezicht uit, los van het feit dat wolven eigenlijk geen gezicht hebben. ‘Nou hier ben ik, kom me maar halen.’ Zei ze op uitdagende toon en zakte een beetje door haar knieën. De wolf, die ze nu zeker pissed off gemaakt had rende grommend op haar af, Emm ontweek hem makkelijk, draaide ze zich snel om en greep het achterbeen van de wolf vast. Met een flinke zwaai gooide ze hem, alsof het niets was, tegen een boom aan. De wolf bleef zonder te bewegen liggen op de manier waarop hij neerkwam. Zonder dat iemand bewogen had was Emm met extreme snelheid naast de witte wolf gaan staan en duwde hem hard weg, de wolf die dit totaal niet verwacht had stond een paar meter verder, waar hij neerkwam meteen weer op en racete op Emm af. Op het laatste moment sprong hij met geopende bek en zijn klauwen in de aanvalshouding op Emm af. Emm dook opnieuw met verbazingwekkende snelheid weg en gaf hem een schop van achter, de andere wolven leken niet zo zeker over hun kans op overwinning tegen het vreemde wezen waarmee ze in aanraking gekomen waren. Met hun staart naar beneden hangend liepen ze voorzichtig naar achter. Maar na nog een aanval van haar gezien te hebben naar hun baas rende ze huilend weg. De witte wolf had nog helemaal niet opgegeven, en wilde koste was het kost winnen tegenover Emm. De wolf, die achter haar stond omdat ze gesprongen had om hem te ontwijken ging op zijn achterbenen staan en beet in Emm haar schouder. Emm, die daar blijkbaar niet veel van voelde schudde hem van haar rug en gromde en siste woedend naar de wolf. De wolf zag zijn overwinnings kansen weer wat beter in en sprong naar Emm, in een verschrikkelijk snelle reactie sloeg ze de wolf keihard op zijn kaak, een doffe krak verbrak de korte stilte en de witte wolf viel op de grond, levenloos.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen