Capite 6; Forming a class

‘Voor jullie hebben jullie allemaal een voorwerp liggen. Dit is het voorwerp waarmee je hierheen bent gekomen. Dit is niet zomaar een voorwerp’ zei Enyo. Iedereen keek haar vragend aan. ‘Dit voorwerp is eigenlijk een deel van jullie wapen. Dit wapen zullen jullie moeten ontwikkelen. Elk van jullie zal moeten trainen voor een grote opdracht die hij of zij over 1 week krijgt. Jullie worden naar een locatie gebracht en daar zullen jullie een opdracht moeten uitvoeren. Zo gauw jullie die hebben uitgevoerd zal het voorwerp zich ontwikkelen tot een wapen. Jullie zullen goed moeten kunnen vechten, dus daarmee gaan we beginnen’. Ze draaide zich om en liep naar de kast toe die achter hem stond en maakte hem open. Er zaten allerlei wapens in. Ze gaf ons ieder een zwaard. ‘Volg me alsjeblieft’ zei ze. Ze liep naar de achterkant van het lokaal waar een heel gevechtsparcours was uitgestald. ‘Hier gaan wij jullie gevechtsvaardigheden trainen. Voor de opdracht zullen jullie jezelf moeten kunnen verdedigen maar jullie moeten ook zelf kunnen aanvallen’. ‘Aan wat voor een soort opdrachten moeten we denken?’ vroeg ik aan Enyo. ‘Dat kan echt van alles zijn. De 12 goden beslissen welke opdracht je krijgt. Laten we beginnen met de training’.

Na de les van Enyo was ik doodop. Wel had ik veel dingen geleerd en kon ik mezelf al redelijk verdedigen. Met mijn bliksemschicht in mijn hand liep ik naar mijn volgende les van Eris. Hier leerde we hoe we voor onszelf moesten opkomen. We leerden rustig te blijven in bedreigende situaties maar we leerde ook om daarop te reageren. Daarna hadden we pauze. Ik had enorme trek en liep richting de aula. ‘Hey’ hoorde ik een stem achter me zeggen. Ik draaide me om en Coendro stond achter me. ‘Hey’ zei ik terug. ‘Alles goed?’. ‘Moet wel erg wennen aan alles’ zei hij. ‘Ik denk iedereen hier’ zei ik. ‘Jij bent een zoon van Poseidon toch?’ ‘Klopt’ zei Coendro. ‘Jij was een zoon van Zeus toch?’ ‘Klopt’ zei ik. ‘Ik ben benieuwd wat voor opdracht we gaan krijgen’ zei Coendro toen we aan een van de vele tafeltjes gingen zitten. ‘Ik ook, ik ben er nu al zenuwachtig voor’ zei ik. ‘Hey, is het goed als ik bij jullie kom zitten?’ vroeg Jonna aan ons. ‘Natuurlijk’ zeiden ik en Coendro in koor. ‘Dochter van Hera toch?’ vroeg Coendro aan haar. ‘Klopt, zoon van Poseidon en zoon van Zeus’ zei ze lacherig. Nadat we een tijdje aan het praten waren over van alles en nog wat kwamen Fenarry en Sandra aangelopen. ‘Mogen we bij jullie komen zitten?’ vroeg Fenarry aan ons. ‘Natuurlijk’ zeiden we deze keer alle drie in koor. ‘Van wie waren jullie nou ook al weer kinderen?’ vroeg ik aan ze. ‘Ik ben een dochter van Hestia’ zei Fenarry. ‘Ik ben een dochter van Demeter’ zei Sandra. We vertelde elkaar onze verhalen en praatten over van alles en nog wat. Toen ineens viel mijn oog op de andere tafels. ‘Wel grappig dat de klassen allemaal bij elkaar gaan zitten’ zei ik. De andere keken gelijk op en ontmoette de ogen van de andere kinderen die op een of andere manier vals naar ons keken, dus gingen wij dat automatisch ook doen. ‘Waarom kijken ze zo vreemd naar ons?’ vroeg Jonna. ‘Ik heb geen idee’ zei ik. ‘Maar ze kijken niet echt naar ons alsof ze vrienden met ons willen worden’. ‘Zouden de andere twee tafels het wel met elkaar kunnen vinden?’ vroeg Coendro zich af. ‘Ik heb geen idee, daar komen we vanzelf een keer achter’ zei Fenarry. ‘Ik ben in ieder geval blij dat ik bij jullie in de klas zit’ zei Sandra. ‘Ik ook’ zeiden we in koor.