What's wrong with you?

We liepen terug naar Daan, hij werd op de grond geduwd door de 2 jongens. Ik rende naar hem toe en probeerde de jongens weg te duwen. Ik keek hulpeloos naar Mark, hij zou ze laten stoppen.
'Thijs, ophouden.' zei Mark, maar ze gingen gewoon door. 'Bart, kom op! Ophouden.'
'Kom Thijs.' de 'Mark' stond op en trok de andere mee. Uiteindelijk stond 'Thijs' ook op.
'Niet meer broertje?' vroeg hij, het waren dus zijn broers.
'Nee' zei Mark. Thijs keek naar me, het leek wel of hij me bestudeerde, maar dan met een stalen gezicht. Ik keek hem aan en hij keek terug. Thijs was de knappere en jongere broer. Zijn broer liep al weg.
'Thijs!' zei hij, maar Thijs reageerde niet. 'Thijs? Kom mee!' En eindelijk beweegde hij en verdween hij met zijn stalen gezicht achter de noodlokalen.
Ik keek weer naar Daan, en hij keek terug.
'Dankje.' zei hij, hij lachte naar me en ik hielp hem opstaan. We liepen samen naar de fietsen en ik staptte bij hem achterop. Hij zette me thuis af, gaf me nog een laatste afscheidskusje en fietste weg.

POV Mark
We lopen samen weg, Thijs had zich vreemd gedragen.
'Wat was dat nou net?' vraagt Bart, dus hij had het ook gemerkt.
'Niks.' antwoord Thijs kort, terwijl hij naar de grond staart. Tuurlijk is er wel iets, zoiets zien broers van elkaar!
'We kennen je daar te goed voor, vertel maar op.' zeg ik.
'Ik zeg niks, want ik weet het niet zeker.' zegt hij. 'Maar ik heb wel een vraag over Lieke.'
'Niet aan beginnen, dan krijg ik weer ruzie met Daan. Heb ik geen zin in! En ik ga het morgen verder goedmaken, dus...' zeg ik.
'Nee, maar ik wil alleen weten waar ze woont.' vraagt hij, waarom zou hij dat willen weten?
'Ossendreef 15, hoezo?' vraag ik.
'Nee, niks. Laat maar.' zegt hij. Oke, raar?