13.
Ik hoop dat dit stukje een beetje in de smaak valt. Ik weet dat Pip zich vreemd gedraagt, maar dat wordt later nog wel duidelijk.
De waterstraal spatte uiteen op zijn neus, waarna de druppeltjes ieder hun eigen weg gingen. Sommigen strandden op zijn voorhoofd, anderen in de buurt van zijn felblauwe ogen en weer anderen vonden de weg naar zijn donkerblauwe shirt. Zijn eerst zo uitdrukkingsloze gezicht kwam tot leven, en hij kwam proestend overeind. 'Wat... Jezus!' Hij keek me boos aan, precies wat ik al verwacht had.
Ik glimlachte, opgelucht dat er niets ernstigs met hem aan de hand was. Hij had me toch wel even laten schrikken. Ik haalde mijn schouders op. 'Het was helaas nodig.'
Hij keek me niet-begrijpend aan. Ik liet mijn ogen over zijn gezicht glijden en probeerde me te herinneren of ik hem eerder had gezien, maar zijn strakke gelaatstrekken kwamen niet in mijn geheugen voor. Hij had felblauwe ogen, een beetje een wipneusje en bruin haar dat hij ongetwijfeld overdag met gel in model bracht, maar dat nu plat over zijn voorhoofd naar beneden viel. Aan de duidelijk zichtbare contouren van zijn jukbeenderen was te zien dat hij geen grammetje te veel vet bezat, maar zijn T-shirt verried dat hij wel gespierd was. Vanonder een paar plukken enigszins vochtig, bruin haar keek hij verbaasd om zich heen. 'Hoe ben ik hier terechtgekomen?' Zijn ogen vernauwden zich en hij richtte zijn blik op mij. 'Heb jij me soms ontvoerd? Wie ben je eigenlijk?'
Hij stelde die onzinnige vraag zo serieus dat ik in de lach schoot. 'Ja, ik heb je ontvoerd en helemaal hierheen gedragen.' Ik gaf hem een hand. 'Pip.'
'Henry.' Hij hield mijn hand vast en leek na te denken. Zijn hand had een aangename warmte. 'Slaapwandelde ik?'
Dat ik daar zelf niet opgekomen was! 'Ik vrees van wel.'
'Het zal ook eens niet,' mopperde hij, terwijl hij zijn ogen ter hemel sloeg. 'Maar ik ben nog nooit eerder op de grond geëindigd, met zo'n mooi meisje aan mijn voeteneinde.'
Ik werd rood toen ik in zijn indringende, felblauwe ogen keek en wendde snel mijn blik af. Het bleek maar weer dat hij een Engelsman was, met hun slijmerige gewoonte om constant complimentjes te geven. Toch had mijn beschermlaag tegen dat soort ongemeende taal dit complimentje doorgelaten en had het me geraakt. Hoewel je zou denken dat het fijn was om complimentjes te krijgen, werd ik er alleen maar onzeker van. Ik kuchte en bevrijdde mijn hand, die hij nog steeds vasthield. 'Je bent tegen een tafel opgelopen, vandaar.'
'Aha.' Ik durfde niet meer op te kijken, bang voor zijn indringende blik. 'Maar hoe kom jij hier?'
'Ik kon niet slapen.' De zenuwen namen mijn lichaam over. Ik had geen idee waarom ze er waren, maar ze zorgden ervoor dat ik de controle over mezelf en over mijn emoties kwijt was. Alles kwam een beetje te dichtbij, en wegrennen leek de enige optie om wat ademruimte te creëren. 'Maar nu wel weer, dus ik ga. Dag!'
Pas toen ik al lang en breed in mijn bed lag, durfde ik weer adem te halen.
Reageer (2)
niks raar
1 decennium geledenIk zei het toch 'Clyde, het gaat em niet worden jongen'
Mooi! Snel verder <3
1 decennium geleden