Foto bij - 6 -

Sorry, het is nog wel vandaag maar een beetje te laat vind ik zelf. :O.
Say if you like? Und kudo if you like? [:

Met een schok word ik wakker gemaakt door een dikke butler die met allerlei eten op zijn karretje binnen komt stormen. 'Wat is er aan de hand?' Vraag ik slaperig. 'Niks hoor, ik kom je ontbijt brengen.' 'Maar ik heb niks besteld?' Ik wrijf in mijn ogen en kijk om me heen. Waar ben ik? Maar dan besef ik het weer, ik ben in een dorpje ergens vlakbij Frankrijk op de vlucht voor mijn tante. Hij kijkt je aan en fronst even. Dat is waar ook, ik heb mijn kleren nog aan, en ik lig half naast het bed. Ik glimlach en wuif hem weg, ik hoef geen eten van dure hotels. Met een chagrijnig gezicht schuifelt hij achteruit en gaat zo naar de gang. Hij klapt de deur dicht en het laatste wat ik van hem hoor is een 'Tuh.' Ik grijns en sta op, ik moet eigenlijk weer weg... maar ik heb veel liever een bed dan de grond. Ik heb wel een tent mee genomen, maar ik was zo dom om geen luchtbed mee te nemen. Ik aai Butterfly over haar hoofd en loop naar de deur. Ik zucht en pak de deurklink vast, ik moet dit hotel echt verlaten. Langzaam draai ik de deurklink naar beneden en ik trek de deur naar achter. Ik roep Butterfly en trouw loopt ze achter me aan. Ik weet niet waar ik ooit uiteindelijk uit kom, maar het gaat me lukken. Desnoods zoek ik een baantje ergens in Frankrijk. Moedig loop ik door het hotel in, gevolgd door alle ogen omdat ik een hond bij me heb. Ik geef een vriendelijk knikje aan de receptionist en ik krijg er een net zo vriendelijk weer terug. Dat is pas een fijn afscheid. Buiten snuif ik de buitenlucht in en ik recht mijn rug. Vrolijk ga ik mijn toekomst tegemoet, zonder te weten wat ik precies moet. Ik besluit eerst het dorp uit te wandelen en daarna iemand de weg te vragen, omdat ik eerlijk gezegd geen idee heb van waar ik ben. Even later ben ik het dorp al uit, ook al staan er nog wel af en toe wat huizen. Als ik een oud vrouwtje in haar tuin zie loop ik meteen op haar af. Verbaasd kijkt ze om, omdat ik zomaar in haar tuin sta. Ik glimlach en doe een stapje naar achter. 'Oh, wees niet bang hoor kind!' Zegt ze vriendelijk. 'Kan ik wat vragen?' Vraag ik voorzichtig. Ze knikt en leunt op haar bezem. Ik wil niet te verdacht klinken, dus ik moet voorzichtig zijn met mijn woorden. 'We doen een soort dropping... en ik heb geen idee waar ik ben.' Zeg ik met een lachje, maar volgens mij heb ik erg slecht geacteerd. Even kijkt de vrouw me bedenkelijk aan maar zegt dan meteen dat we in Esch zijn. Ik schrik, dat is nog helemaal niet zo ver weg van waar ik woon met tante. Hoe kan het dan dat ik zo lang heb gedaan over de tocht naar hier? Ik bedank de vrouw en loop weer verder. Butterfly loopt nog even vrolijk altijd achter me aan. Ik pak een stok van de grond en gooi het zo ver mogelijk. Meteen schiet Butterfly er achter aan en ze komt hem weer terug brengen. Ik beloon Butterfly met een aai en loop dan weer verder. Op de een of andere manier ben ik helemaal niet moe, ik kan nog wel honderd kilometer lopen voor mijn gevoel. Maar na een aantal kilometers is het punt gekomen dat mijn voeten zeer beginnen te doen. De stevige schoenen die ik aan heb zijn eigenlijk te klein, dus ik doe ze uit. Overal op mijn voet zitten blaren. Ik wrijf er even over heen en loop dan op blote voeten weer verder. Het is een marteling maar ik blijf dapper doorlopen. Aan het eind van de dag loop ik een bos in en ik zet mijn tent neer. Ik heb bij het hotel wat lucifers gevraagd, maar ik maak geen vuur. In dit bos zitten geen gevaarlijke dieren, en het is niet heel koud. Tenminste, nu nog niet. Bij alles wat ik nu doe doen mijn spieren zeer, ik kan niet meer. Butterfly ligt al in de tent uit te rusten, zij houdt vannacht de wacht. Het is nu nog niet donker dus ik moet iets vinden om me mee te vermaken. Ik pak een blad van een boom en begin er in te scheuren. Het is verschrikkelijk saai, maar ik heb iets te doen. Dan bedenk ik me op eens dat ik de ring nog heb. Snel haal ik hem uit mijn broekzak en bekijk hem nog eens goed, Way to Paradise' staat erop in sierlijke letters. Dan ga ik nog eens alle vragen langs. Waarom heeft tante nooit verteld dat ze contact heeft met Jazy? En Pepijn dan? Waarom heb ik het gevoel dat de telefoontjes van tante te maken hebben met alles wat nu gebeurd? Waarom werd tante zo boos toen ik de ring niet wou geven? Met die vragen val ik in slaap, terwijl ik probeer te dromen over de antwoorden. Antwoorden krijg ik niet, wel iets anders...

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen