Ik herstelde goed, snel. Maar ik voelde me bagger. Ik had nergens zin in en het liefst zou ik gewoon opgeven. Dan kon ik tenminste zijn waar Zack ook was. Dan zouden we daar sámen zijn. Jade, Casey en nog een aantal anderen kwamen vaak langs, maar ook zij kregen me niet vrolijker. Ik had Mike de deur uit gekegeld, aangezien hij zo gestoord was geweest om te zeggen dat het vast ‘beter zo’ was.
Ik staarde uit het raam, het moest ergens in de morgen zijn. Vandaag was de begrafenis. Ik was voldoende hersteld om erheen te mogen, en anders had ik toch mooi wel een manier gevonden om erbij te zijn.
Een dikke traan rolde over mijn wang terwijl mijn moeder binnenkwam. Ze hadden we ondertussen verplaats naar een eenpersoonskamer, omdat ik in mijn slaap alleen nog maar schreeuwde en huilde.

Onzeker strompelde ik het uitvaartcentrum in. Zack’s ouders en familie waren er, en blijkbaar nog een aantal kennissen. Ik beet op mijn lip en zijn moeder kwam naar me toe. Ze omhelsde me stevig en veegde een traan van haar wang. Daarna bracht ze me een kleine zaal in. Vooraan stond een altaar, en er stond een grote witte kist voor. Op de bovenkant lagen prachtige bloemstukken met lange linten. Ik begon al te hyperventileren toen ik hem zag en stond aan de grond genageld.
Zack’s moeder legde een hand op mijn schouder en duwde me zachtjes naar voren.

Een man in een zwart pak sprak ons toe, en vertelde van alles over Zack en nog wat van die dingen die ik eigenlijk niet echt meekreeg. Daarna was het onze beurt. Zijn zus droeg een mooi gedicht voor, en ook zijn kleine broertje vertelde een ontroerend verhaal.
Nog wat andere mensen zeiden wat tegen hem, en ik liep ook naar voren met een papier in mijn hand.
“Ik kende Zack al sinds de kleuterschool, en we waren altijd goede vrienden. Uiteindelijk gaven we allebei toe aan onze gevoelens. Ik besef nu dat we dat veel eerder hadden moeten doen, want nu is het te laat. De weg loopt dood,” ik stopte even en zuchtte. “Ik moet door, alleen. Maar toch zal hij nooit uit mijn gedachten verdwijnen, en ik denk ook niet uit die van iedereen die hier is.” Ik sloot mijn ogen. “Ik zou ook graag iets voordragen..” langzaam vouwde ik het papiertje open.

“Gods, believes, heresies, humanism, providence…
Even though I don’t believe in that kind of things,
I might believe in fate.
I really am able to believe that what we have just here, in our left hand,
was already written in the stars.
Feeling something that might be meant-to-be,
is special and rare,
you are an unique existence to me.
A statement that points at everything we do, think and say
is not accidental anymore, because we really do that all in the same way,
and it surely makes me full of happiness,
the color of joy embraces us.
Meeting you was like a chance of a lifetime, a dream job, for example.
And you have to take that chance or it will pass you by and you’ll lose it.
The truth!
We always feel and think in the same way:
most of the time you know what I am going to say ,
we just have it like we can feel it coming,
Or you say the same thing at the same moment.
We love each other in the same way:
a really strong and special friendship that I can feel sure of.
It would be ignorant to say that,
but it would also be ignorant of the people that say it’s ignorant to believe
in such of a thing called ‘destiny.’
But what if I can’t have sight on it when it falls to pieces,
because of my settled confidence,
And being so paralyzed of the happiness that fate is the only thing that rests when it falls down?
That moment that will come when we can’t success to gather up the joy.
Always will holding on that happiness between you and me, that is too much colorful.
Our life goals are that similar as well,
believing in each other, able to spend time together and making shining memories,
Joy is watching us, the shining faith on our sight that leads us further to the ‘meaning of living.’
And even though our interests could be off track,
I got a feeling that somehow our ways always will cross, no matter where we are,
This never ending climax, a miracle not to see but to experience.
By this facts it could sounds “weak,” “nothing” or “meaningless” what we have just here,
but the way this feels is very hardly to compare, but I could at least try to do it a little more than I already did.
It’s like a jewel that although it has its scratches,
Always will stay unbelievably beautiful.
and I really can believe this is something I can rely on.
Honestly and surely, you are one in a million.
This connection feels more special than any others,
it feels wonderful, this strong connection of our souls.”

Ik veegde de tranen van mijn wangen en liep terug naar mijn plaats. Zijn moeder wreef over mijn rug en veegde ook wat tranen weg.
De mis verliep verder in stilte en de zaal stroomde leeg. Met knikkende knieën liep ik nog een laatste keer naar de kist en zuchtte. “Vaarwel Zack. Bedankt voor alle fijne momenten, dagen en tijden. Het spijt me.” Er rolde een laatste traan over mijn wang, en met gebogen hoofd liep ik de zaal uit. “Zal ik je terug naar het ziekenhuis brengen?” “Nee, dank u, mijn moeder wacht buiten op me.” “Oké dan. Laat het weten als je ergens over wilt praten hè meid?” ik knikte sloom en slofte naar buiten. Een auto startte en mijn moeder reed naar me toe. Ik trok het portier open en liet me op de bijrijderstoel vallen.

Eenmaal terug in mijn saaie ziekenhuiskamer staarde ik weer voor me uit. Verveeld, gesloopt en verslagen zat ik al bijna een week zo. Wetend dat er niks meer aan te veranderen viel. Zack was weg, en hij zou nooit, nooit meer terugkomen.
Soms zou ik willen dat ik het niet gehaald had, dat ik er ook niet meer zou zijn. Het was egoïstisch om te denken, maar dan zou ik tenminste bij Zack zijn, voor eeuwig.
Aan de andere kant, liet ik dan al mijn vrienden en familie achter, en dat kon natuurlijk ook niet. Maar wat had je aan familie als je grote liefde dood is? Ik moest me er maar door heen slaan, maar ik had geen puf meer. Alles, maar dan ook álles wat ik deed, herinnerde me aan hem. Ik vond het vreselijk hoe ik steeds maar weer zijn gezicht zag, maar voelde toch weer een vleug van vreugde als ik terugdacht aan de goede tijden.

“Bella,” mijn moeder kwam mijn kamer opgestormd. “Ik kan helaas niet langer blijven, mijn vliegtuig vertrekt vandaag weer naar Canada, maar ik beloof dat ik veel vaker langs kom!” ze omhelsde me toen de dokter binnenkwam en mijn dossier bekeek. Hij keek naar ons en glimlachte. “Goed nieuws! Je toestand is stabiel, er kan niks meer mis gaan, en je mag naar huis. Uiteraard moet je wel nog een aantal keer op controle komen.” Ik grijnsde en begon wat op een papier te kriebelen. “Jippie, nu ben ik helemaal blij.” Het sarcasme droop van mijn woorden, en het deed de man opkijken. “Niet blij om naar huis te gaan?” “Nee.” Mompelde ik kortaf. Mijn moeder wenkte hem mee naar de gang, waar ik niks mee kreeg van hun gesprek, maar ik wist wel wat mijn moeder hem vertelde. Ze kwamen weer naar binnen en hij nam afscheid van me. “Veel sterkte, Bella.” “Doei.” Chagrijnig stapte ik uit het bed en trok een spijkerbroek aan met een shirt en een vest. Daarna propte ik mijn voeten in mijn schoenen en propte alles wat van mij was in de tas die er stond. “Oké we kunnen.” Mijn moeder begeleidde me naar de auto en reed me naar het huis van mijn moeder, waar ze eventjes bleef, maar daarna snel naar het vliegveld reed om zelf terug naar huis te vliegen.

Starend zat ik op mijn bed, met mijn armen om mijn knieën geslagen. Ik staarde voor het eerst in lange tijd naar iets. Een foto. Een foto van de groep, met mij, Zack, Mike, Casey en Jade in het midden. Zack’s grijns was triomfantelijk, en ik zag al snel genoeg waarom: zijn arm lag om mijn heup. Met Mike aan mijn andere kant, waar Casey dan weer aanplakte en Jade voor onze voeten op de grond. We keken allemaal vrolijk in de camera. “Zorgeloze tijden.” Mompelde ik zachtjes.
Een zacht gebons schudde me wakker uit mijn dagdroom. “Bella?” “Kom maar binnen.” “Zullen we wat gaan eten in het eetcafé in het dorp?” “Waarom ook niet?” ik hees mezelf overeind en sjokte achter mijn vader aan naar de auto. Toen ik langs de spiegel kwam, zag ik pas hoe ik er eigenlijk uitzag. Er liep een groot litteken over mijn wang, en een aantal kleinere over de rest van mijn gezicht. Ik hoopte dat ze nog weg zouden gaan.
Maar toen bedacht ik me dat zelfs het grootste litteken nog onbelangrijk was.
Bij afscheid horen littekens. Dacht ik bij mezelf, en liep door naar buiten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen