9.

‘June! Wacht nou even! Luister! Ik ken hem niet, ik weet niet wat hij denkt, maar jij ook niet! Jij weet niet wat hij denkt, je weet niet hoe hij zich voelde! Maar jij denkt aan jezelf en niet aan hem. Je stelt je niet voor hoe het voor hem kan zijn geweest,’zegt Nick. Hij is niet kwaad, maar duidelijk.
Je staat stil en snikt. Het blijft even stil.
‘Ik weet het. Sorry, maar het is gewoon zo verschrikkelijk. Sorry, dat ik zo tegen je uitviel,’zeg je zachtjes en kijkt naar je voeten.
Nick komt op je aflopen en knuffelt je. Een traan rolt over je wang.
‘Ik voel me zo verward. Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Het houdt me altijd bezig. En, ik droom er zo vaak over om mijn vader weer te zien,’zeg je eerlijk terwijl je Nick stevig vast houd. Nick wrijft over je rug.
‘Ik begrijp je wel. Echt waar, ik begrijp je. Maar probeer ook eens aan te denken over hoe het voor hem was. En, je kunt altijd eens kijken of je iets over hem kan vinden. Of je hem kan opzoeken.’ Je schudt hulpeloos je hoofd en wrijft over je slapen.
Hij pakt je hand vast. ‘Kom, ik zal je iets laten zien,’zegt hij en neemt je mee.
Jullie lopen naar een klein parkje. Een grote fontein spuit sierlijk water omhoog. De stenen rand houdt een laagje water binnen. Nick gaat op de rand zitten en trekt jou naast zich. ‘Als ik ongerust, verward, kwaad of wat dan ook ben, dan ga ik altijd op zoek naar een fontein. Dan zit ik soms uren te kijken naar hoe de fontein zonder enige moeite het water omhoog spuit. En dan word ik altijd wat rustiger,’zegt Nick beschaamd.
Je lacht een beetje verbaasd. ‘Wauw. Dat is eigenlijk wel een goede manier van rustig worden,’zeg je en kijkt naar de waterdruppeltjes. ‘Waarom doe je dit?’vraag je dan.
‘Wat?’vraagt Nick en kijkt je niet begrijpend aan.
‘Waarom wordt je niet kwaad op mij? Niemand gaat echt tegen mij in als ik begin te schreeuwen, behalve mijn moeder. Iedereen is stil en geeft mij gelijk, terwijl ze het niet met me eens zijn. En dat haat ik. Waarom deed jij dat net niet?’vraag je en kijkt Nick doordringend aan.
Nick haalt zijn schouders op. ‘Geen idee. Ik geef gewoon om je. Ik wil niet graag dat je je verdrietig voelt, denk ik,’zegt hij. Je glimlacht. Nick trekt zich tegen jou aan en je knuffelt hem. Jullie zijn stil en kijken naar de fontein.
‘Jouw moeder werkt toch als secretaresse in ons hotel?’vraagt hij dan. Je knikt.
‘Nou, ik had even een praatje met haar gemaakt. Ik vroeg zo of ze een dochter had, genaamd June. Ik vroeg wat dingetjes over jou. En toen vroeg zij wie ik was, en toen ik zei dat ik Nick was en met jou omging vroeg ze of ik met jouw geluncht had. Had je dat haar gezegd?’ Je gaat rechtop zitten.
‘Ja, ik ging toen ik net wakker was al het huis uit en zij vond dat ik eerst moest eten. Maar dat ging ik dus al met jou doen, en dat wou ze weten. Moeders,’zeg je lachend.
‘Ja, ach nou ja. Ze leek me wel oké. Is ze dat ook?’
‘Jawel. Ze is niet zoveel thuis. Ze werkt veel daar. Anders hebben we niets om van te leven, dus het moet wel. Ik vind het niet altijd zo erg. Maar ik vind het niet leuk als ze niet thuis is als ik uit school kom. Dan wil ik graag dat ze er zit met een kopje thee en vraagt hoe mijn dag was. Maar vaak is ze nog op haar werk. En dan komt ze thuis, moet eten maken, douchet zich en dan kletsen we erg weinig. Maar, voor de rest is alles fijn,’zeg je snel.
‘Hm, ik denk dat je het beter voor elkaar hebt als mij. Ik zie mijn moeder erg weinig. En daar baal ik soms wel van. Ik ben ook nog maar zestien, ik heb mijn moeder soms ook eventjes nodig. En dan is ze er niet, omdat wij bijna nooit thuis zijn, weetje.. En dat is soms wel balen, maar ach. Ik overleef het wel,’zegt Nick met een flauw lachje.
‘Als je met haar ergens over wil praten.. dan kun je haar toch bellen?!’zeg je en kijkt Nick aan.
‘Ja, weet ik. Maar dan is ze alsnog ver weg,’zegt Nick.
Je knikt. ‘Ja, ik snap het. Dat een groot nadeel van het beroemd zijn zeker?’
‘Ja, toch wel,’zegt Nick eerlijk.
‘Maar jij hebt het geluk dat je je beide ouders kent en toch nog wel vaak ziet. Ik zie mijn vader nooit.’
‘Ik weet het. Ik probeer de meeste dingen ook positief te bekijken, het kan altijd erger.’ Nick lacht. ‘Wat praten we weer lekker depressief,’zegt hij plagend en spat water omhoog.
‘Aah, niet doen,’gil je.
‘Jawel!’zegt Nick en spat weer water omhoog tegen je. Je spat terug en een watergevecht is gestart.
Jullie zijn doorweekt, maar in een lacherige stemming. Daar staan jullie weer, voor het hotel.
‘Ik moet zo terug. Ik moet nog iets doen voor school en dan vroeg op bed, je weet wel,’zeg je tegen Nick. Hij trekt een pruillipje. Je lacht.
‘Haha, doe niet zo zielig,’zeg je grinnikend.
‘Kom je morgen uit school naar hier? Dan kun je mijn broers eens ontmoeten. Ze willen weten wie jij bent,’zegt Nick.
‘Ja, dat is goed. Zal ik Mira meenemen? Zij is ook gek van jullie,’zeg je. Je hebt helemaal niet het gevoel dat dit de beroemde Nick is. Natuurlijk zijn er wel al een paar keer mensen op hem afgekomen voor een handtekening en foto.
‘Ja, leuk! Je zult vast goed met de jongens kunnen opschieten. En Mira vast ook wel,’zegt Nick overtuigt.
Je knikt. ‘Ja, vast. Nou doei, tot morgen, uhm half vijf ofzo.’
‘Ja, ik zie je,’zegt Nick en draait zich om.
Je wilt net weg lopen, maar draait je om. ‘Oh, Nick?’
Hij kijkt je vragend aan. ‘Ja?’
‘Dank je! Dat je naar me geluisterd hebt enzo,’zeg je.
‘Geen dank! En jij ook bedankt,’zegt hij met een knipoog.
Je lacht. ‘Altijd!’zeg je en loopt weg.

*NickPov
‘Hoe kom jij zo nat?’vraagt Kevin verbaasd.
‘Ze komt morgen hier. We gaan gewoon iets gezelligs doen met z’n vijven,’zeg je tegen je broers en zet je neer op de bank. Je negeert Kevins vraag.
‘Vijven?’vraagt Joe verbaasd.
‘Ja, haar vriendin Mira komt ook mee.’
‘Oeh, is ze leuk?’vraagt Joe direct.
‘Joe! Ik ken dat hele meisje niet,’zeg je lachend.
‘Weet ik wel. Wat hebben jullie gedaan?’
‘Niet veel. Wat gekletst enzo.’
‘Aha, leuk!’zegt Joe sarcastisch.
‘Ja, best wel. We kunnen goed met elkaar praten. Ik kan veel beter met haar praten dan met jou,’zeg je en steekt je tong naar Joe uit.
‘Hm, zal wel. Wat gaan we morgen doen dan?’vraagt Joe.
‘Weet ik niet. Ik dacht aan iets actiefs.’
Je denkt na. Nog anderhalve week en dan ben je weer weg. Na het concert hier moet je weer gaan. Je zult haar wel gaan missen. Je ziet haar nu elke dag, en ze is gewoon een goed gezelschap. Een goede vriendin. Maar, toch ga je haar missen.

Reageer (1)

  • Persefoneia

    Oeh..snel verderr <33

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen